86 R E
; 'Ç
poire henite, zìe Gezegende Peer.
Poire a cnurte queue, zie Beurré blanc.
Poire ¡a Force, zie Foppen Peer.
Poire de Fufée, zie Cuifc Madame.
Foire de Liv re , zie Grand Monarque.
Poire Mann«, zie Colmar.
Poire d’Oeuf. Ovale. F.yer-Pecr. Auguft Peer. -
Poil e fans peau. Poire fans peau d’Eté, Peer zonder
Schil. Fleur rie Guigne. KoufTdet hatif.
Vroege RoufeU. - - . - -
P o ir e fans peau d’Automne. Marquis dHem, en
Flandre. Waldcnlcr-Pecr. _ ^ -
Poire fans peppins, zìe Zonder-zieltjes.
Poire de Prince, zie Ciier à Dames.
Pcnd-peet, zìe Grand Monarque. _
Prefulcnt dEfpagne, zie Bon Ciiretiea
Prinfe-pecr, zÎe Cher il Dames.
Ptince d 'Etc, zie Cher â Dames.
Princefe-peer, zie Mufcac Robert.
Pucelle (Belle), zie Moye Neeitje.
Pucelle de Xaintogne, zie MuPeac Robert.
Reine (Poire â la ) , àe Mufcat Robert.
Rict-Peer (Dubbelde).
Riet-Peer (Enkelde).
Rives (Poire de) , zie Cuiüe Madame.
- 56
67
Robine. Robyn-Peer. d’Averat. xMufcat d’Ave-
rat Mufcat d’Auot, ou d’Eté. .Gros Muscat
d’Eté. Rojale d’Auot. Kojale Mufqué.
Poire de la Honville. . . . -
Rode Wangetjes. - - - - -
Roi d E t é , zie Oignonnet.
Roi roux,. zie Oignonnet.
Rojale d E t é , o u d Ju o t , zie Robine.
Roskammer, zie Colmar.
zie Langfleert.
Rouffelet. Rouffelet mufqué. Peut Rouffelet. Per-
S T E R.
Sonder-zieltjes. Poire fans peppins.
¿■oon-Peer, zie Poire d’Angleterre.
Soppige Groeirtje, zie Bergamotte.
Spek-Peer. . - - • •
Sucré verd, zie Suikerey (Herfft-).
Sucré blanc, zie Suikerey.
Sucrin blanc, àe Suikerey.
Suikerey (Vroege). Vroege Suiker-of Honing-Peer.
Petit Blanquet? Poire de Perle?
Suikerey (Kortftelige). Kortftelige Suiker-Peer.
Blanquet â courte queue. Gros Blanquet. Grote
Blanket. Blanchette. Mufette d’Anjou. -
Suikerey (Langftc-lige). Langftelige Suiker-Peer.
Blanquet â longue queue. Sucrin blanc. Blanke
Suikerey ofSuiker-peer. . . .
Suikerey ( Grauwe). Grauwe Suiker-Peer.
Suikerey (Herfft-). Herfft- of 0 £tobersSuiker-Peer.
St. Nicoiaas-Peer. Blanquet d’Automne. Bre-
deroo. Sucré verd. Groene Suiker-Peer. - •
Suikerey (Winter-). Winter Suiker-Peer. Kley-Peer.
Suiker-Peer (Groene), zie Suikerey (Herfft-).
Supreme, zie BruÎTdie.
Tamerlan (Grote), zie Grand Monarque.
Tate-Ribaut, àe CaiTolette.
Tomas of Thomas-Peer, zie Winter-Gratiole,
Trompe F a le t, àe Ambrette.
Tysjes-Peer, zie Ploe langer hoe liever.
V.
Valencia, zìe Beurré blanc.
Vendôme (Poire de), zie Beurré gris.
Venus (Poire de), zie CàbaiTe.
VerdaJJe, zie CaiTolette.
Vermillon. Belliflîme. Mufcat Roug
dille rouge. Grofle Mufcadille.
te Mufcadei. - . . .
Verde longue. Mouille bouche d’Automne. -
Verde longue dH y v e r, zie ChaiTery.
Verde longue panachée, zie ^îrgamotte fuifle.
Vroege Hagenaar, àe Citron de Sirene.
Vroege Katelyne, zie îbid.
Vroege Suikerey, zie Suikerey.
Vroege Wyn-Peer, zie Citron de Sirene,
W.
Waldenfer P e e r, àe Poire fans peau.
Windforf«, zfe Bruflelfe.
Winter-Bergamot, zie Bergamotte.
Winter-Beurré, zie Befy de Chaumontel.
Winter-Gratiole. Gratioie d’Hyver. Lange Gratioie.
Bcftevaars-Peer. Tomas-Peer.
Wmter-Suikerey o î Suiker-Peer, zie Suikerey.
Witte Beurré, zie Beurré blanc.
Witte Madame, zie Witte PrincelTe.
Witte Princefte. Witte Madame.
Wyn-Peer (Vroege), zie Citron de Sirene.
Y.
TsboutPeer, zie Grand Monarque,
Z.
Zuiker-Peer, zie Suikerey.
61
69
4 7
48
49
49
50
73
A D D E N D A .
Daar is in de Befchryvingen vergeten te melden van de volgende V ru g te n , die zeer
bekent, geagt en in de Afbeeidingen vertoont z y n , als
Mufca-
of gro-
B E U R R E B L A N C T A R D Y F ou ¿ ’A U T
O M N E . Grauwe Dojonné. D e z e Peer
gelykt in gedaante volkomen na de Beurré
B la n c , maar z e valt doorgaans wat kleinder,
en de Koleur is wat bruinder o f ros-grauw,
g elyk de Beurré g r is , dog in het leggen ook
flerk geel wordende; ook word z e aan de
Zon s -zyd e zomtyds een weinig rood bloe- '
fende, en is daarenboven dikwils met zwart-
agtige Vlekken min o f meer g e v lekt; haar
Vleeich is z a g t , Imeltend, zapp ig, en van
een zeer g eu r ig e , verhevene fmaak, inzonderheid
ais Ze in een goede Grond gegroeit
is ; en dan word z e van veele niet zonder
red en , voor de befte Peer in haar tyd g e agt
, en zelfs boven de andere ze e r geurige
Beurés g e fte lt; de ondervinding heeft ook
ge le e r t, dat de Vrugten van jon g e Boomen
' in de eerfte Jaren 20 fmakelyk niet z y n , ais
wanneer z e wat bejaarder geworden zyn ,
en dit heeft ook plaats in zommige andere
Z o o r ten van fyne Peeren.
D e Boom komt in gewas en vrugtbaar.
heid overeen met de Beurré Blanc; en het
is niet onwaarfchynlyk, dat deze Z o o r t alleen
een verandering van de Beurré Blanc,
o f die van deze Z o o r t is , welke door de
Enting ontftaan is. Z ie Pag. 55. T a b . II.
BO N C H R E T IE N D ’H Y V E R . Gelyk t
na genoeg na eene Bon Chretien d’ Automn
e , dog z e valt veeltyds g ro o te r , en wat
ger; haar Schil is glad , g ro f en dik, van
K o leu r , ryp z yn d e , groenagtig g e e l, en
zomtyds aan de Zons zyde een weinig bleek-
rood-bloeiènd ; deze Peer word in Frankryk
de Rang voor alle andere Winter-Peeren g e ge
v en , om d a tz e daar ze e r g eu r ig , en verheven
van fmaak is , maar in deze Nederlan-
detj verkrygt ze haar volkomene rypheid niet,
ichoon z e op de befte plaats aan het EJpa-
Uer en in een goede Grond ftaat, en derhalven
is ze van geen o f weinig geurige
finaak, en kan niet anders dienen, als om
te fto v en , daar z e de befte toe is.
D e Boom maakt fte rk, en niet zo quar-
lyk Hout-gewas als de Bon Chretien dXA u tomne,
en draagt, bejaart geworden z y n d e ,
ze e r wel. Men moet hem aityd op P H M
en ten , waar door de groei en rypheid be-
vorderd word. Z ie Pag J2. T a b . II.
'.NX.
/ f-’. ì
-i-.tì.«
te .