iL .
. i
l ' i . i
T ;
1 f e u
, !
4:"| -
1 •■
I S ' ' i'
y
74 B E S c ' H R Y V I N G VAN
zo n k en ; haar Schil is wat n iw , v an K o le u r ,
ryp z y n d e , geelagtig-groen; en met ligt-
bruine grove ftippen en vlekken overal g e vlekt
, zo dat z e ’ er wat grauw o f bruinagtig
u itz ien , gelykende in de eerfte opflag veel
na&xAe Angélique, maar z e is uitterlyk daar
van te onderfcheiden , dat z e wat kleinder
v a lt ,’t O o g niet g e zon k en , en d eS te e l kor-
D E P E E R E N . T a b . VII.
ter is; haar Vleeich is bros, Zappig g en o e g ,
en van een fuikeragtige, tamelyk geurige
fmaak , als z e in een goede droge Grond
gegroeit i s , anders valt z e wat hard en onfmakelyk.
D e Boom maakt goed G ew a s , en draagt
heel fte rk , zo wel aan het Efpalier als op
Stam.
T A .
<<7 |
Mm