î ü.
62 B E S C H R Y V I N G v a n
|1 o Boom maakt goed G ew a s , en is heel
di-aagbaar, maar ’ t kankeren zeer onderhevig.
O R .^ N G E R O U G E . Verfchilt van de
voorgaande nergens in , dan dat.ze aan de
Zon s -zyd e zeer veel ichoon helder-rood, als
Coraal, blocfende i s , mooi o p ’ tO o g ; dog
men agt ze wat getiriger en verhevener te
zyn . D e z e verandering is buiten twyffel
door ’ t E n t -Plantzoen voortgekomen.
B O N C H R E T IE N D ’ E T E . Is een heel
g ro teP e e r , van gedaante wat langwerpig en
■ bultig o f hobbelig; het O o g is fterk g e zon k
en , en de Steel redelyk lang; haar Schil is
glad, v a n K o le u r , ryp z y n d e , b le ek -g e e l,
en aan de Zons-zyde vceltj'ds wat rood-bloe-
fende, ook zomtyds hier o f daar zwart g e vlekt;
haar Vlee-fch is niet b ro s , ook niet
ligt Imeltend, dog zagt g en o eg , vol-zapp
ig , en , wanneer z e wel ryp is , van een fui-
keragtige, v erhevene, aromatyke fmaak, en
in der daat als dan even als o f z e mer Sai-
ker en Kruideryen geconfyt was, wordende
van de L ie fh e b b e r s , die haar wel kennen,
voor eene van de lekkerfte Peeren in haar
tyd gea gf; dog z e verkrygt dien fmaak niet
in alle Gronden en Stand - plaatzen , maar
meeft alleen in een d ro g e , vrugtbare zand-
D E P E E R E N . T a b . IV.
o f keyfelagtige aarde, en inzonderheid in
opgevulde Gronden van oude R u in en ; wil-
lende ook ’ th e ft tieren agter de Huizen in
de Steden.
D eB o om maakt g o ed , maar wa tkw a r lyk,
k rom, en door malkander groejend Hout-
g ew a s , kan zeer groot wo rden, en draagt,
wat bejaart geworden z y n d e , ze e r w e l:
Maar men moet hem nooit anders als op go e de
wildePlantzoenen enten, en niet o pQ u e e ,
en hem ook ’ t Mes weinig o f niet laten ge-
voelen , anders kan men verzekert w e z e n ,
dat ’ er weinig van de Boom en Vrugten worden
z a l, en om deze reden dient h y ook
niet aán ’ t E fp a lie r , ten ware dat heel hoog
w a s , en men de Boom ruimte laat. Z ie t
ook Bon Chretien P Atitomme, en P H y -
P A R F U M D ’ E T E . Is een niet heel g ro te
P e e r , van gedaante plat-rond als ¿e B e r gamot,
met een lange dünne S te e l; haar
Schil isg lad , v anK o leu r , ryp z yn d e , groenagtig
geel; haar Vle e ich is iets bros. van
een tamelyk g e u r ig e , iets musquerende o f
geparfumeerde ftmaak, en dus een heel g o e de
Zomer-Peer.
D e Boom maakt goed G ew a s , en draagt,
wat bejaart geworden z y n d e , heel wel. D é fi
E S C H R Y V I N G VAN
z e V rugt zal mogelyk op andere Plaatzen
nog andere Benamingen heb b en , die ons nog
niet bekent geworden z y n , hebbende deze
lve onder deze Naam uit Holland ontfangen.
B E R G A M O T T E D O R É E . Is een tamelyk
g ro teP e e r , van gedaante plat-rond,
^elyks-uAere Bergamotten, ’ tO o g l s vry g e zo
n k en , gelyk ook de Ste e l, die lang en
dun IS ; haar Schil is ruw , onaanzienlyk, van
een bruin-grysagtige K o le u r , en veeltyds
met zwarte vlekken min o fm e e r g e v lek t,
het Vleeich is ze e r bros, zappig, en wat
musquercnd, maar anders niet z e e r verhe-
ven van iinaak.
D e Boom maakt tamelyk goed Hout-ged
e P E E R E N . T A B. IV . 63
w a s , en fchik, en word zeer draagbaar,- als
h y wat bejaart geworden is.
JA R G O N E L L E . Is een tamelyk grote
P e e r , van gedaante langwerpig, gelykende
wel wat na de BrujJelfe P e e r , maar z e valt
na de Steel toe wat dunner, en is iets meer
gebuikt, ook veeltyds wat krom van Gewas;
■ haar Schil is g la d , v anK o leu r , als z e r y p i s ,
bleek- o f w itagtig-groen; het Vleefch isza gt
g en o eg , maar niet zeer verheven van Imaak,
en word ras meelig, weshalven een Peer is
die onder de goede Zo o rten geen plaats kan
hebben.
D e Boom maakt goed G ew a s , en draagt
ze e r wel.
. m