4 4 - B E S C H R Y V I N G V a n
la is rondvaliig, dog n a a r ’ t O o g to e , dat
■ byna niet gezonken is, iets dunner o f puntig
; zyu S ch ll is ruw , g ro f cn d ik ; z y n K o -
leiir is , .geei-grauwagtig gevlekt op een geele
g ro n d , ook veeltyds aan de eene zyde wat
rood-bloefend; zyn Vleefch is van een geurige
verhevene zoete fmaak, weshalven voor
een goede zoete Pot-Appel PalTeeren kan.
Z i e aangaande de gedaante ook Fenouillet
{Zoete). '
D e Boom maakt fchoon, fterk Hout-gew
a s , word g ro o t, en draagt fterk
G U L D E R L IN G . (D U B B E L D E ) Iseen
g ro teA p p e l; van gedaante iets langwerpig-
vierkant; deflelfs Schil is g lad, van K o leu r ,
rvp z y n d e , groenagtig-geel; zyn Vleeich is
z a g t , van een tamelyk geu r ig e , egter niet
z e e rv e rh e v en e fmaak; weshalven nauwelyks
onder de Middel-zoorten plaats kan hebben.
D e Boom maakt goed G ew a s , maar is
niet ze e r draagbaar.
P A R M A IN R O Y A L W o rd een grote
O o g z ien lyk e A p p e l, die doorgaans iets
korter ofronder valt, ih à e F a rm a in P Hyver
anders, zo in Ko lenr als Smaak, n a g en o e g
daar mede overeenkomende, zynde meeft
altyd wat g r o f geftipt, en behorende, buiten
D E ' A P P E L S . T a b . XII.
tw ift , in de eerfte Rang der Appels, maar
hy is , als ook een uitlanlche Appel zyn d e ,
geiyk de andere Parmains ; onderhevig ora
in koude vogtige Gronden , inzonderheid in
ilegte Jaaren , z yn volkomene verhevene
Smaak niet te v erkrygen; en als dan ook in
’ t leggen ligt Rot-vlekkig te wordeu.
D e Boom maakt goed Hout g ew as , word
tamelyk g r o o t , en draagt v ry wel.
E N K H U IS S E R A A G T J E . Iseen middelmatig
grote A p p e l , van gedaante langwerpig
o f Ey-rond; deflelfs Schil is g la d , van
K o leu r , ryp z yn d e , g ro en a g t ig -g e e l, en
aan de e en e zyd e doorgaans wat donker-rood-
bloelend; deflelfs Vleeich is eenigzints v aft,
van een tamelyk geurige aangename Smaak;
bierby aanmerkende zyn e langduurigheid,
en extraordinaris Vrugtbaarheid, zo kan
men niet nalaten, dezelve in de Rang der
befte Winter-Appels te plaatzen.
D e z e A p p e l is zeer d u n , en teder van
S ch il, zo dat het minfte drukken o f ftoten
aanftonds een Rot-vlek veroorZaakt, weshalven
men by het plukken en hanteeren
dezer A p p e ls , ze e r voorzigtig daar meede
omgaan m o e t , wil men z e goed en Oog-
z ienlyk bewaren.
D e Boom maakt goed Hout-gewas, word
gro o t,
g ro o t, en draagt, g elyk ge ze g t is , boven
maten fterk.
E N K H U IS E R A P P E L . ( Z O E T E ) D e z
e gelykt ze e r veel aan de vorige o p ’ t aanz
ie n , en is daar van meeft alleen ondericheiden
door de imaak van zyn V le e ich , dat zagt
en tamelyk geurig is , zynde dus een goede
zoete A p p e l voor de Pot in zyn tyd.
D e Boom maakt goed Hout-gewas, en is
tamelyk draagbaar.
De verfchilJige of Mcer-Naamen, die de voorgcmelde APPELS hebben," gelyk ook die van de valgende PEEREN,
vind men hier agter in een bezonder Symnymifch Regifter.
M b e ;
; ' (
vli