r
if
A i
3a
B E S C H R Y V I N G v a n
ichilt dan dat de Vrugten rood o f rood-bloe-
fend zyn.
O o k is ’ er een zo ete zoort van nagenoeg
dezelfdé gedaante en groote.
G U L D E R L IN G . (F R A N S E ) Is een middelmatig
grote A p p e l, van gedaante wat langwerpig,
eenigzints kantig, en meeften tyts
w a t fch e e f van G ew a s , met een klein ni«t
diep gezonken O o g ; deflèls Koleur is , ryp
zynde , groenagtig-geel, en zomtydts hier
o f daar een weinig met geelagtig-bruin ge-
viekt o f geftippelt; delfelfs Vleeich is za g t,
en van een heel aangename geurige fmaak,
weshalven onder de goede Herfft-Appels ge fielt
moet worden.
D e Boom maakt goed G ew a s , en draagt
fterk.
POM M E D O U C E . Is een kleine ronde
iets platagtige A p p e l, van K oleuroveral bruin-
grauwagtig, ge ly kd e g ra uw eR en e t, en veeltydts
een weinig rood-bloeiênd ; de Schil is
hard en dik; het Vleeich is van een aangename
zo ete fmaak, en derhalven een zeer
goede zo ete Pot-Appel zynde.
D e Boom maakt zeer goed Hout - ge w
a s , word tamelyk g r o o t , en draagt heel
fterk.
D E A P P E L S . T a b . IV . 17
K R U IS -A P P E L C vA N G E LD E R .)G e ly k t
zo in groote als gedaante en Koleur zeer wel
naar de Kroons-A p p e l, 20 dat men dezelvein
de eerfte opllag ligtelyk daar voor nemen
zoude , d o gh y valt veeltydts iets langwerpi-
g e r , en dezelve proevende, bevind men het
onderlcheid, want hy heeft niet die verhev
en e , maar een gemene g eu r , weshalven h y
meeft voor een Pot-Appel dient.
De Boom maakt fyn Hout,gewas, maar
word niet gro o t, om dat hy zeerdraagbaaris.
K R U I S -A P P E L v a n G E L D E R . (R O O D
E ) Hier mede is het gelegen als met de
voorgaande, gelykende deze ze e r n a d eR o -
de-Kroon, dog is doorgaans niet zo veel g e ftreept
, maar meeft alleen hoog-rood, ' ook
dikwils iets langwerpiger, voorts weinig verheven
van fmaak, weshalven ook hooftzake-
lÿk voor dePot dient. En
D e Boom is genatureert als de voorgaande.
V R O U W T J E S A P P E L . Is een vry g rote
A p p e l, van gedaante rondagtig na den
platten hellende, en dikwils wat ich'eev, en
hobbelig o f kantig ; zyn Schil is , ryp z y n de
, groenagtig g e e l , en zomtydts hier o f
daar een weinig met bruin en ook wel met
groter en kleiner rondagtige zwarte o fbruin-
■ E zw at