
2 6
I N L E I D Ï N G E
De Gnaden van Brecdce worden op de Globen aangeweezen
op de Eecfte flccbtc Meridiaan, welke de ecrftc Lcngte is, en
maar iwce maal 90. cen maal voor elke Kcing.
Maar in de Wcreldfcaarccn «orden zeaangewcezcnopdcEcr»
ile gchecle Meridiaan, welke, de twecHemrspheren vcrdeekndc,
ooK alle de Kringen vanBrecdccintwccgelykcDcdendoor-
4nyd i wcsbalven de Graaden daar vier maalen aangecekend
Aaan, cenniaal vooc elke Halvckring of Paralcl van Brcedte.
Alle deze Graaden op de Globen cn in de Wereidkaarfcn zyn
vanc cncot cen aangecekcndmaar «"at belange de Linien of
Kringen, welke de zelveverdeelen , die worden maarvan vyf
IOC v y f , vanricototcicn^ofvanvyfticntotvyfcicnaangeweezen,
na da: de GlobeofKaarc groot is.
Deze Graaden van ßreedccj aldus aangccekend , wyzen aan
de Lcngte waarop de Gcweften cn Plaatfengelegen zyn, welke
de diftanrie isdie'er gcvonden word vandenEvcnaar roc aan de
voorüellcide Plaacs, engeeven t e r z eke tyd de Hoogte van de
Pool, dar 's ce zeigen lioe hoog de Pool op onzcn Horizont is,
•wc.ke 20 ver vootby de Pool been gaac als wy van den Evenaar
afgcwyderd zyn j zynde de brecdte van een Piaars cn de Hoogte
van de Pool gelyk.
i . 5. De 3 60 Graaden van Lcngte worden op de Globen cn in
de GeneraalcKaartcn derAardkloocvan eentoreenaangetekend,
De Halvekringen of Meridiaanen, die de zclve onderlchcidcn,
worden gecekead van vyf tot v y f , van ticncoctien. of van vyftieu
cor vyfticn^ na de groorte van de GlobeofKaarc.
Deze Gxaaden worden gerekcndvan'c Weilen naaf-tOoften,
vermits de Ouden her Werter uiteinde der Landen van ons Vaftland
mc: meerder zekerheid kennende, als zynde daarGebuuren
af. zy de Eerfte Linie der Lengtensaldaargefteld hebben, van
waar z y de j6o Graaden Lengre voor dcLengteder Aarde van
't Wef tea nair't Ooften hcfaben begonnenlerekencn.
De Halvekringcn ofLiiiien vanLengtc. weike de zelve zyn
als de Meridiaaneii, worden aangeweezen van de eene Pool roc
am de andere, naardewelkezyvandenEvenaargetrokkenworden.
Deze Linien verfmallen de fpatie, weike zy begrypen, na
de maac dar ze zieh ahvydcrcn van den Evenaar, en aan de Poolen
nadcrcn, daar zedezefpatie ineenpunceindigcn:weshalvcn
eenGraadvanLcngte, aangerekendopdcntvenaar, welkemen
moct begrypen zicbuic cciUckiienin allcdcfpatjedie'crtulTchen
den tvcnaareadc Poolen cuilchen twee van deze Linien i s , vermindere
na ptoportic dac ze zieh van den Evenaar afwydcrc, en
geraakc metdezeLinienin eenpunc onderdePoolen.
De Graaden van Lcngte , aldgs aangecekcnd, wyzen aan de
Lcngte dctlanden enSceden , welke hunneafgewyderdheid van
de fcerile Lengte of Meridiaan is j zynde de Lengte de Boog
van den Eveiaar of van een Paralel begreepen milchen de Meridiaan
van een Land of van een Staden de EerfteMeridiaan.
§. 6. Aldus verdeelen de Geographiftcn door her mjddei der
Graaden van brcedte de Oppervlakte der Aardkloot van her
Noorden naar "t Zuidcn > en door hec middel der Graaden van
Lenste verdeelen zy de zelve Oppervlakte van liet Weftcn mar "t
Wanneer zy die Oppervlakte aanmerken van 't Noorden naar
'c Zuidcn, dac 's tc zeigen van decene tot aandeandercPooi,
rerdeelen zy dezelvein i8ooftweeraaal9oGraadenvanlcngre,
ofkieme Zonen, altemaal van een zelve brcedte j mair vaniccier
der welke den omrang vermindert na demaatdat zezichvan den
tvenaar afwydercn cn aan de eene of de andere Pool nadercn;
dcwyl 'er nooicmcer alstwcccvengelyk z y n , tc weeten degeenen
die ioeeo geJyke diflancievan den Evenaar z y n ; hebbcnde
de twee herften in hunncn omvan;4 de zelve uirgcftrekcheid als
den b.veoaari cn de twee Ncgentigilen en laatftcn geen meerder
uitgcftrcktheid dan' t e e ende Kring , gccrokken op een Graad
Breedtc vanliccpuntcfcrPool, door haaredtcumfctcntickanbebegrypetj.
En als de Geographißen deze Oppervlakte aanmerken van 't
Weftcn naar'c Ooften, verdeelen zy zc in jöo Deelen of Graaden
van Lcngte, welkezcervcrfcheelendczynvandicvanßreedte
i dewyl icdct Graad van Brecdte altyd de zelve proportie hccfc
in degancfche uirgeftrckclicid van zyne kleine Zone, welkc^om
cigenclyk tc fprceken, cen Kring van cen graad breediSj endat
jeder Graad van lengte, aaneemerkc in zyne uitgenrckthcid.
zynde van decene Pool tot aan de andere^ in zyn middenbreed
is, en aan zyne uiteindcnpuntswyzetoeloopt, zyndenicc breed
als op den Evenaar, vanwaarzyzich verengen nadercnde aan de
Pooicn, daarzeincenpuntcindigen.
S- ?• De Geographiften, welke wy gczegt hebben dar de Aftronomiilen
hebben gcvolgd in het ftellen van den Evenaar tot
Ecrftc Kring of Paralel der Breedtens, hebben zieh ook bcdicnd
van hunne Meridiaanen tot de Lengtens.
Maar dewyl de Afhonomiften cot noch toe nictsinden Hemel
hebben gcvonden 'c gccn de Ecrftc Meridiaan bepaalt ^ zyn de
gcvoclcns der Geograpliiflenalcydzect verdceld ge^vecft noopcnde
de plaats daar men de fcerftc Lcngte kan vcftigcn.
De Wefterlingen Van ons Vaftländ en de Arabicrs hebben ze
geplaatft aan iiec Wefter uireinde van licc zelve, vanwaarzydc
anderes van 't VVcften naar'c Ooften rckencii. De Ooftcrlingen,
eil voornaamentlyk de Indiaanen, hebbendeeerneLengtegeve*
fligd in't middcnvanonzcHemisphercbYeenScadgclcgenop90
Graaden vande eeiicen deanderePool, dac'sceze^enonderden
Evenaar, welke Stad zy ook gepretendeerd hebben 50 Graaden
Lengce van ieder uiteinde van ons Vaftland afeewyderd ce weezen,
tc weeten 90 Graaden van de Wefter, en weSr andere 90 van de
Ooftcr Kuften. Daar na, gantfch in tegendeel der Wefterlingen,
hebben z y deze Ecrftc Lengte gevefltgd aan hec Oofter uiceinde
van ons zelve Vaftland, om, alszydeanderenrekenden, dcnatuurlyke
Order enden loopvandcZonce volgen. En hoewel deze
Order tc prefereercn zy , licefc het gebruik echtct ondet de
Wefterlingen die bekracluigd van van 'c Weftcn naat't Ooften re
Hoewcl de Wefterlingen altemaal ovcreenkomen in hec ftcllen
van de Ecrfte Lcngte in 't VVcften van ons Vaftland , zyn zc
echter zeer verfcheelcnde onder malkander noopende de plaacs
daar z y ze vcftigcn.
Ptoloracus cn de Oiidenhcbbcnde EerftcLengtegcplaatftaan
de (rt) Gclukkige tilandcn^ welke myn Vaderbcwcezenhecft
dcCanatifchctezyn.
Onder de Arabicrs volgcn de cenenPtolomcusj ende anderen
ftcllen ze aan de Kolommen van Hcrculcs, of deEngtevan Gibraltar,
kenige nieuwc Auteurs -willen ze ftcllen aandeTercereS} anderen
aan de Eilanden van CaboVcrde, aan Cabo Verde, aande
Piek van TenerifFe op de Canarifche Eilanden.
De Cafttliaanen willen zeveftiEcnteToledo, dePortugcezcn
re Lisbon : de Franfchen können het zclfde preccndecrcn wegcns
Parys; de Eiigelfchen wegens London ; cn aldus konnenallcdc
andere Natten de Eetfte Lengte in hunnc Hoofdftad fteilen.
Dcwyl nu alle deze gcvoclcns de eenen geen meergrond hebbcn
als de anderen, is dac vanPcoloraeusteprefereerciij vermits
hy zyne terfte Meridiaan, en by gcvolg zyne Eerftc Lengte,
plaatft aan de eerßc Landen 5 cn dat die Meridiaan , aldus gcplaacft,
aangcmerkt zyndcalsgched, dat 's tezcpgcnmethaare
vcrvulling, in haare Hemisphere het Code Vaftland beduic.
Waatom wy dan de Ecrfte Lcngte, of Eetfte Meridiaan , aan
hec biland Fero, het Wcfterfchfte van de Canarifche Eilanden,
plaatlen.
§ 8. De obfctvatie der Breedtens gefchicd met genoegfaamc
netheid zo door de Middaghoogte der Zon , als die der Vafte
Starren, welke de naauwkcurigftc is ; 't geeamcnmoctverftaan
op het Land: dcwyldeobfcfvacicj dieraen'erverfcheideneroaa-
Icn wegetjs een zelve Plaats moet maaken, wel te kennen geeft
dat de obfervatien der Breedtens. opdeZcegemaakt, nietzeer
net können weezen, noch met alle de vcreiichte naauwkeurigheid
gcnomcn , vermits zc maar ccn maal al vaateiidc genomen
zyn, cn opecn pUatsdieniecvaftis.
§ DeAfttonomiftenhebbentotbiertoegeptetendeerd,dai;
de Eclipiender Zon en der iMaan de Lcngte naauwkcuriglykkon
reguleeren: maar dewyl de Geographiften daar alte veel gebrckcn
in crkcnd haddcn, hebben z c by eryatenheid de Kcisdiftantienvcelzekerdcrgevonden
De Heeren Aftronomiftcn van de Koninglyke Acadcmie der
Weetenfchappen precendecren de Lengrens te regulecrendoorde
Eclipfen der Wächters van [upicer. Hun verftand indie matericn.
cn hunne gtoorcnaauwkeurigheid moeten ons hec gelukken
van die onderneemingdcen verlioopen.
V I I I . H O O F D S T U K .
Verdeelmg van de Offtrviakte en 4e Soliäileit der Aardkloot
door de Maate».
Ewyl de gchecle omring der Aardkloot, genomen
_ _ op cene der Groóte Kringen, 't zy datzegcnomen
werde door de Brecdte , of door de Lcngte , van drie honderd
fertig Deelen of Oraaden is, hebben de Geographiften, ten navolgtnge
der Gcometriiicn , welke, na de gantfche Kring in drie
honderd fcltig Deelen vcrdeeld tc hebben ^ ieder van die Deelen
weder in fcftig andere vcrdceicn,, ook ieder van hunnc Graaden
in fcftig Minuten verdecld , en verdeelen elke Minut weder in
fcftig Deelen, daar zy den naam van Geometrifche Paffen aan
hebben gcgeeven, tcr oorzaak dat zc dienen tot hec raccccn van
de Aarde
hlkc Geometrifche Pas beftaat uic vyf Geomecrifchc Vocten.
De Voec bcftaac uic twaalf Duimcn,
De Duim uic cwaalf Linien.
En de Linie uic twaalf Stii pei.
'c Geen wy alreedts wydloopig genoeg aangemerkt hebben in
het Gebruik der Kaarten,, 4. Hoofdft. 4, van hececrfleDecl
dczer Inieidinge, alwaar wy hebben gezegt, datde Graad, aldus
verdecld in fcftig Minuten ofduizeiid Geometrifche Paffen,
den Geographiften toc fondcmcnt cn regcl dienr om de uirickcning
vanailcdcfoortenvanKcismaaten. Grootc, Midiielmaaiige, of
Kleine van alle de Landcntc maaken, En
(») hiuU hríHn'i*.
T O T D E ü E
En dac de Maaten, hoe verfcheidcn de zelve ook möge iuveczen,
door her middel van her getal der duizcnd Paflen uicrckenencie,
de Graad bcgryptfeftig GemecncMylcn vanltalien.
Acht-cn-veertig Gemcenc Mylenvan Engcland.
Vyftien Gemcenc Mylen van Duitfchland.
Twintig Gemeenc Mylcn van ! olcn.
Tien Gemccne Mylcii van Hongaryen.
VyC.en-t®intig Gcmeene , dartig Weine, a twintig Groote
Licúes of Mylcn van Vrankryk.
Zeventien en een halvc Lieues van Spanjen,
Twaalf Lièuô van Swedcii en Switleriand.
Tachtig Wocrften van Muskovien.
Twintig Facfangen van Perfien.
Vyf.cn.tftiiicig KoíTcn, cn cwïialf irti ccn halve Goflen van
Indien,
Twee honderd vyfrig Ly s , en vyf-en-twincig Pus van China.
Twintig Reismaaten van Japan.
Twincig Uurengaans.
En dat dczclvc Graad begrypt omtrentdrie Stacicn.
En de waarde van twee Dagrcizen,
Vermits nu de duizend Geometrifche Paffen de rcgcl van alle
Reismaaten zyn, zullen wy 'er ons hier af bedienen om de Maat
der Aardkloot tc gceven.
S. 4. Gelyk de Aardkloot een vaft Ligchaam is, begreepen
onder een eenige in allen zin volmaaktelyk ronde Oppervlakte,
vind men daar vier dingen in aan ce merken.
I. De Oratiiig.
I. De Diamcccr.
3. De Oppervlakte.
4. Ende Soliditeit.ofLigchaamclykhcid.
't Geen men gemakkclyk ten naaftcn by zal können faepaa-
Icn, na met de Gcometriften aangemerkt te hebben dac
Alle Circumfcrentic of Omring ten naaftcn by ten opzichtc
van haare Diameter is op den voet van zi toc 7. en meer aande
geheele naauwkeurigheid f tot noch toe onbekend) naderendc,
op den voet van $55 toc 113.
Dac de Circumfercntie met de Diam'
de Oppervlakte der Aardkloot vind,
En dat her Dardc der Oppervlakte
:r multipliceerendc, men
stdeHalvediameter,
de geheele Oppervlakte met hec zesdc deel der Diametct multipliccercndc,
med de Soliditeic der Globe wect.
Die vaftgefteld, en de Omvang der Aardkloot van 3 i o Graaden
zynde. zal zc van i i ß o o Minuten of Gcmeene Mylcn van
Ica lien weezen.
De 'Diameter is van 687ö'j van die Mylen, ofdaaromtrent.
"De Oj'J'ervUkte väü 148, j 10, 800 vaadiezcivevierkanrige
Myl cn, welke zo veel vlakcens van een My l lengcc en brcedte
De ÌflMVi/i van 170, 1 8 1 , 6 0 0 , 900CubifchcMylcn, dat
's tc zcggcn zo veel Vierkante vafte Maflèn of Kiorapen van een
Myl lcngte, breedce, cn dikte.
§. 3. Nu zal men gemakkclyk door die Mylen, of door de
gchccle Graad, alle de foorcen van Maaten, daar wy hier bovcn
gewag af hebten gemaakr, können uictekenen.
By voorbceld , zo men die uicrckcning wil maaken door de
anktyk, waarafvy&en-cwincigcenGraad
le Lieucsi
maaken,
Zal de Omvarig d
weezen.
De 'Diaineter van
De Offerulakte v
De Soliditeit van
, Weshalvi
• KAardkloot net van 9000 van die Lieués
1864'. en een wclnig meer.
an 25, 781 , 7Î0.
Ii, ¡10, 188, «4?! , ofdaaromtrent.
. . men in 'c algemccn kan zcggcn, dat de
Aardkloot in denOmrwg hecit zes honJerd ccn-en-twintig duizcnd
Geometrifche Paffen of Gemccne Mylcn van Italien , cn
ncgen duizend Gcmeene Licui-s van Vrankryk.
Dal de OppcrvUkte der Aardkloot begrypt omtrent honderd
acht-cn-vcectig cn een halvcmillioencnduizenden Geometrifche
Paffen of Vierkante Gcmeene Mylen van Italien, en vyf-cntwintig
cn ccn halvc milliocnen Gcmeene Licues van Vrankryk.
Dat in de ,S'p//d'//fiideczelveAatdklootbegreepen zyn honderd
feventig milhocneii millicencn honderd cen-en-tachtig milliocnen
duizendcn Gcometrifchc Paffen of Gcmeene Cubifchc Mylen van
Italien, cn twaalf milliocnen milliocnen drie honderd tien milliocnen
Gcmeene Cubifchc Licues van Vrankryk.
§. j. De Oppervlakte en Soliditeit des fVaters ofzonàerlyk
ven de Aarde aangemerkt.
Gelyk de Maff'a der Aardkloot te famengeftcld isuicAardecn
Wster, zo in iiaarc OppervlakccalsinhaareSoliditeit. zoumcn
en hunne Offervlakie en hunne Soliditeic afeondcrlyk können
aanmerken, om^doordezclretefamente vergelyken.tennaaftefi
by te oordcclcn hoe veel de ccne dcandcrc in quancitcitte bovcn
kan gaan, indien alle de Landen bekend waren , en dac de Zee
niet ongelykin haaredicptcwas.
Hoewcl het Magcllanifchc Vaftland nict t'ccnemaal ontdekt
O G 11 A P H I E. 27
z y , en dac hec ook evcn zodanig zy gelegen mec de Noordet
Landen, doen de Globen cn Wercldkaartcn ons echter oordac-
Jt:n dat'cr ccn naaftcn by zo veel Water als Land op de Oppcrvlakte
der Aardkloot kan weezen. Indien deze gclykhcid net
was, zou de Oppervlakte des Waccrs weezen van 74 , »5 ^ ,
400. dac 's te zcggcn vicr-cn-feveniig milliocnen duizendcn
Geometriftthc Paffen of Vierkante Gcracenc Mvlen van Italien,
'
Wacde Zee belangt, haarediepceisgenocgßambckendbyc/e
Kuften : maar om de waarhcid ce zcggcn, de zelve is niecs ccn
opzichtc der groote uitgcftrcktheid van het overiee der Z e e ,
waarafde dieptconbekend is.
De Stuuriicdcn nocmcn de Zee zondcr grond als zemcer dan
twee honderd vademen dieptc hccft, Ecfiigen beweeren , dat de
zclve zieh niec bovende vyf honderd vademen ftrekt, dat 's te
zcggcn omtrent een halve My l of vyf honderd Geometrifche Paficn.
Doch men heeft by verfcheidcne ondervindingen geoordeeld
, dat de dieptc op cenigc plaatfen van mcec als vier duizcnd
Gcomccriichc Paffen was,
Maar onderfttld zyndcdatde Zeeoveral gelyk cen Myl dieptc
hadde, zou ¿uSalidiieit des Waters weezen van omirent74,1
400 duizend Gcometrifche Paffen of Gcmecnc Mylcn van Italien.
De Aarde heeft byna ovcral zoveel dikteals haate halvc Diameter,
uitgezondertdcplaacfendaardcZeeis. welkewyond.rueld
hebben ccn Myl dicpcc ce hebben, zulksdat 'er , wjnacec
mend e z e 7 4 , i f f , 400 Cubifchc Mylcn der Ze e vandccoralitcit
der Soliditeic van de gchecle Aardklooc aftrekc, welke wy
gczegchebben te weezen van 170, i 8 t . öoo, 900., zaloverblyvcn
1 70, 106. 7 4 Î , 500 Cubifchc Mylen voor de Soliditeic
der Aard«.
Aldus zou de Aarde voor omtrent vier-en-feventig millioenen
Cubifchc Mylcn, welke hec Water zou mögen hebben, wanneer
men een My l diepte aan de ¿Tee gaf , meer als honderd en fevcnlig
millioenen milliocnen honderd zesen ecnhalvcmillioenen Cubifchc
Mylcn hebben,
N A T U U R L Y K E
GEOGRAPH I E,
Df
A L G E M E E N E V E R D E E L I N G E
Van de
Offee'vlakte der -¡Aardkloot in tAardt en Water,
HUNNE O N D E R V E R D E E L I N G E N
Na dat ze of vcrdeeld zyn in Groote en Kleine Deelen, ofdat
ze vctfcheelend« cn nacuurlykcr wyze van malkander
zyn verdceld.
E E R S T E J 5 0 E K .
I. H O O F D S T U K .
§, I. AliemceneV-erdtelwgen van de Aarde en het
fVater.
OP de Oppervlakte der Aardkloot ontdekt men niecalsAarde
en Water.
De Aarde cn het Watet zyn ieder van geen een ecnig ftufc,
maar in vcrfchcidene Deelen of Porticn de cenen van deanderen
afgczondcrd.
De groote Deelen of Porticn dec Aarde worden Vaftclandcn
gcheeten, cn de kleine Eilanden,
Men noemc Zee of Oceaan de groote Deelen des Waters j c n
de kleine worden Mcircn cn Rivicrcn gchceccn.
Gelyk deze Deelen of Porticn van de Aardeenhct Waterzich
op ccnige plaatfen in malkander voegen en dringen, alzoontfluiteil
en fchciden ze zieh op andere plaatfen van malkander af.
§. t. De Aarde kan aangemerkt worden
Ecrftelyk, na dat zc door de Zee in groote en kleine Deelen
verdecld is,
Ten twecdcn , na dat ze zieh met ftrooken landrs in de 2 c e
uitftrekc, of daar door beflooten word.
Ten darden, na dat ze door de Ze e befpoeld word , of daar
af ontflagen is.
De eerfte Aanmerking vcrdcelt ons de Aatde in Vafielanden
en in Eilanden,
G 2 De