i B E S C H R Y V I N G van d e , A P P E L S . T a b . IV.
T A B U L A IV.
|R U ID -A P P E L . (JU F F E R S ) Is
een tamelyk grote Appel ; van
». gedaante rondagtig en wat kantig
, aan de-eene zyde b y ’ tO o g , dat niet
zeerg ezonk en is , doorgaans wat h o ge r; deszelfs
Schil is g lad, en bleek-groenagtig-geel
van Ko leur ; hebbende veele Appels aan dezelfde
Boom veeltydts, v an ’ t O o g a f regt ne-
derwaarts, een o f meer verhevene iirep en ,
als een fyne naad, o f een ftherpe verhevene
kant, waaraan deze zoort i n ’ t bezonder van
andere te onderlcheiden is. H y g e e f t , ryp
z y n d e , een fterke aangename Reuk van z ig ,
zyn Vleeich is z a g t , zappig , en van een
aangename heel geurige imaak ; dus een der
befte Appels in zyn tyd z y n d e , z ow e l uit de
Hand als voor de Pot.
D e Boom maakt g o ed , fterk Hout-gewas,
word g r o o t , maar is niet zeer draagbaar ,
ten minften niet 20 lang hy nog jo n g is,
D A N T Z IG E R K A N T A P P E L . Is een
v ry grote A p p e l, zyn gedaante is rondagtig,
en hoekig o fk a n t ig , waar van hy zyn naam
gekregen h e e ft; de Schil is mooi g la d , blink
en d , en ichoon ho og-o fblo et-rood v anKo -
leur ; gelykende deze Appel ze e r in gedaante
naar een grote Rode Z o p ie r -C a h ille , behalven
dat h y kantiger valt; deflelfs Vleeich
is z a g t , geela gtig, en van een heel aangename,
geurige fmaak ; dus een waardige A p pel
in Zyn t y d , zo wel voor de T a ie l als in
de Keuken zynde.
D e Boom maakt goed G ew a s , word g ro o t,
en draagt fterk.
P A R A D Y S -A P P E L . ( Z O M E R ) Is een
kleine A p p e l, van gedaante iets langwerpig-
rond, en wat kantig, ook doorgaans iets icheef;
deflelfs Koleur is , ryp z y n d e , bleek gronag-
tig-geel; zyn V leeich is heel z a g t , van een
tamelyke, dog niet ze e r verhevene imaak.
H y word meeft alleen gequeekt om ’ er op
deflelfs U itlop ers , die h y in overvloed maakt,
en waar door h y zonder te verenten voort-
g e ze t w o rd , allerley andere zoorten van A p pels
te enten, tot lage NaantjesBomen, dewy
l hy van nature kleinen la a g g ro e it, vroeg
draagt, en vrugtbaar i s , welke hoedanigheid
hy aan het daarop gezette Ent raededeelt.
Van deze Appel is ook nog een Mede-
zoort die nergens in van de gemelde verfchiit