
zoowel in het binnenland van Italia bij de Etruriërs als aan de
kust. De drievoet heeft natuurlijk betrekking op Apollo.
VI. Drietand )( Caduceus. L.c. S. 102-103; T. 41, 1 - 3 ;
42, 1 — 2 ; 60, 8 ; 94, 4 — 5. De zwaarste der vijf bekende geheele
stukken weegt 1686,35 gram, de lichtste 1141,60 gram.
Deze baar behoort bij VI. Zware Janus )( Mercuriusserie.
H a e b e r l i n , Systematik, S. 50, ziet in beide figuren — en dat
ligt voor de hand — eene symbolische voorstelling van het
handelsverkeer zoowel te land ais te water.
VII. Hoenders ) ( Rostra. H a e b e r l i n , Aes grave, S. 133—134 ;
T. 53. 1—2; 54, 1—8. Twee geheele exemplaren zijn slechts
bekend, wegende 1525,25 en 1491,76 gram. Deze baar behoort
bij de semilibrale reductie.
Op de voorzijde zien wij het zoogenaamde tripudium sollis-
timum, het augurium, waardoor de Romeinsche imperator vóór
den slag zieh den afloop liet voorspellen, het augurium der
pikkende hoenders. De rostra (ramsporen) zijn ons reeds uit het
eerste tijdvak bekend.
VIII. Stier )( Stier. L.c. S. 143-145; T. 5 7 ,1 -3 ; 58,1—7;
59, 1; 61, 3—5; 93, 1. De zwaarste der vijf bekende geheele
stukken weegt 1790,23 gram, de lichtste 989,00 gram.
Deze baar is niet onwaarschijnlijk eene herinnering aan de
onderwerping van Samnium in 290 vóór Chr.
IX. Olifant )( Zwijn. L.c. S, 146; T. 59, 2; 6 1 ,6—7. Het
unieke geheele exemplaar in het British Museum weegt 1746.49 gram.
Het is onmogelijk te ontkennen, dat deze baar op de eene
of andere manier verband moet houden met den strijd tegen
P y r r h u s . De legende toch verhaalt, dat in den slag bij Ausculum
in 279 vóór Chr., de olifanten van P y r r h u s op de vlucht werden
gejaagd door het knorren van de zwijnen aan den Romeinschen
kant. A e l i a n u s , De natura animalium, I. 38. De vijf olifanten, die
later in den slag van Beneventum buit gemaakt werden, voerde
men in triomf in 273 en het zou niet onmogelijk zijn, dat, bij deze
gelegenheid, waarbij olifanten voor het eerst te Rome gezien werden,
de baar te Capua gegoten werd. H a e b e r l i n , Systematik, S. 54.
Van buitengewoon veel belang voor de bestudeering van het
aes grave zijn natuurlijk de muntvondsten, die gelukkig sedert de
19de eeuw, de belangstelling van de mannen der wetenschap
hebben opgewekt en waarvan sommige aanleiding gaven tot voor-
treffelijke monographieen.
De vondsten leeren ons, dat het stedelijke zwaargeld in het
verkeer niet afzonderlijk in omloop was, doch vermengd met de
andere aes graveseries. Zoo werden uit het bed van den Tiber
beneden den Aventinus 13 bijeenliggende trientis opgebaggerd,
waaronder 2 stedelijke, 1 uit serie II. 1) Romakop zonder knots,
drie uit de Latijnsche Radserie I., 6 uit de Lichte Janus ) (
Mercuriusserie III. met sikkel en 1 uit de Zware Apolloserie V.,
dus 12 van het lichte pond en 1 van een zwaarder. Notizie degli
scavi 1888, p. 628. Een groote, alleen uit assis bestaande vondst
werd, in 1831, op de Monte Mario bij Rome, gedaan; deze om-
vatte talrijke stedelijke assis, verder die van de beide series II.
met den Romakop en ten minste twee van de Latijnsche Radserie
I. Het zware pond was vertegenwoordigd door assis uit
de Zware Janus )( Mercuriusserie VI. zonder sikkel en door
minstens een van de Zware Apolloserie V. M a r c h i , L’aes
grave, p. 61 (Niet minder dan 50 stedelijke assis daarvan, van 302
tot 213 gram zwaar, bezit het muntkabinet te Gotha, S am w e r —
B a h r f e l d t , S. 183). Onder de ex-voto van den Dianatempel
van Nemi, werden, bij de opgravingen kort nà het jaar 1880,
talrijke stedelijke assis en onderdeelen gevonden, verder 19 exemplaren
van serie II. 1) Romakop zonder knots, 13 van de Latijnsche
Radserie I., 2 van de Lichte Janus )( Mercuriusserie III. met
sikkel, 29 van de Zware Janus )( Mercuriusserie VI. zonder
sikkel en 24 van de Zware Apolloserie V. H e l b i g in Bulletino
dell’ Instituto, 1885, p. 233. Een bij Monte Cassino aan het
licht gebrachte kleine schat bevatte 6 trientis en 3 quadrantis van
Rome, een triens van serie II. 1) Romakop zonder knots, twee
quadrantis van de Latijnsche Radserie I. en een van de Zware
Janus )( Mercuriusserie VI, zonder sikkel, voorts van de Lichte
Janus )( Mercuriusserie III. met sikkel 3 trientis, 2 quadrantis
en 1 sextans en van de Zware Apolloserie V. een triens.
F. v o n D u h n in Zeitschrift fü r Numismatik, 6 (1879), pp. 6 9 -7 4 .
De hoogst belangrijke muntvondst van Arienzo, 35 K.M. ten
oosten van het oude Capua, is, tot schade voor de monetologie
en metrologie, slechts oppervlakkig beschreven. De Romeinsche