
Pieter Teylers testament is te lezen als een concretisering
van deze grote idealen. Zijn geld ging naar een stichting die
als voornaamste doelstelling had om aan armenzorg te doen,
een Godgeleerd en een Tweede Genootschap op te richten
en de kunsten en wetenschappen op allerlei manieren te
bevorderen. De bestuurders van de nieuwe stichting, volgens
goed 18de-eeuws gebruik Directeuren genoemd, gingen met
deze missie voortvarend aan de slag, mede dankzij de grote
rijkdom van de nieuwe stichting. Zij bouwden Teylers Hofje
voor armlastige dames, zorgden dat de Genootschappen
aan het werk gingen en prijsvragen uitschreven en richtten
een Mousaion op, een laboratorium voor eigentijdse kunst
en wetenschap.
Terugkijkend na bijna een kwart millennium is er heel veel
gebeurd en Teylers Stichting bewoog mee met de geschiedenis.
Een deel van Teylers idealen is in de loop der tijd door
de overheid ingevuld. Er is nu gelukkig armenzorg en aan
universiteiten en kunstacademies wordt nu ‘cutting edge’
onderzoek gedaan. Bovendien financiert het rijk sinds 1980
mee aan het museum.
Er is veel verloren gegaan, maar ook ongelofelijk veel overgebleven:
Teylers idealen zijn gestold in prachtige gebouwen,
in collecties van wereldniveau, in tradities die tot immaterieel
erfgoed gerekend kunnen worden en in een soort mentaliteit
dat er altijd een wereld te ontdekken is. Zijn kapitaal is goed
besteed.
3
240 JAAR
TEYLERS
STICHTING
Marjan Scharloo, directeur
Toen Pieter Teyler van der Hulst op 8 april 1778 zijn laatste
adem uitblies, blies hij op hetzelfde moment de naar hem
genoemde stichting in leven. Dat is nu precies 240 jaar
geleden.
Het is bijzonder jammer dat we zo weinig weten over
hoe onze founding father in het leven stond. In 2006 organiseerden
we de allereerste tentoonstelling ooit over hem,
waarin we probeerden zoveel mogelijk feitelijke gegevens
bij elkaar te brengen en een context te schetsen. Helaas
zijn er nauwelijks persoonlijke documenten van of over
hem bewaard gebleven, behalve natuurlijk zijn beroemde
testament. Maar misschien geeft dit uitzonderlijke document
ook wel voldoende informatie.
Pieter Teyler werd geboren in 1702, bleef zijn hele leven
Haarlemmer, was Doopsgezind en een rijk man. Hij was
getuige van de neergang van de economische bedrijvigheid
in de Republiek en van de opkomst van meer democratische
idealen. Iets minder dan twee jaar voor zijn dood verscheen
de Declaration of Independence van de opstandige Amerikaanse
kolonisten.
In Haarlem hadden de welgestelde burgers toegang tot de
laatste informatie op elk gebied via kranten, tijdschriften en
boeken. Als zakenmensen en renteniers hadden zij een welbegrepen
eigenbelang om de ontwikkelingen in de wereld
goed te volgen. Tot die ontwikkelingen behoorden ook
nieuwe ideeën over het verbeteren van de samenleving.
Door het gebruik van de ‘rede’ zouden mensen gelukkiger
worden, omdat zij onafhankelijk van welke autoriteit dan ook
zelf hun eigen visie zouden kunnen ontwikkelen en zo hun
eigen lot in handen nemen. Op deze manier zou een betere
samenleving ontstaan, zo was het verheven ideaal van de
Verlichting.
Entreehal van Teylers Museum,
geopend in 1885
Foto Kees Hageman