
ï Ki L E I D I N G E
ExarchfchaP is de Grickfclic haam wa a r a fdcLa tynf chePr imantfchap
is. De cctfte word gcbruikt in •cOoften, cndetwec)
c in 't Werten : en onder <ieze benaamingeti vetftaat men een
LiRcliaam tc famcngcftcld yan verfclicidcnc GeeftclykeProvincic^.
waar af de gccn, die 'er de befticring van hceft. Exarchus
of 'Primas , dar 's tc y.cggen Ecrllc, gcheeteft wocd.
De Kcrk zieh bcdicnd licbbcndc van de zelvc Provmcien opßcrcdit
in hct Keizerryk. hccftzy zieh vcrnoegd mcidennaam
van Kirkciyke of GetHelyke by dien van Trovmcif te vMgen .
oni tc kennen te geevcn dat de Jucisdiflic verrdieelende was
van de Tydclykc ot Wcreldlyke. hoewcl de Landfchappcn de
Dcwyl de Eecfte Stad ondcr de voornaamftc Steden van elke
Provineie K^etroPoltiaane. d a t ' s te z e ^ e n MeeftcresofEcrfte
Stad eeliccten wiecd, wierd de Eiirdiop daar af Metrofoluam
ceniimd, 't secn zeggc. v.il BiiTchopvandcMeefteresofKerfte
Stjcl : cn federt hecft iiy den naam aangenomcn van y^-'Ttsbißchof,
als of men zeidc Ecrilc Biflchcp , te wceten van de
^"^oTlcrden naam van BlsJotn vcrftaat men de uitgcarcktheid
svelke behoorc onder de Gceftclyke lurisdiftic vancen B.flchop:
en dic naam bctekent Opzicnder of Wacbter.
De uitgcftrektlicid der Aectsbisdommen cn Bisdommen Word
gelicetcn Getßelyh 'Dwcefe; zynde de naam van Diocefe tegenwoordig
zo wcl in gebruik aisccrtydts om een Wereldlykejunsdiilie
ce bctekenen.
9. De Dioccfen der Aertsbisdommen en Bisdommen worden
vcrdecld in Aerlsdiakcnlchappai. , . „
De t^ertsdiakenfchappen worden weder verdeeld in Raraale
'D'kenfihaopen t^ertifriellerlcbappen.
Dezc T>:kenfchapfin of Aertsprkßcrjcha^ien begrypen een
cctal van •Päroch'm. , ,
R i o . Airtsdiakenfchaf is de naam dien men geeft aan dat
Deel van een Diocefe ftaandeondcrdebezichtigingoflictbezock
van een Aerisätaken , dat 's te zeggen Eerlke Diakcn , en die
gemecnlyk retfclicidene Dekcnieliappcn of Aertsprielterlcliappen
onder hcm heeft.
Rur aal 'Btktnfchap of Airtspriefierfchap zyn het z c l fde .
willcnde zeigencen uitgeftrektheid welke verfchcideneParochien
ofPndleifchappcnbegrypr. wa a r a f d e zorg toevertrouwd is
aan een der l'riefters daar men aan verfcheidene üorden den
naam van Acrtspriefter, becckenende EerftePriefter, aangcefc,
cn dien men eiders (o) Deken noemc. geiyk of hyme t meerdan
tien andere Ptiefters onder zyne bcftiecing l u d , lioewel 'er fomtydts
minder en Ibmtydts veel meer als die getalzyn.
Onder den naam van Tarochie verftaanwy een Kerk waar
van de Priefter, dic'erdebeftieringafhecft , (Ä) Curegenoemd
Word, v a n h c two o r dCs r a ' t g e e n z ü r ^ b e t e k e n t i welkebenaaminc
men aan dezc foorten van Beneficien eecft wegens de zorg
die de Prieftet moec draa^en voor de Gecftelyke Beftiering van
hct Volk zyncr Gebuurfdiap 't geen hem loevcraouwd is ret
Nvetke oorzaak de uitgeftrekthcid dczet Priefterfehappen SP.vöchi!
gehccten word, bcnaaming dic in 't Grickich betckent Gr-
''Ecni'^^Parocliienhcbbcnooknodi, ter oorzaak van hunnen
crootcn omvan«, tot bcr gemakdes Volks eene ofmeerder Kerken,
die men noemt C O » • ^ v « / ^ . FUlette. Amexe, Vicairerie,
eiiz. volgens de Landen, cn die men in Bretagne Tfi/i-e
1 r Bchalven deze Geeftdyke Waariigtieden, flaande de
e c ^ n onder de anderen, tot de Gecaelyke beftiering des Volks,
zvn 'er noc\\ verfcheidene anderen welke maar eenige Gemeenfchappen
betreffen , gelyk als de Capiue/en, de t^Odym, de
TrioorfchaPpsn^ de Commanderyen, cnz-
De Capirrele» zyn zckere Coilegien of Vergadermgen van verfcheidene
PrieRcrs die men Kanonniken noemt, dat 's te zeggen
Reanlieten , ter oorzaak van zckere Rcgelen welke hun voofgefchrecven
zyn, cn waar af hct Hoofd gemcenlyk -Dekcn word
^"^Dcze^Capittelcn zyn tweederley. i. van icCathedraaleRtriea,
dac 's te zeggen van den Scod der Aertsbiflchoppcnen ßisfchoppen
^ en 4. van de Collegiaale Kerken . welke her Genicen
gewoonlyk kencondcrde bcnaamingcnvan®ii(fn/f/M/'/><f«.
IbrelorieTlcbnppen y Trevooftichappen , Zanger/chappen, cnz.
ter oorzaak dat onder de Hoofden dezcr Capitrelen eenigen genoemd
worden inActe Thrc/oriers, Trevoolten, Zanters
cnz en zelfs geeft het Gcmeen den naam van Kanonmkßhapxoxidat
onderfeheid aan alle de Capictden , ter oorza.ik
der Kanonniken daar de zdve uit beftaan.
De naam van t^bdy komt van dien van i ^ b t , welke Vader
hetekcnc. een naam dien de Ooflerlingen gaven aan de Hoofden
der Klooftcrs. En hocwd de naam van Abdy maar fchynt te
vocen aan de Kloofters der Mannen, hecft menz c echter 00k
vcrßheidenc Klooftcrs van lict ander Geflacht gegecvca, waaraf
Ca) Van ha l4iy«/<i«'«9r^DcanBS, « rf; vi«Decem9/Ticn.
(i) Uy de Fraiilchen; 't gccn by de Holländers mci hct wootdvan ß«ir/ir uilßcd:
ukttou können worden. ,„ , ,
(c; Fra«iiki il•uanl'm¡i^, itlektncndi Huipkeckcn,
de Ovcrftinnen Abdiffcn w I. Sedete ÎS de naam Vau
ir het eenen hctander Gegend
Abdy een Tytei van Waardigliefd v.
ßacht geworden > voornaamcntlyk in Europa,
Men noemt 'Priocrfchatpen de Beneficien waarafdegeen,die
ze bczit, d e nTy t d van PfMorvoerc.
De K^biyen zyn of Reguliere , dat 's tc zeggen waar af den
Abt van de zdve Order isals de Ab d y , ciCommendalaire,
.waar mede men wil betekencndat ze doorWereldlykenbezetcn
worden. Ecnigc Abdycn zyn gefecularifeerd of wereldlyk gern
aakt, cn vcrandcrd in Capitcelen > en Coilegien van Kanonniken,
«
bedici
waar af het Hoofd echter den Tytei van Abc aanneemt.
De Trioorfcisappen zyn mede Reguliere oiCommendataire.
En onder de Commendata/rezyn de ccncn Cmvearueele , en
hebbcn Kboftcrlingcn} cn de anderen worden bloote Trioorfchappen
gchceten, om da c ze gcen Monniken hebbe«.
DiizT.yn'l'rießer.Prioorfchappen, dat "s tc zeggen Priefterfduppen
dic den Tycd van Prioorfchap voeren; 'cgeen daar van
dnan komt ^ dac dezc Priefterfchappcn afliangende warenvaneenige
Abdy of Prioorfchap,cn bcdicnd wierden door twee of drie
Monniken, waar a f d c gccn, die methctPriefterfeliap voorzien
was, den Tytel van Prioor aannam. f n wy zien noch tcn huldigen
daee verfchcidene Priefterfehappen en Parochien aflianinde
van de Order van Ü Auguftinus cn der Premonllrcnzen
icnd door Monniken van de zdve Order.
Onder den naam van Commanderyen verftaat men niei alle de
Bcneficien die in (_a) Commandc zyn ; want in dien zin zyn de
Abdyen en Prioorfcbappen , welke in Commande zyn , Commanderycn
: maar allcenlyk zckere Beneficien blooceiyk Comnianderycn
geheeten. waar af de eenen toc dezen Tytel zyn vcrhevcnvoor
verfcheidene foorten van Militatre Nidders, endeanderen
voor eenige Orders van Geclidyken.
I I . Onder den naam van A/öwwiwibcgrypc men inde gantfche
Chriflenheid generaalyk alle de Orders dei- Gecßchken : en
hunne Huizen worden zondcr onderfeheid gcnocmd Khoßers,
Conventen, Hui sen.
Maar dcwyl onder deze Orders de eenen mec Inkomften voorzien
zyn , de anderen van den Bcdelzak leeven , en dat eenige
anderen maar Congregatien of Brocderfeliappen zyn . aar af
fommigen geen Gdofcen doen; kan men ze aanmcrken volgens
hit Ecen wair in zy zelve zieh fcbynen ce onderfeheid e n . i.
in Monniken, 2. iti Beddendc Ge c f t d y k e n , cn 3. in Klerken.
I. Motmik {Monachus) wil zeggen Eenzaara. De Monniken
zyn mcc Inkomllen voorzien j en hunne Wooningen worden (¿»)
Klooftcrs {Monaßeria) gcbccten, betckenende HuizingofVergadcring
van Monniken of Eenzaamen, Ook waren 'er in de
cerfte Eeuwen geen Kloofters als in de Eenzaamiicden cn Woeftynen.
maar tegenwoordig worden die Huizingcn evcnwd mcc
dien nacm genoenii, hoewcl ze in of by de volkrykfte Steden
geüicht zyn. ZyBebfaen altemaal den T y t d van Abdycn en
PtioorycHj gelyk wy hier voor rccdts aangemcrkt hebbcn.
BeJel-Monnikcn zyn de geencii welke by de huizen gaan
bedelen , waar onder fommigen eenige Inkomften hebbcn, co
anderen niet mct a l , beftaande maar uit de Aalmocflcn. Zy
noemen hunne Wooningen ( f ) Conventeo, dat 's ce z e ^ c n
De Kkrken 2yn als Gemeenfchappen van Prieftcrs welke
in Socieceit of Brocderfchap leeven. Men hceft 'ervan cwederley
Iborten: de eenen doenGeloften : endeandetcnlecvenmaar
in bloote Brocderfchap, cn doen gcen Geloften. Beiden noemcn
ze hunne Woonplaatfen Huizen.
S- i ; . In de Cliriftenheid zyn verfcheidene Huizen voor de
Armen opi»erecht. Dezc Huizen worden in 't algemeen HofpitaalenofGaflhuizcn
gcnocmd; waar af eenigen bloocelyk dien
naam voetcn > anderen Wceshuizen, Aalmoencniershuizen, Dolhuizen.
cnz. genoemd worden : maar wdkc naamen men 'er
ook aan möge gcevcn, zy können cot achtderhande foorten gcbragc
werden.
1. VoordegcncezdykeZiektens: ». Voorde ongencezelyke.
3. To t her onderhoud dct oudc Licdcn: 4.. Om de arme Dochcers,
welke buiten dienft zyn. voorcenigcdagcn inteherbcrgen:
f Om de Bcddaars en Doennieten in op re ftuicen: 6. Toc de
opvocding van der Armen Hinderen: 7. Voor de Vondelingen:
8. Voor de onbekwaame cn verminkrc Soldaacen. Daar waren
eertvdrs Hospitaalcn voor dcMdaatichen ofLazaruiTen.bekerid
onder den naam van Lazarushuizen : maar na dat deze Zickte
vtrdwecncn i s . zyn die Hofpiraalcn in Vrankryk vcrandcrd
in Militaitc Commanderyen voor de Kiddcrotdcr van S. La-
S Ü S S
T O T D E G E O G R A P H I E . 13
De Generaalc Wcrcldkaart word gcmccniyker vcrbedd in twee
Ronden, als opdcanderewyzcn,
Alle dc anderc Kaarten, welke ecn gedecltc derOppcrvlakte
van dc Aardkloot, 'czyGcneraaiofParciculicr^ vcrtooncn.zyn
gemecnlyk vicrkanc.
De Geiieraale VVerddkaart verbeeld deOppervIakte dec Aardkloot
in "t Plat, volgens de Rcgckn dcr (a) Gezidifkundc, en
als of icdcr ( i ) Halfi-ond (i) binncnwaarcs hoi was , hocwel hcc
bolswyzc rond zys waar vandaan hctkomt, dachctmidden
van ieder Halfrond.ten opzichtc dcr uiteindcn ingekrompen i s ,
zynde Iiet tegcndcei van' t geen hcc oog onrdckc wanncer lictdc
Klooc of Globe aanmerkc, welkers midden zichgroocer voor hcc
zelveopdoctals deuitcindcn. ter oorzaikvandcbolswyzetondheid
dcr Klooc.
§. 4- Om zich niittelyk van de Kaarten te bcdicnen, moct
men'crafzonderlyk in aanmerkcn . 1. 'c gccn tot dc Aftronomifche
Geographic behoorr, i. 'c geen dc Natuuurlyke Gcogtaphie
bcttcfc, en 3. 'c geen de Hiftorilchc Geographic aan.
V I E R D E B O E K .
I. H O O F D S T U K .
Va» h:t Gebrnik der Kaarten.
(a) d<r inkmißta va» et» Gttßtlfi OwfjSf« Miitt»wriUlj'iPer'_
foc».
(i) Van hci Latynfch »ootd Cl.<„flram.
(0 Vau Ii« Laiynfeh wootd Cnvcaim.
^ E L Y K de Geographifehe Kaattcn met zeketc Karakters
of Merktckenen de voornaamfte zaaken der
Oppervlaktc van de Aa rdkioot , dac 's te zeggen van de Aarde
cn her Wa t c r , vertoonen , moct men eerftelyk weeten op wac
manier die zaaken aldaac vcrcoond worden , om vervolgens in
de genocmde Kaarccn ce können aanmcrken 'c gcen 'er alle de
dcdcii der Geographie in bctreft.
1. De Aarde cn de Zce zyn daar in van malkandergcfchddcn
met Schaduwen, wctkc dcKuflcn decLandenvandcnOevcr
der Zec ondcrfcheiden.
Op de Aarde zyn aangeweezen de Steden cn voornaamc
Plaatfen. Bergen, BoiTdicn, Rivicrcn,Brüggen,Meiren^Mocraflcn,
en de uitgcftrckcheid der Landen.
In de Zce zyn aangeweezen de Banken en Klippen.
Dc Steden zyn in dc Gcneraale Wereldkaart van een enkdd
Blad gecekcnd met ecn Hegte ronde G. In de Kaacten der Aardkloot
van verfcheidene Bladen, en in die van dc vyf Deelen der
Wcrdd van cen of meer Bladen is de Ode r voornaamftc Steden
vergroot met eenige Toorns. In de minder gcneraale Kaarten,
als van eengrooc Geweft of ecn groot Koningtyk, daar verfchei.
dene Steden in vergrooc z y n , zyn de Hooffteden van de andere
ondcrfcheiden door hunne grootte, In de Kaacten van een
Landfchapvaneen Blad, daar alle de Steden in ftaan ^ zyn ze
ondcrfchcidcn door vcrfchcidcnc groottcns. in Grootte. Midddmaatigc,
en Kleine: cnindeparticuÜereKaarten, bcgrypende
alle de Parochien . zyn dc Groote Steden gemcenlyk aangeweezen
in 'tPlac, of wel zeervcrgroocmeivcrfeheideneToorns
en Kloktoorns, en dc andere Steden na proportie. DeVlekken,
daar Markten z y n . worden 'er grooter vcrbceld als de flechte
Parochien: e n d e Dörpen, daar men Parochien heeft, zyn aangeweezen
mec ecn Kloktoorn met een Ktuis'etbovenopizynde
de andere Dorpe«, daar men zulks nict cn z i e t , maar fleclitc
Dörpen of Gchugten.
De Bergen worden verbecld met cenfoorcvan ecn groote A.
dic zich oiider aan heel wyd uitftrekt, gefchadowd aan de eene
kant mec kleine baartjcs, om het hangen der Bci^cnaan ce wy-
De Wouden enBoiTchen zyn'crvcrbceldmechoopenvanklcincBoomtjes.
De Rivieren zyn de Linien welke flangs\\7ze loopen.
Dc Brüggen worden aangeweezen met twee paraleile kleine
Scrcepjes, dwars overdc Rivierenhecngetrokken.
Dc Mcircn zyn gcfehaduwd tescn het Land aan mec zodanlge
Arcecringen als dc gcenc dic de Aarde van de Zee affcheidcn.
Dc Moctafien worden verbeddmctkleinewolkaohrigc.^crecpjcs
vermengd met eenige Liezen en diergdyke VVatergroentc.
Dc uitgeftrekthcid der Gcweftcn, Landfehappen, of Jurisdiifiicn
is beflooten binnen Stippen , welke dc zelve van de gebuurige
onderfcheidcn, en doot dac middcl de Landpaalen aanwyzen.
Dc Grenzen van al bet Land in 't algemeen 't geen de
Kaart verbecld zyn gemccnlyk groote Stippen 5 cn de Subdivillcn
of Oridctvccäviingcn in Provjncien oi Jurisdiilicn zyn kleine
Scippen.
In de Zce vertoont men de Banken met Zandftippcn, om dc
Zandente verbcclden.
En de Küppen zyn 'er aangeweezen met kleine Kruisjcs in de
gcneraale Kaarten.- maar in de particulierder Kaarten wordende
bloote of oncdcktc Klippen aangeweezen met Klippunccn, cn
die onder het water vcroorgen zyn mec kleine Kruisjes.
In eenige particulière Kaarten der Bisdommen zyn fomtydts
aangeweezen Windmolcns. Watcrmolcns . en Waadplaatfcn.
De Wa.idpiaatfcn worden aangeweezen mc t vyfofzcsachccrvolgende
Scippcn in cen rechte hnic dwarsovcr dcRivier.
De Windmolcns worden vctbcdd met cen S. Andricskruis op
ccnftaak.
De Watermolens worden aangeweezen mec cen ronde O in het
middcn gekruift.
§. 5. Dc Kaattcn. daar dcze dingen aldus in vcrbceld zyn,
worden Gcograpliilehc Kaarccn gehcctcn.
Zy zyn Gcneraale of Parcieuliere.
De Geosraphiftcii , gdyk wy alrcedts gezegt hebbcn in hec
• Hoofdftuk van het z"*'. Bock, verftaan onder den naam van
t
leraale Kaarten niet allcenlyk dc Generaalc Wereldkaart.
maar ook de geencn die cen gchccl Geweft of Land . daar nict
dan de aanmcrkclykfte zaaken in aangeweezen zyn, in cen kort
begrip verbcclden.
En zy nocmen Particulière Kaacten de gecnendaar alle de
Dörpen, wdkc Parochien zyn, inaaogcwcczcn worden.
I L H O O F D S T U K .
Van de zaaken welke de .^ißronomifche Geographie in de
Kaarten aanmerkt.
S- T ^ E Aftronomifehe Geographie aanmcrkt in elke KaarC
i J d e vier CardinaalcofHoofdpunten.cndeGtaadcnvaii
Breedtc en Lengre.
§. 2. Onder de vier Ca rdina a l cofHoofdpunt cni sdeNoordpunc
de gecne waar na dc Gcographiften alle hunne Kaarten richten.
Zy wyzen of moctcn daar in aanwyzcn hec Noordcn om
hoog, hec Zuidcn daar cegenoveromlaag, hccOoftcntctrcchter,
en hec We f t en ter flinkerhatid.
IndcGeneraalcKaarc der Aardkloot IshetNoordcn aangeweezen
aan de Noord-Pool, als zyndchctzdfdc-.cnhccZuidendaarte -
gen Over aan de Zuid-Pool. Her Ooftcn en 'c Weften worden
gefchac op den Evenaar, het Ooftcn aan 't uitcindc van icdcr
Halffond, of Hemispharium, ter rccliccr, en hcc Weften daar
tegcn over ter (linker zyde.
In alle de Vierkante Kaarten word het Noordcn gemcenlyk
gefchrccven in 'c midden dec Linie die dc Kaart om h o o g , cn
hec Zuidcn in 'c midden der gecne welke dc z d v e om laag bepaalt,
het Ooftcn in "c midden der Linie aan de rcchter. eniiet
Weften in 't midden der gcenc aan de flinker zyde.
Men vemoegc zich fomtydts mec aan cen hock van dc KaacC,
voornaamentlyk in de Groote Kaarten . ecn fimpd Kompas of
cen groot Kruis te ftcllcn, welkcrs bovenße punc mec ecnLdie
het Noordenaanwyft, de punc daar cegcn overbec Zuidcn, de
punc ter rcchtec zyde het Ooftcn mcc cen Ktuis, cn dc daar tegen
overftaande ter flinker zyde het Weften.
De Kaarten, welke aldus gcfelwkc z y n , worden van hcc Gcmeen
Georicnccerd of Geöoft geheeten.
De vierCardinaalcofHoofdpuntcn. in dc Gcneraale Wereldkaart
aangcmerkc, dienen om te kennen te geeven opwelkcwyze
cen Geweft gelegen is ten opzichte van alle de andere Gcweften,
cn te leeren welke Gcweftcn cen opzichte van hcc zdve
cenOoften, welke cen Wc ß e n , cn wdkc tcn Noordcn en Zuidcn
zyn gelegen.
En in de Vierkante Kaarten , welke of een grooc Geweft of
een byzondcr Land verbeeldcn , tooncn ze ons allcenlyk naar
welk Geweft der Wcreld dc gebuurigc Landen , ten opzichte
van het geen 'c welk de Kaarc vcrbceld , gelegen zyn.
§. 5. De Graaden der Breedtc worden in de Gcneraale Kaatt
der Aardkloot aangeweezen op dcÄ^ring wdke ieder Halfrond
(Hemisphanum) bcfluit, o f z o g y 't aldus vetftaat opde twee
halvc-Metidiaanen welke ieder Halfrond bcfluicen. Dcze Graaden
zyn van ecn tot cen onderfcheidcn, de eene witendeandete
fwatt; zynde dc zelve ook aangeweezen . en op de zdve wys,
op dc ecnc en de andere lialve-Mcridiaan. Men rekenc ze van
den Evenaar af naar beide de Poolcn ncgentigaandkezyde. Dcwyl
men nu op ieder Graad niet en kan ftellcn de Linien diedczelven
onderfcheidcn , vctnocgt men zich mec zc van tien tot ticn
aan te tckenen , gdyk ook de Graaden van tien tot ticn uit te
rcekencn, volgens het gctal van dcGraadenhunnecafgcwyderdheid
van den Evenaar.
De Graaden der Lcngce in dc Gcneraale Kaart der Aardkloot
zyn gctekend ecn voor een op den Evenaar ten getale van drie
honderd fcftig, aangeweezen van tien cot tien , welke men rekenc
van ' t Weften naar 'c Ooftcn. De Linien of halvc-Mendiaanen,
die dc zelve vcrdeelen, zyn getrokken van dc eene Pool
tot aan dc andere, daar ze tcn einde loopen in een Punc, en
worden ook maar van ticn cot tien aangeweezen, omdcverwarring
ce vermydcn.
D In
It) ^^iyixn'»».
(c) Cmavas.
(d) CiW«»!.
U J
I i
i t