Omschrift o p e6n lint: A m s t e r d a m — s c h e
KANAAL MAATSCHAP—iPlJ
Zilver en brons, 50 nr.M. Verz. T e y l e r .
Oranjepenningen 1344.
3.»«. Als voren.
Vz. Het gelauwerd, rechtsgewend hoofd van
Z. M. W i l l e m III, daaronder I ED. GEERTS.
Omschrift: a m s t e r d a m s c h e k a n a a l m a a t -
SCHAPPIJ
Kz. In h e t v e l d : ' o p e n in g
' VAN HET
NOORDZEE KANAAL
I NOVEMBER
1876
Verguld koper, 28 in.M. Verz. Z.
Oranjepenningen 1345.
Toen Koning W i l l e m I het plan van het Noord-Hollandsch
Kanaal was voorgelegd, wees deze er reeds op, dat een kanaal van
het I J door „Holland op zijn Smalst” het wenschelijkst zou zijn.
Doch hoewel de doorgraving der duinen reeds in dien tijd geen
bezwaar meer zou opgeleverd hebben, de aanleg van een haven aan
den mond van het IJ en het houden van het IJ op de noodige vaar-
diepte was voor de waterbouwkunde en de techniek in het eerste
vierde deel der vorige eeuw nog een probleem, waaraan zij hare
krachten niet met hoop op sukces durfde beproeven.
In het tweede vierdedeel der vorige eeuw veranderde dit, entoen
in 1852 de raad van’Amsterdam een technische kommissie van vijf
leden benoemde, werd nog hetzelfde Jaar door deze een verslag uit-
gebracht, met het antwerp voor een kanaal door „Holland op zijn
Smalst” .
Financieeele moeielijkheden hielden de uitvoering nog eenige jaren
tegen, doch den, l6 'len April 18 5 9 machtigde Z. M. Koning W i l l e m
HI den Minister van Binnenlandsche Zaken aan het gemeentebestuur
van Amsterdam mede te deelen, dat de äanleg van een kanaal door
„Holland op zijn Smalst” met een voorhaveu aan de Noordzeekust
door de regeering zou bevorderd worden. Een voorstel, om het
werk door het Rijk zelf te doen uitvoeren met steun van Amsterdam
werd in i860 ingediend bij de Staten-Generaal, doch vond in de
Tweede Kamer bestrijding en werd verworpen.
Sedert werd de uitvoering aan partikuliere koncessionarissen over-
gelaten, een wetsontwerp, door de regeering ingediend en door den
Minister T h o r b e c k e krachtig verdedigd, tevens beheizende de ver-
betering door het Rijk van den Rotterdamschen waterweg, werd in
het begin van 1863 tot wet verheven. De koncessie werdverleend
aan de inmiddels opgerichte Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij,
die den arbeid ondemam met subsidien van het Rijk en de stad
Amsterdam.
Den 85'™ Maart 1865 werd de eerste spade in den grond gestoken,
en den l ,ten November 1876 werd onder het gedonder vani het gé-
schut de haven van TJmuiden en het Noordzee-Kanaal door Koning
W i l l e m III feestelijk voor' de scheepvaart geopend.
Amsterdam jubelde bij deze groote gebeurtenis, zoo belangrijk
voor haar toekomst. „Van Amsterdam in drie uur tijds door de
duinen in zee” , die gedachte werd den i ste" November 1876 verwe-
zenlijkt na een arbeid van elf jaar.
Tot 1 882 bleef het Noordzeekanaal in beheer bij genoemde Kanaal-
Maatschappij, in dat jaar nam de Staat het kanaal over, en in 1890
werden alle kanaalgelden afgeschaft, zoodat de scheepvaart van zee
op Amsterdam thans vrij is.
Voortdurend wordt aan de verbetering van het kanaal gearbeid.
Het grootste werk is wel de nieuwe groote schutsluis, die een bédrag
van pi. m, 6 millioen gulden kostte en in December 1896 voltooid
werd. Deze sluis 225 M. lang, 25 M. wijd en met den drempel 10 M.
—A. P. of 9.50 M. onder het kanaalpeil, is de grootste schutsluis der
wereld. Buiten de schutsluis is een visschershaven aangelegd.
De aanleg van het Noordzeekanaal heeft de geografische gesteld-
heid van het IJ geheel veranderd. Waar de waterwolf naar alle
zijden met zijne scherpe tanden het land in grillige bochten uit-
knaagde, en de oppervlakte van den waterplas vergrootte, doch de diepte
deed afnemen, vindt men thans de vruchtbare bouwlanden derljpol-
ders, rüstig aan beide zijden van het hoofdkanaal en tusschen de
zijkanalen gelegen. Ook Amsterdam heeft zijn havenwerken op
grootsche schaal in het IJ uitgebouwd.
Doch bovenal de cijfers van het scheepvaartverkeer wijzen ons de
noodzakelijkheid van die grootsche werken aan, en de vruchten, die
er van geplukt worden.