54 B E S C H R Y V I N G van
De Boom maakt goed G ew a s , en is , wat
bejaart geworden z y n d e , heel draagbaar.'
- D e witte en groene Mesßre Jean verfchil-
len niet van de gemelde.grauwe, dan dat de
eerfte wat grauw-witagtig is , en de tweede
groenagtig valt.
H A L L EM IN E B O N N E . Is een v ry grote
Peer; van gedaante langwerpig, iefs buiaig,
en naar de Steel toe wat dunner wordende,
g e ly k ook iets naar ’ t O o g , dat weiniggezon-
ken , en de Steel na Proportie niet zeer lang
is ; haar Sch il is glad, v anK o leu r , ryp z y n d
e , ligt-groen, iets naar den geelen hellende;
haar Vleefch is lets bros, dog z.igt en zeer
vol-zappig, van een heel aangename geurig
e fmaak; z e word van de Boom gegeten
en wil net op haar tyd geplukt z y n , gelyk
¿eBruJfelfe, namelyk, wanneer haar groene
K oleur begint naar den geelen te hellen,
en het Vleeich voor de Duim w y k t , want
als z e langer hangt word z e onfmakelyk,
m e e lig , en buik-ziek.
D e Boom maakt goed fterk Hout-gewas,
en is heel draagDaar.
D e z e Z o o r t is r ie t zeer oud , z e is in
Friesland, voor niet zeer lange Jaren, uiteen
K o r l van de Zomer Bon Chretien, daar ze
in gedaante en fmaak ook iets na zw e em t ,
DE P E E R E N . T a b . II.
door een L ie fh eb b e r gewonnen, op een
Plaats niet ver van het Dorp Hallnm, daar
z e de Naam van voert.
R IE T -P E E R (D U B B E L D E ) Is een vry
grote P e e r ; van gedaante langwerpig naar de
Steel puntig'toeiopende; haar Schil is ruw ,
en g ro f van aanzien van Koleur b ruin-ka-
n e e l- v e rw ig ; haar Vleefch is zagt g en o eg ,
en v o i van za p , maar iets wrang oftrekkende
van fmaak; zo dat z e niet dient om uit de
Hand te e e ten , maar z e word veel geagt om
te Stoven, raakende een ze e r fmakelyk Ge-
ß o o f , als mede om te drogen.
D e Boom maakt goed fterk G ew a s , word
gro o t, en is zeer draagbaar.
D e Enkelde R ie t-P e e r 'v e iichW t van de
Duhbelde meeft alleen daarin dat z e kleinder
valt, dog ze. is ook iets bleker v an K ö leu r ,
en haar G e ß o o f zo fmakelyk niet.
B E R G A M O T SU IS SE R O N D E . D e z e
gelykt in alle deelen naar een gemene H er ffl-
Bergamot, behalven de K o le u r , 'die met
g e e l, en zomtyds ook met rood, geftreept
is , mooi op het O o g ; dog haar Vleefch is
doorgaans in allen zo verheven niet, als van
de gemene; en z e is ook wat tederder, he*
gerende een' heel goede grond en ftandplaats.
D e
B E S C H R Y V I N G v a n
D e Boom maakt in zo een Grond heel
goed G ew a s , en draagt, wat bejaart gew or den
zyn d e , zeer w e l; ’ t jonge H out is doorgaans
ook wat geel en groen geftreept.
B E U R É B L A N C . Is een middelmatig
g ro feP e e r ; van gedaante rondvaliig, zonder
veel gebuikt te z y n , dog zomtyds ook wel
een weinig langwerpig, naar de Steel to e ,
die vry kort is , niet veel verdünnende; haar
Schil is glad, dun, groenagtig van Koleur
DE P E E R E N . T a b . IL j -
aan de Bo om, maar na ’ tplukken in het leg gen
zeer fterk aan-geelende, tot een bleek-
geele o fC itro en sK o leu r , met fyne ftippen;
het Vleefch is z a g t, zeer zappig, fmeltend,
van een aangename, geurige fmaak; dog
valt in vogte Gronden zomtyds wat la f, inzonderheid
in Ilegte Jaren.
DeBo om maakt goed Gewas,' draagt boven
maten fte rk , en word daarom zelden
heel groot. Het jonge Hout is vry geeiag-
tig van Koleur.