
20 I N L E I
Maaflj vermits die twee Planecten liunncn loop op dezc Linie
docnJc, docliopvecfclieidenewyzen, zieh fomtydcs ten onzcn
opzichtc geconjungccrd, enfonnydts gcopponeerd vindcn.
Dc tdipf is vail dc Zon gcbcurc wannccr deMaanmetdezclvc
in conjunftieis^ dat "s tc zeggcn als de Maaazicl» tuflchco de
Zon-cu OOS bevindj en dcEclipfisvan dcMaan, alszein oppoficicmecdcZoni$,
endathcc Aacdtyk zidi direftclyk cuiTciicn
beiden bevind.
De EcUpfis van de Maan is algemecn-, en alle de geenen. op
welker Horizoiitzy is. zien haargccciipfeerd : maar de Eclipfis
vandeZonismaar byzondcr. enniecdanvoordicgeencnwclkede
tiiiTdicnllcIling van dc Maan bei« dc Zorj meer of mindec re
zien; ziendc allcdcandcreiij op welker Horizont liy is, dcZon
geh L>c lend.
4. De Ecliptica door den Evenaar in twee gelyke dcckn verdccld
zyndc, wyft hec deel, "t welk zieh naar de Noord-Pool
ilrekt, dclangeDagendcrNocrdcr, cn de koiccder 2uidcrHemisphercaan;
en licrandcrdccl, 'tgeen zieh naar de 2uid-Pool
ftrekt, wyil aaii dc kotrc Dagen van dc Nootdcr . en dc lange
van de Zuidcr Hemisphere.
f . DcEcliptica vcrdecld invierdcclendoordeColuren, wyft
aan dric Tekenenvoor jeder vandcvierSaizoenendes Jaars.
De Noordcr Hemispbcce heefc voor haare Lente den nacn. den
Sriet. endcTweclingeni voor iiaare ¿iomcr, dcnKr e e f t . den
Lceuw. en dcMaagd; voor haarenHerfft. de WaagofSchaal .
den Scorpiocn, en den Schutter j eti voor haare Winter, den
Stecnbok, den Waterman, en de Vidchcn : en integendeclraaakendezedrie
laacfte TekenendeZomervatjdcZuiderHemisphere;
de Waag, de Schorpioen, en de Schütter haaren HerfiU de
Kreeft, dcLceiiw, endcJonkviouwofMaagdhaateWuiter,- de
Kam, dcSrier. endcTwcchngenlwarcLenre. Aldus, wamicer
hec Lciueiudeeene Hemisphere is, is lietHerfft indeandetCien
waimecrhcrZomcrindeeencls, ishet terzelvc tyd Winter in de
andere.
6 Dc Fcliptica fnyd de AardklooE in twee gelyke declen,
maar fcheefienopzichrc van den tven aar en de Pookn.
7. Wyil sail door de Poolen de Pol.iare Kiingcn.
8. Begrypr door haare fchecflicid al die gmtfche fpatie der
Aardkloot wclke.raen àtZona Torrida of Gczcngde Landllrcek
nocmt.
J 4. D E T R O P I C L
De Tropici zyn twee van de kleine Kringenwelkeop verfcheidcnc
tydendoordcZonaangeweezen worden, wan Deer hy door
de eerfte piinren van den Kreeft en den SteenbokpalTecrt. Dezc
twee Klingen zyn geiyk en parale! onder malkander en met den
Evenaar, daarzccvenver, reweeten omtrenci j Graadeoeneen
half,vanafftaan,
Z y worden Tropici geheeten vanhetGriekfchewoord Tf5T/,'t
geen Wedwkomf t betekent, om dat als de Zon aan de ecne of
de andere van dczeKringengekomcn i s , hy tc fugge deinft, cn
weder naar den Evenaar keerc.
De Tropicus, die zieh naar de Noord-Pool ftrekt. facet de
Tropicus Cancri, of van de Kreef t , om dat dezc Kring geformecrd
word m het eerftepunt van de Kreeft. Hy heetNoorder,
om dar hy in dc Noordec Hemispliere is, daar hy ook de Tropicus
vandeZomcrafiSj zynde tetzelve tyd de Tropicus van de Winter
in de andere Hemisphere.
DcTropicus, die zieh naar de Zuid-Pool llrekc. heecdeTropiciis
Capricorni, ter oorzaak vanheteerftcpuìurandat Tcken
in het wclk iiy gvformeerd word. Men gceft hem ook den najm
vanZuidcr, doch alleenlyk ten opzichcevan onzeNoordcr Hejnisphcre.
Wy noemen hem ook den Tropicus van dc Winter,
roajt alleenlyk ten onzen opzichtc, dewyl hy ter zelve tyd de Tropicus
van de Zomcr is der Hemisphere wcike wy Zuidcr noemen,
Deze Kringen worden ook Solßitia gehectcn. als of men zcide
Zonncftand, wegens dat de 2!'onzov^ einig voordert wannccr liy
aan de TropicinadertoPcrvanafwykt, dathygeduurcndcccnige
dagcn doordezelveplaatfenfchynt tepafTeeren. cn datdedagen
en luciucn noch toe - noch afneemen, maar ettelykc dagcn lang
in ecn zclven ftaat biyyen.
Geiirutken der Tropici.
1. De twee Tropici beiluiten ecn zekere fpatie diar de ¿Ton
nooi: over hccn gaat: en in deze f|«ticdoethyalledagen v.ynen
loop met cen ipiraalc of flangachtigc iinie. naderendc aan den eenen
cn dan weder aan den anderen 'i ronicus.
. Zy wyzenop de Ecliptica aan d^e twee punren daar dc Solili
tien geichie'dcn, wclke ons den langilen ciidcnkoiEilcnDag des
Jaars doci
3. Hi
^ cring van den Evenaar wyft aan de grootfte declinatie
vandeiTonnaardeeeneofdeanicrePool, wclke nietaU
tyd gercguiecrd is, maar gcmccniyk op j a Graadcn en jo Minuten
gcplaatft word.
4, ¿•ytciluiccn de Gczcngde of Hcctc Landllrcek {ZonaTor-
D I N G E
rida,) cn fchciden dezclve afvandeGcmaatigde Landfltccken
(^Zon'tTmperau.)
S. J. P O L A A R E K R I N G E N .
De Polaarc Kringen zyn twee kleine Kringen welke doot de
Pookn van den Zodiak of de Ecliptica rondom de Poolen der
Wcreld aangcweezen worden. Zy zyn gelyk en paralel onder
malkander, gcIyk ook metde twee Tropici enden Evenaar. en
zovcrreafgewyderd van dc Poolen der Wereld als de Tropici vao
den Evenaar zyn.
Die rondom de Noord-Pool i s , hect de Kring van dc Noord-
Pool : en dc andere word dc Kring van dc Zuid-Pool genoemd,
omdatzc zieh rondom die Pool ñrekt.
Cebntiken 'e Tolaare Kringen.
I. DczeKringen wyzenonsaan dc Poolen vanden Zodiak of
dc Ecliptica.
J. ZybenuitendeKoudcLanJftrecken {ZonaFrigide,) en
fchciden dc zelve afvan de Gemaatigdc ( Temperata. )
3. Zy befluiccnde Grootc Klimaaten. daar delangile Daeen
en langile Nachten van verfcheidencMaandcn z yn, cn Ichcidcn
de zelveaf van de Kleine Klimaatcn.
J. D E C O L U R E N.
De Coluren zyn twee Groore Kringen , wclke malkander
met rechte hoeken in dc twee Pooko der Wereld doorfnydcn.
De ecne heetdeColure deriBtjuinoilien , vcrmiiszydenEvenaar
cn de Ecliptica in de cerile punten van den Kam cn van de
Waag, daar dc^quinoftiengelchieden, doorinyd,
De andere word genoemd deColurc derSolflicien, wegensdat
zyde bcliptica ende Tropici, daar de Solftitien gefchicden , in
hct eerfte punt van den Kreclt en in hec ecriie punt van den
Stcenbok do or fnyd.
Gelyk deze twee Kringen gelicele Meridiaancn zyn, word di
Colure dcrjtquinofticn opde Aardkloot. en in dcKaartder Ovcrecnkomft
van deGlobemetde Sphere, aangeweezcnmetdcn
cerften Meridiaan, welke ontraoccworddeeertletcwcezenendc
iSo'K Graad vanLengte, dk onze OoacrfehcHemisphcreoraringen
; en dc Colure derUolfliticn met de 90*^. Graad van Lenate,
welke in'tmidden vanonzeOoftcrfcheHemisphercis, ende
170"', diein't midden der andere of Wefterfche is. Aldus doorfnyden
deze twec Coluren dc EclijJtica in vier gelyke deekn, ci;
wyzen de vier punten aan duatdc vicrSaizoenen des Jaars beginnen.
De naam van Colure komt van hct Griekfche Werkwoord
k«av«5 't geen zeggen ivil Hoor/nyäen , Vertninken, en ¿{à, 'c
welk Staari betckent ; zulks dat K«\«r{o? zo veel tc zeggen is als
Sraartd(,or/nyaer of òtaartajjnyacr. Dezc Kringen hebben dien
naam gekrccgen wegens dar de gcene, welke de bciiptica doocfnyd
ter plaatie daat ze zieh me: den Evenaar ontmoct, en die
dc zelve ircliptica doorfnyd daarzezich mctdeTropiciontmoet,
aan beide zyden zecr fchetpe Hoeken laaien welke Staarten verbcclden.
Gebruik der Coluren.
I. De twee Coluren doorfnyden de Ecliptica in viet gelyke
deekn, en yzen 'et aandcpunten daat de Äquino(äicn van de
Lente en den Hc r f í l , en de Sollliticn van de Zomer en dc Wint
e r , welke de beginfclen van de viet Saizocnen des Jaars z yn,
gefchiedcn.
Wat dc Noorder Hemisphere belangt, de Colure der Äqui -
noiVicn wyft hct .«quinoftie aan in hct begin der Lente in hec cerile
punt vanden Kam, omtrentdcn 21"". Maart} cn hct .ffiquinoilie
of begin van den Herfñ in her eerfte punt van de Wa a g ,
omtrenr den 1 1 ' ' " . September. De Colure der Solflitien wyf t
het Solfiitie of Iiet begin van de Zomer aan in hct eerfte puntvan
den Kreeft. omtrcnt den 11"'. Juny > cn hct Solftitie of begin
van de Winter inlict cerilepunc\an den Stccnbok, omtrcnt den
i i " " . December.
Maar noopcndc de andere Hemisphere, die wy deZuidernoemcn,
wyft in tcgendccl dc Colurc der Solllitkn het eerfte punt
van den Stccnbok aan voor het Solftitie of begin van de Zomcr;
cn het cerile punt van den Krcefc voor hct Solilicie of bccm van
dc Winter, De Colure der .ffiquinofticn wyft hct ecrllc punt
vandeWaagaan voor hetAiquinoftk ofbcgin van de Lente 5 cn
het ecrlVc punt van den Ram voor hct /Equinoftie of begin van
den HerftbhcbbcndedczctweeHcmisplKtcnaltoos dcSaizoencfl
tct zelve tyd tcgenftrydig.
D E H O R I Z O N T .
Horizont
wil zc%%Qr\ Bepaaldercf Eind¡<^er, aiskomende Vín
. , 't welk bccckent£í/tfa/l'» oíEindigen.
hccGfickícli
i S
T O T DE G E O G R A P H I E .
Daarz\-n twcedcriey Horizonten, de GcvocIigcofZichtbaa-
-re, cndcRat ionaakofRedclykc.
Men noemt Gevocligen of Zichtbaaren Horizont de Kting
wcike bepaalten eindigr'tgcclionsGczkhc, zyndevanallekanten
op het vlakkc veldvry, opde Aardekanontdekken,- endeze
Horizont is maar een Weine Kring welke hct gedeelte, 'tgeen
voor het Gczichc bloot ftaat, affcheid van het ander dat voor
ons verholen is.
Dc andere Hon zontwotd de Rationaale ofRcdelyke genoemd,
wegens dat hy nict bcgreepen kan worden als door de Reden. Deze
Horizont is een groote Kring, die totCentrum'hccfrdat van
dc Aardkloot-, tot Poolen, onzeZenithen Nadir, rondom de
welke hy aangeweczen word 5 cn die den Hemel cn de Aardkloot
in twee Hcmisphercn verdcelt.
Dc Horizont verändert na dat men van plaats verändert.
Hoewei "crzo veel Horizonten zyn alsZcniths. dac'stezcggen
als 'er ver/eheidene plaatfen op den Aardbodem zyn , zyn
'er echter maatdriederley; 1. de Kcchtc, 1. de Scheeve. c n j .
de Paralellc,
I. De Horizont is Rcchtals hy zyn Zenith in den Evenaar
heeftjdoordevierCardinaaleofHoofdpuntenpafleeri, en den
Evenaar in rechte hoeken doorfnyd,
a. Dc Horizont is Scheef Wiens Zenith tuilchen den Evenaar
en de eene der twec Pookn is , en «lie den Evcnaat in fchceve
hoeken doorfnyd,
3. De Horizont is Paralcl die tot Zenith de eenc der Poolen
heeft. en den Evenaar tot Horizontaaic Kting.
De Rcchte Horizont is aliccnlyk voor de gecnen, welke onder
den Evenaar woonen.
Dc Horizont is niet Patalel, als voor de geenen welke direilelyk
onder de twee Poolen zyn.
Maar dc Horizont isin't algcmeen Scliecf voor alk de geenen,
welke tuflchen den Evenaar en dc ecne en de aodere Pool woo-
Geiruiien van den Horizont.
1, Dc Rationaak of Redelyke Horizont van ieder Perfoon
dient om de Aardkloot te vcrdeekn in twee Hemispheren, waat
af de eene de bovenfte en deandere de onderfte geheetenword.
Í. De Horizont wyft ons aan de langte van den Artificicelen
Dag, zynde de tyd in welken de Zon zyncnloopoponzenHorizont
doet s gelyk ook de langte van den Artificicelen Nacht ,
zynde de tyd dien dc Zon onder onzcn Horizont verborgen
Die den Horizont Recht hebben, welke allcenlyk dc geenen
zyn die onder den Evenaar woonen , hebben een gcduurig Mquinoñic,
of evcnlanghcid van den Artificicelen Dag met den
Nacht. , tcr oorzaak dat dc Zon icderdagtwaalt'uurenophunncn
Horizont en twaalf uuren daar onder is.
Dkden Horizont Paralel hebben, zynde alkenlyk dc'geenen
welke zieh direftelyk onder de Pookn bcvinden, hebben ecn Dag
van zcs mcandcn cn een Nacht van zes maanden , om dat de
Zon zes maanden op hunnen Horizont en zcs maandcr daar onder
is.
Dk den Horizont Schecf hebben , zynde in 't algcmeen al k
de geenen welke tufichen des Evenaar en de eene oT de andere
Pool woonen, hebben de ffiquinoAien maat twecmaaiin't Jaar,
en alk de andere Dagen en Nachtenongelyk, na demaathunner
afwydcring vanden Eveniarcn der vetheffing van dc Pool op hunnen
Horizont.
TuiTchen den Evenaar cn de Polaarc Kringen neemen de Dagen
aan van bovendc twaalf tot vier-cn-twintig uurcn; vermiis
dc geenen , die onder dezc Kringen wooneo , de Zon vier-entwintin;
uuren op hunnen Hotizonc hebben.
TuiTchen de Polaare Kringen cn de Pool deDagen medc aannccmende
na dc maat dat dc Zon op hunnen Horizont is, word
'er de Dag van cen weck, van cen niaand, van twec, van drie,
van vier, van vyf , en cindelyk van zcs maanden onder dc Poolen.
3. Dc Horizont dient om hetKompasendeZonnewyzcrstoc
tc ftclkn , vermits dc vcrdeehng van het Kompas nict anders is
als de verdeelingvanden Horizont.
4. De Horizont wyft aan de Hoogte van de Pool , dat 's te
zeggen hoevecl dc Poolopdcn Horizont verhcven is, cn wyft
ook ter zelve tyd aan de ßrccdtc, zynde dc afwydcring van den
tvcciaar, veri'ilts de diftantic van den Evcnaat tot aan ons Zenith
gelyk is mct de diftantic van onzen Horizont tot aan de
Pool.
5, 8. DE M E R I D I A A N .
De gehcek Meridiaan Is een groote Kring, welke door de Poolen
der Wctcld, en door ons Zenith cn Nadi r , of Pookn van
onzcn Horizont, heen^aat, cndeAardklootintwceHcmisphe.
rcn, de Ooftcrfclie en Wefterfche , doorfnyd.
Deze Krin^word Meridiaan gehcetcn, omdat. als de Zon in
dezc Ktingpaflcctt, hctMiddag {Meridits^ isvoorallcdegeenenwclkc
in hec gcdceltevandie Kring, voorde Zon bloot ftaand
c , 2yn , cn Middcrnachc voor de gecnen die zieh in hct ander
gcdccltc van de zclvc Kring. 't geen daar regen over gelegen
is, bevindcn,
Gclyk de Meridiaan bcpaald Word door hct Zcnhh, kan mcn
'er mcn ziehzovcek inbeeiden, als men zieh van die Vctticaalc
Stippen van het OoftofhecWeftkanvcrbcclden.
Van dat groot gctal van Meridiaancn behouden 'erde Aftronomiften
maar lionderd en tachtig, maat die men by halveofcnkclde
Meridiaancn cen getak van drie hondcrdcnfeftigrekent.
De Geographiften wyzen de driehondcrd fcftig enkcldc Meridiaancn
opden Evcnaaraan, daar ze echter ,omde verwarring te
vermyden. de linien niet aftekenen als van vyf tot vyf , vanticn
cottien, ofvanvyfticntotvyfticn,nadatdeGlobenofWereldkaartcn
grooterofkleinderzyn.
Dewyl de Eerfte Meridiaan door de Ailtonomiften tot noch
toe niet bepaald is, is 'er de ftcllingarbitrairofwillckeutigafgcbkeven,
Dc OudcGeographiften betracht hebbcndedatde Meridiaancn
dicnden om de langte van de Aatdbodem temecten, hcbben'cr
ook den naam van Langtcaanecgcevcn, en de Eerfte Meridiaan
geplaarft aan het Werterfchcuiteindc van ons Vaftland, van waac
zy begonnen hebben dcdrichondcrd feftig Meridiaancn ofLangtcnsvanhetWeftennaarhccOoftentcrekcnen>
' tgeenwy zullen
vcrklaaten in de verdcelingvan dc Oppcrvlakte der Aardkloo:
vofgens dc Langte en Breed tc.
Gcbrniken van de Meridiaan.
I. ElkegeheeleMeridiaan vcrdeeltdc Aardklootin twee Hemispheren,
de Ooftcrfche cn Weftetfehc . waar af de geenen.
welke door de Ecrflc Meridiaancn vcrdecld worden, van de
Geographiften worden geprefcreccd oro dc Aardkloot in 't Plat te
verbccldcn
1,. De Meridiaan leert ons terzelvetyddeHoogtevandc Pool
en dc Afgcwyderdheid van den Evenaar of dc Brecdtc j vetmits
dc ßoog van de Meridiaan bcgreepen tuiTchen den Evenaar cn
hec Zenith, endeBoogvan dc zelve Meridiaan beflooten tuffchcn
den Horizont ende Pool, gelykzyn,
3. WyflaanMiddagcnMiddernachtvooralledegecncn, welke
in haaren Kring zyn.
4. Begint denNatuutlyken AftronomifchenDagmctdcnMiddag,
en den Civilen Dag metdeMiddernacht.
5. Verdeelt den Arti^cicekn Dag in twee gelyke deekn.
6. De Meridiaan van ieder Geweft toonr aan, welke Landen
denMiddag voocofna, ofterzalvetyd, hebben.
7. Als mcn de Meridiaancn van vyftien tot vyftientelt, weee
menwatUur hctte gelyk in ieder Land is.
8. De Meridiaancn dienen om de Brcedtenste rekcnenj wordende
die Btcedte gerckcnd längs een Meridiaan, met van den
Evenaar af naar de eene of andere Pool tcnaderen.
T W E E D E B O E K
Der
A S T R O N O M I S C H E
G E O G R A P H I E.
Waat in de verfcheidcne Vcrdeelingen van de Oppcrvlakte der
Aardkloot vcrklaard worden,
Getrokkvu uie dt overeenkomß welke alle d"'Deelen van die Kkot
tuet de Hmdeu hebben.
De Stippen, Linien, en Kringen, wcike wy in dc Soliditcit
cn op de Oppcrvlakte der Aardkloot hebben bcfchrceven cn
aangeweczen, befchikkcn aan de Geographiften zeven manieren
van de Oppcrvlakte der zelve ten opzichte van den Hemel te
vcrdeekn: i. in Gewcften, 2. in Hemispheren, 3. in Zonen,
4, door de Sehaduwen. f, door de Stellingen, ff. doordeKlimaaten,
7. voigcnsdcLangtccndeBteedce, cn noch cen achtile
VerdcclingzovandeOppervlakteals van de Soliditcit der Aardkloot
doorde Maaten.
I. H O O F D S T U K .
Verdceling van de Oppervlakte der Aardkkot in
Geweflen,
S I. T ^ E N opzichte van dcvicrCardtnaakofHoofdpunten
1 (hecNoordcn, Zuiden, Ooften en We l l en) isde
Oppervlakte van clkc Horizontaak Hemisphete vetdeeldin vier
K groo