
I N L E 1 D I N G E
2 4
dagfclwÜHWe gcftaclig maar aan eene zydc ; cn zyliebben maar
«ciie Zomcc cn eene Winter.
Zulks d2C deze dncdcrley Aiciaanen, cc Hetetofciaaneci, en
•de drie foortcn van f crifciaanen ons zevcnderley Wooningcn gecvcn,
Velgens de Schaduwen op de OppervlaktcderAarde.
V. H O O F D S T U Ä - .
ferdeeting van de OpPervUkte deri^ardkim door deToßtinDf
StMngen.
Na de Oppervlakce der Aardkloot in Zonen vcrdeeld , en
de Bevvoondcrs volgens de vetfclieidenheid liunner Schaduwen
»angemerkt ce hebben, können wy oc zelvcBcwoonders
©oknoch aanmerken in Tcriaciaunen. ^ntteciaanen, cno^»-
tifodcH, naamen getrokken uitde drie vetfcheidene bettekkingcn
welke z y i n hunnc gelegenhcid hebben. inzicht genomen zynde
o p d c z e l v c, ofcegcngefteldc, Kringen, Pacalellen, en Mendiaancn.
daar ze onder wooncn.
Tcrieciaanen wil zeggen Rondomwoonders.
t^ntxciaanen Tcgenwoondets.
En Antipoden, ßcwoondcts voeten t » e n voeten.
De Bewoonders onder de Poolen hebben geen Periceciaanenj
maar zyn ter zclvc tyd Antceciaanen en Antipoden.
Die onder den Evenaar woonen, hebben geen AntCEciaanen :
doch de Periccciaanen zyn 'er ter zelve tyd Antipoden.
Buiten de Oo t d c n , welke onder den Evenaar en de Poolen
leggen, hecfc men ovcral anders Periccciaanen , Anto:ciaanen j
cn Antipoden.
De 'Pfrixciaanen zyn de geencn, welke onder ecn zcivc Pa -
ralel zyn gelegen, en in hunne Meridiaan tegenilcld zyn.
De K^Htaaaanen in cegendeel zyn de geenen. welke onder
een zelve Meridiaan woonen, maar c^engcfteld zyn in Paraiellcn
gelegen naar verfcheidene Pooien.
t n K^intipoden worden gcnoemd de geenen > welke diametraalyk
in Paraiellcn en Meridiaanen tegenftcld zyn.
De Pericaaanen leggcn evcn vetre van den Evena a r , en onder
een zelve Polusliooate; zyn in de zelve Zo n e , en in een
zelve GemaatigdheidihebbendeSaizoeaen ter zelve ^ d , dat's
te zeigen de zelve Zomec en de zd\ ' c Winter; zyn in een zel-
• e Klimaat, en de zclve aangroeijiniien van Dagen cn Nachten;
hebben ook alle dingen ter zelve tyd even gelyk 5 uitgezondert
dar, wanneer her in de Bcandendc'ende tweeGemaagtigde Zonen
voor de eenen Middag is ^ het voor de anderen Middernacht
is, dac 's te zeggen dat^ als de eenen den Dag hebben, de anderen
den Nachc hebben; en dat in de Koude Zonen, daar de
geduuiioc Dagen z y n , zy de Uuten maat tegengefteld hebten.
De Antceciaanen , of Tegenwoonders, zyn gelegen in een
gclyke afgewyderdheid van den Evenaar, onder een gclykc Polushoogce,
in ecn gelyke Zone , in ecn gclyke Gemaatigdbcid,
hebben gelykeSaizoenen. zyn in ecn gelyk Klimaac, enhebbcn
de zelve aangroeijingen of verJangingen van Dagen cn Nachten ^
maar woonen in tegengeilelde Heraisphcren: 't geen oorzaak is
dai, wanneer deeen deZome r , de andcrdeWmterheeft; wanneer
de een de lange, de ander de körte Dagen h c e f t ; en dac
z y aldus de Saizoenen cn de langtens der Dagen rerzeivctydtcgenftrydig,
en nicts op cen en den zelvcn tyd gelyk hebben als
de Ilüren van den Dag , hebbcndc de andere zaaken niet gelyk
dan zes Maanden daar na.
De Antipoden zyn van wederzyde in een gelyke gelcgenheid,
en tenop;:ichcev.in den Evenaar en tcn opzichte van de Poolen,
en by gevolg in cen gelyke Zone cn Getemperdheid, en in ecn
gelyk Klitnaac. Aldus hebben zy de zelve Saizoenen, de zelve
hette in de Zomer^ de zclve koude in de Wi n t e r , de zclvc
langte van Dagen cn Nachten: maat gelyk ze diametraalyk tegen
malkandcr geileld z y n , hebben zy zc niet dan op verfchcid^
nctyden, en alle dingen tegenftrydig op den zelven tyd, de
Voeten, de Saizoenen, d e l ^ u d c , de Hette, den Dag , den
Nacht, den Middag cn den Middernacht.
Wat belangt de geenen die onder de Poolen woonen, hunnc
diamccraale Oppo/icie, en hunne tegcnßrydige Dagen en Naclu
tcn ter zelve tyd^ wyzen aan d a t z y Antipoden zyn : en hunne
gelegcnhcid onder eengeiyk uiteinde van de zclve Meridiaan, cven
verrc afgcwyderd van den Evenaar, en de zclvc Uuten
van den natuurlyken Da g , können hcn voor Antaciaancndoeii
Caan, doch mcc die onderlcheid dat. als de ecn den langen Dag^
de ander ter zclvc tyd den langen Nachc hecfc.
Doch noopende de gccnen die onder den Evenaar woonen .
men kan hcn aanmerken cn als Periccciaanen cn als Antipoden,
welke noditans niecs gclyks mer de andere Antipoden hebben
als dat zc diamet raalyk tegcngefteldzynj zyndeinalledcandere
dingen rechte Pcriceciaanen.
Men moet aanmerken, dat onzc Periadaanen Antceciaanen
voor onzc Antipoden -, dat onzc Antipoden Pcriceciaanen voor
onze Antceciaanen; en dac onzc Ancceciaaneii Ancipodcn voor
onze PcricEciaatien zyn.
VI. H O O F D S T U K ,
Verdeilwgen van de OppervUkte der ^ardklm dm de
Klmaxen tn •PtraUUeit.
EWYL de manier van de gelegenhcid der Flaacfch
ce kennen door de Polushoogte en de Breedteofaf.
ftand van den Evenaar by de Ouden noch niet in gebruik was, vcrzindcn
zy de zelve tezoeken door het onderfcheidvan de langte
der Dagen •, 't geen hun de gedachte ingaf van de Oppervlakte
der Aardkloot mer Kringen, patalel aan den Evenaar, te verdcclcn
in vecfchcideneG""edeeltensof kleine Zonen, in ieder der
welke de zt^lvc langtens van Dagen begrcepcn mogten wcezen.
Aan deze Gcdceltens, of kleine Zöllen, garen zy den naam
van Klimaat, betckenende Afwyking of A^ a n g , oMievcrAaneroeijing
. ter oorzaak van de zelve aangroeijingen of Icngtens
der dagen welke de geenen hebben die in deze zelve kleine Zo -
ne woonen. welke zy ondcrverdeelden door ecn Kring of paralelle
Linie in cwec Halveklimaatcn , daar z y den n.iam van Pa.
rarel aan gaven; zulks dac ied« Klimaat twcc PatalelIcn ofHalvcklimaaten
bcgtypc.
S- t. De Klimaaten zyn van twederley Iborten. Die tuiTcbcn
den Evenaar en de Polaare Kringen zyn , alwaar de artificieclfe
Dagen ongevoeliglyk aangrocijcn, wordenseregulecrddoorHalfuuren
en die zicli tuiTciien de Polaare Kringen en de Poolen
bevinden, welke achtetvolgendc ofgcduucige Dagen beheizen,
worden gereguleerd door Maanden of dartig achter:envolgende
Dagen.
De Paralellen zyn mede van tweedericy foorten. De eenen
verdeclen de Klimaaten van Halfiiuren in Vierdedeeluuren } cn
de anderen vetdeelen de Dagen van ecn Maand in vyftien Dagen.
§. j. Aldus is cen Klimaat een Spatievande Oppetviakccder
Aardkloot begreepen tuflchen twee paralelie Kcinccn ofLinicn^
; welke vcrandcring tuflchen de v isoPvan een Haifuui
lattig Dagen in de lar
n gclyken is e<
des Jaars.
iralel cen Spatic desAardryks of Halvcklimaac
begreepen culTchen twee Linien of paralelie Kringen ^
cuiTchen de welke onderfcheid is of van cen Vierdedeel uurs, ofvan
vyftien Dagen in de langfte Dagen des Jaars.
§, 4. De Klimaaten en Paraiellcn zyn onder malkandcr zcer
ongelyk in Brecdte. Die der artificieele Dagen zyn zo veci te
brceder als zc meer aan den Evenaar naderen , en verminderen
na propoccie dac ze zieh daar van afwydereii en aan de Poolen
naderen.
De Klimaaten der achervolgende Dagen hebben in tegcndecl
mccrdec breedte na propoccie dac zc dichc aan de Poolen zyn ,
en verminderen zo veel te meer als zedaar van afwykcn en aan
de Tropici naderen.
De ongelykheid van de brecdte der Klimaaten, zo der artificieele
als der aehterveagcnde Dagen', komt van de verfcheidene
fehuin. of fchceflieden der Horizonten ten opzichte van den loop
der Zon, wanneer hy in den Tropicus is. alwaar hy de langte
der gtootfte Dagen bepaalt voor alle de Bewoonders van de zelvcHcmisphcredaarhyaaafchynt.
Ik z e g ' e r niet meer af, vermies
de Aftronomiften, welke deze dingen naauwkeurigermoecen
onderzoeken alsdeGeographiftcn , zieh vcriiocgcnraec door
de Trigonomctifchc rekening te bewyzen dac zulks moetgcfchicden
gelyk men het ziet.
S. j. De Klimaaten zyn cen getaleden
Evenaar en de Noord-Pool , voc
re : cn dartig tulTchen den Evenaar en
daar tegcn over gcftclde Hemisphcre, welke wy gemeenlyk de
Zuider noemen, , ,,
van fertig; dartig tulTchen
)r de Noorder Hcmisphe-
•e Zuid-Pool , voor de
De dartig Klimaaten van icdet Hemispherc worden vcrdeeld
in Klimaaten van Halfuuren ofvan anificieclcDagen, ciiinKlimaaten
van achtcrvolgende Dagen.
De Klimaaten van Halfuuren rekent men tulTchcn den Evenaar
en de Polaare Kting ten getale van vier-en-twincig ; vetmits de
artificiecle Dag gcftadigvan twaalfUuren onder den Evenaar
zyndc, cn van vicr-en-cwintig Uur enop den langften Dag des
Jaars onder de Polaare Kringen, de aangrocijing van twaalf Uur
e n i s . welke vicr-cn-tuintrg Halftiutcn maakcn, en by gcvolg
vicr-cn-twintig Klimaaten.
De Klimaaten der achtcrvolgemlc Dagen worden gcrekend
tuflchen de Polaatc Kting ende Pool tcn getale van zes. cn by
Maanden » dcwyl de grootfle Dag onder de Polaace Krmg van
cen natuurlyken Dag is, dat 's te zeggen van vier-en-twintig Uurcn,
envan zes Maanden onder de Poolen> 'cgecn zes Maanden
aangroeijings maakt, die men by Maanden vcrdeelt, welke
icder ecn Klimaat maakcn.
Vermits nu de feftig Klimaaten honderdtAvintlgHalveklimaatcn
ol Paraiellcn maakcn. dac 's te Zeggen feflig Paraiellcn voor clke
Hcmisphere, zuilcn "er acht-cn-vecttig in cen VierdcdeeluurS zyn
voordc vier-cn-twintigKlimaaten vaneen Halfuur, en twaallvoot
de Klimaaten van ecn Maand, «clkecefamendehondcrdtwinng
T O T D E G E
í . ö. De outlc Gcographillen, die niet cn kcndcn dan maar
ccn Gcdecitc van de Noorder Gern a a tigde Zone , cn een Gcdeclte
van de Brandende of Hcete , en geloofdcn datalhec ovctige
onbcwoonlyk was, zona a r dekantvan den Evcnaacalsnaar
de Poolen, vctnoegden zieh mer de zeven Klimaaten . daat de
Gcwcilen, welke hun bckcnd waren , onder waren begreepen,
ajii te cckcncn . cn de KJimaacen der geopponeerde of andere
Hemispherc, welke zy geloofden bcwoonbaac tc weezen, hoewcl
zc hun onbckend waren , door de tegcnovei^efteldc gclcgenhcid.
in de welke z y zieh bevinden tcnopzichtedcr Klimaaten
die hun bckcnd waren. aan te wyzen.
Zy begondcn zel.fs hunnc bckende Klimaaten maar te cckcncn
daar de langile Dag van twaalf uuren cn drie ijuanietcn is.
welke 7.y geloofdcn bct begin der Wooningcn van de Brandende
Zone cc wcezcn: cn aldus hebben zy hun eerfte Klimaac geileld
tuíTchcn twaalf uuren cn drie quarcicr en dattien uuren cn
een qnatcier, liet cwede tuíTdicn dartíen uuren en eca quartier
cn dartien uuicn en dtie quartier, cn aldus van halfuur tochalfuur
5 en noemdcn ieder der zcven Klimaaten na den naam der
vcrmaatdrte Steden. Eilanden, Zc cn, Riviecen , cnz. daat de
Patalel van hcc Midden door hccn pafleerc. Waarom zy dan
hun i"', KlimadtooemdcnPaiTecrendedoorMcroci huni'''.Paffccrendc
doorbienaj hun j-'^.Paircerendedoor Alexandrien; hun
4'''. Paflccreiide door Khodes i hun ^ ^ Paffeetende door Konien,
hun 6'=. PafTeercnde door de Pontus Euxinus; enhun?'^.
PalFeercnde door den mond van de Boryfthenes, of de Dniéper:
by de welken men noch federt gevoegd hecft cen 8"'. Paflücrendc
door het Kiphccfch Gebcrgtc -, cn cen 9-'=. Paflèerendc
door dcTanais.
§. 7. By deze negenKlimaatenvoegcPcolomcus inzyneGeographie
de waarde van tiegen andere Mimaatcn , dewyl 'er zo
veci bckende Landen in zynen cyd waren ; cc wcetcn twcc Klimaaten
voor de Zuide r , cn de waarde van zeven Klimaaten
voor de Noorder Hemisphcre. Men moet aanmerken , dat hy,
cogens de methode der geenen die hem voorgegaan hebben. niet
cn tekeiit by Klimaaten, maar by Patalcllen van Vierdcdeeluurs^
Halfuuren. cn Uurens en dac hy ze aanvangt byden Evenaar.-
't geen hyhc-Jiialt in zyn Almageile; alwaat. na zync Paraiellcn
ecn wcirn^e anders vcrdeeld te hebben als in zync Geographie,
't welkcchtcr op de zelve aangroeijingenuitkomt.hy
'er byvoegt dac de Dagen aangrocijcn tot vier-en-twinrig uuren
onder de Polaarc Kring: cn liy ßelt tuíTchcn deze Kring cn de
Pool zes Patalcllen, welke ieder de aangrocijing van cenMaand
begrypen,
§. 8. Die bcwyfl:, dat het niei waacis dac de Ouden maar zeven
Kiimsatcn hebben gefteldj dewyl men integendeel, tegens
hcc gevoeicn vao't Gemeen, kan verzekercn, dacdeüudendc
ganifche Oppctvlakte der Aardkloot in Klimaaten en Patalcllen
vcrdeeld hebben, evcn als wy: maat wel dac het g e e n , ' t welk
de Allcroudflen van het Aardrykkendcn, niecbcgreepen wasals
in zeven Klimaaten; daar na innegenj cn dat mentcn tydevan
Ptolomcus de waarde van zeflien Klimaaten dee Noorder Hemisphcre,
ende waarde van tweeKUmaatcn der Zuider Hemisj>!;
cic kcnde.
§. y. In de Kaarc der Ovcrecnfcomd van de Globe mec de
Spherc op de honderd tadicigftc Meridiaan, welke toteerrteaan
de Weiler Hemispherc diene, zyn de Klimaaten aangccckcnd ,
viet-cn-cwiiicig by Hjlfuuten tuflchen den Evenaar endo Polaare
Kling, en de zes by Maanden cuOchcn de Kring cn de Po o l ,
voor Je gancfdic Noorder Hcmisphece ; 'c geen men gemakkelyk
op de zelve Graadcn der Zuider Hemisphcre kan ccepafTcn.
S. 10. Over cenigejaarcn heb ikvanMonfr. Machion, Wiens
gecd Zü verlieht is in alle de Wecceiifchappen . en byzondcriyk
in de Wiskonil, een Linie gcleerd van een zo uitfteckend gebruik
Olli door de cnkcle oogbefcìiouwing , zondcr bewecging , zonder
cafdcn. cn zonder gcichrifcen, den groocflen Dag van alle
de Landen der Wcrcld , tcn minftcn toc aan de Polaare Kring,
ce bcpaalen. dac ik nicc zou können laaten de zclve hicrccrneder
tc ftdlen zonder ongelyk tc doen aan hcc Gemeen , cn aan
de vcrplichtcnde manicr waar mede hy de goedhcid iiecfc van
zync fchoone lichten aan zync Vrienden mede tc declen.
Dczc Linie word getrokken van de 9o"^ Graad des Evcnaars
tot aan de cn ccn half van de ccrrte Meridiaan,
't Gebruik is^ dat, zo men den groocflenDagvaneenigLand
wil wccten , men acht mocc gcevcn waar deze Linie de Parald
van dac Land fnyd, cn welke Meridiaan cec die plaacfc paiTcert -,
daar na vyftien Meridiaanen voor cen uur tekencn, dat 's cc zeggen
vier mmutcn \an ccn uiir voor clke Meridiaan; en dacgetal
van uuren is hcc iiuc van het opgaan der Zon in het hcccft der
Zomer van hccgcmcldc Land, waaraf men by gevolg de langduurigheid
van den geheclcn Dag zahvceten.
By voorbceld. Indien men het wil weecen ten opzichte van Parys,
'cgecn omtrent49GraadcnBreedtehccfr, zogcefcachting
welke Meridiaan pafleerc ter plaatfe daar de gczeide Linie de
49"'. Meridiaan fnyd. 't Is de «So«'. Meridiaan. voor de welke
men moctrckciienviet uurenj dewyl vier maalvyfciea indatgc-
O G II A P H I C. 2 S
ral van feftig zyn begreepen: waar uic dan volgr . dat de Zoni..
'theccft der Zomer 's morgens ten vier uuren ce Parysopgaar.
gelyk ook in alledc Landen van dezclvcPararcl, ofvandcszelfe
Anciparalel, dat 's tc zeggen van de 49"'. Zuider Graad. En
hier uit kan men gcmakkclyk ootdeden, dat de grooteDagvan
zelticn uuren is-, vermits 'er van des morgens tcn vier uuren cot
aan den middag acht uuren zyn , cn zo vccl ook tot aan den
avond.
Men zal het zcifdc viiiden ren opzichtc van alle andere Srcden
door de enkclc oo;:befchoowing van die Linic j wdkc by
dcrhalvendc Lime der Groote 'Uat^eH nocmt.
Ik heb die Linic docn aanwyzen in de twee Hcmìsphcrcn van
de ICaartderOvcrccnkomft van deGlobcmetdcSphete;opdat ze
ter zclvc cyd konde dienen nicc allecniyk voor de cwee bckcndc
Vaftelanden , maar ook voor alle de Landen welke in de cwee
Hcmispheren tutrchen den Evciiaar cn de Polaare Kringen zyn
hegreepeii.
V I L H O O F D S T U K .
ycrdeelm^ van de Oppervlakte der Aardkloot vehens de
Buedteende Lengte.
E GcoRtaphiften ziendc dat de Vcrdecling van de
OppctvlakccderAacdkloot doorKlimaatcnhunniet
en kon dienen dan om die Oppetviakcc in 'c algemecn envan 't
Zurden naar 'c No orden te betrachten, oocdedden dac'cr nictal-
Iccneen naauwkeurigcr Verdecling van nooden was om de gclegenhcid
van clke Plaats van "c Zuidcn naar \ Noordeii aan te
wyzcn, maat dac men ook noch cen andere van'c Ooftcn naat 'c
Werten moeft hebben.
§. 2. Dewyl zynuc rkcndhadden, dac de Poolen ten hunneu
opzichtc het Noorden cn het Zuidcn bepaalden 5 dat de uicgeílrektheid
van het Ooftcn naar het Werten volkomcntlyk ¡s aangeweczen
door den Evenaar, wcikers omvanghccdubbcldbcgtypc
van de diftantie die 'er luflchcn de twce Poolen is:
Hebben zy Breedtt gciioemd de fpatic der Aaidkloot die van
'c Noorden naar 't Zuidcn gaac, en Lengte de gcenc wdke zieh
van 'c üotten naat "c Werten ftiekt} en zulks te meer om dat
het Gedcdtc des Aardbodcms . daar zy toen ter cyd kennis af
hadden, ccns zo vccl uicgertrektheid van het Werten naat 't Ooñen
had, alsvanhctZuidennaar'cNoorden.
S. 3. Tennavolg¡ngderGeomeciiften,welkeancrIiandcKtin.
gen in 360 Deelen verdeclen.
De Gcographirten vcrdccien de Circumfistcntie ofOmringder
Aardkloot in 5 60 Graadcn.
Waarom zydande Lcngtc vandeOppcrvlakte dcc Aardkloot
vetdeelen met 3 60 Halvekringen of Mcridiaanlinien , geccokken
van de cene Pool tot aan de andere in j6o Poctien , weikc zy
Graadcn van Lcngce noemen , om 'cr de Lengce af tc meeten.
Envcrmics de diftancíe tuflchen decwcc Poolen maar de helfe
der circumfcrencic van de gcheelc Globe maakc , verdcelcn zy
de Breedccvandczelveüppervlakte cuflchen detweePoolenniec
ais in 180 Potticn of kleine Zonen, die zy Graadcn van Brecdte
noemen, om des zelfs Breedte ccmeeten, en onderfcheid en die
Graadcndoorde Poolen endoor 175) patalellc en evenwydafllandigc
Linien ofKrmgen.
S- 4- G-^lyl^ «ícn Evcnaat de grootftc dcrparalclle Kringen i s ,
en in ecn gelykenaffland van de Poolen, hebben de Gcographirten
den zelven gertcld toteen Regel cn den Ecrrtendezet Kringen,
en beginnen van daat af te rckencn de Graadcn van Breedte vootderende
naar de cene of de andere Pool,
Deze Breedtens aldus twcc maalen van den Evenaar naac de ecnc
ofdcandere Poolgerekcnd zyade, worden doot den Evenaar
gcfcheidcn in Graadcn van Noorder en Graden van Zuider Breedte,
len onzcnopziebte, 90 aanclkezyde.
En vccmicsitdecparaldle Kring door haate circumferemie op
de Aardkloot den zelvcn Graadinzynengantfchenomvangaanwyrt,
dat 'ste zeggen índeecnccn de andere Hemispherc ^ verdcdcn
de Geographiften d k e Hemispherc doot den Evenaarin
twcc Deelen^ cenNoordcr cnccnZuidcr,welkcvict Vierdcdee-
Icn voordcgantfchc Oppervlakce der Aardklootmaaken: enom
tc kennen ce geeven, in welkGcdccIte van de ceneder tvvec Hemisphcreii,
Oofler of We i l e r , deze Breedte gevonden Word,
dfukken zy uic of dczc Bícedte in het Noorder ofin het Zuider
GedcclcevandceeneofdeandiTC Hcmisphcreis. Enaldus, om
de veiwarting cevermyden, rekcnenzyvicr maalen de Graadcn
van Breedte, 90 cufl'chendcn EvenaarendcNoord-Pool, €090
culTchendcn Evenaaren dcZuid-Pool, vooronzeofdeNoorder
Hemisphcrci rckcncndc nodvtweemaalnegentigToordeandcrc
of de Wertet Hemispherc, tuíichcndenEvenaarendezelvcPoo-
Icn, welke tc famcn 360 maakcn^ hoewel zc maat j 8 o
Graadcn Breedte, of kleine Zonen , door de paralelie Kringen
aancekenen, welke aldus ecn Graad van dke Hemispherc befluitcn.
Q De
Patalcllen uitmaakcn. . 6. De