Kz. Het sierlijke door de duitsche keizers-
kroon gedekte monogram W. A. (W i l h e l m en
A u g u s t a !)
Omschrift: * w i l l e m iii k o n in g d e r n e d e r l
a n d e n G. H. V. L .
Koper met oog, 2 3 m.M. Verz. d u C r o c q .
318®. Vz. Rechtsgewend hoofd des Konings.
Omschrift: * l e v e w i l l e m i i i . k o n in g d e r
NED. G. H. V. L.
Kz. In parelcirkel: MEI
1849
1874
Omschrift: + g e d a c h t e n i s d e r (sic) v i j f -e n -
•TWINTIG JA R IG KROONINGSFEEST
Koper verzilverd, 1 3 m.M. Verz. W i g e r s m a .
Draagteekens in den vorm van dasspelden.
319. Borstbeeld van Z. M. W i l l e m III bijna
en face.
Omschrift: h u l d e a a n h e t 25 j a r i g k o n in g -
s c h a p • 1849—74 ■
Verguld, omgeven door een rand van roode,
witte en blauwe vakken, 30 m.M. Verz. Z.
330. Borstbeelden van den Koning en de Koningin
bijna en face in ovale médaillons, gedekt
door de koninklijke kroon, daaronder op een
lint, 1849—74.
Omschrift als de voorgaande.
Verguld, omgeven door een rand van roode,
witte en blauwe vakken, 30 m.M. Verz. Z.
331. Linksgewend hoofd van Z. M. Willem III.
Omschrift: w i l l e m i i i k o n in g d e r n e d . g .
h . v. l . in parelcirkel.
Verguld, 15“ m.M. Verz. Z.
BIZONDERE PENNINGEN.
333. Hulde van de orde van vrijmetselaren.
Vz. Eene vrouw, links voor het op een zuil
geplaatste borstbeeld des Konings staande, waar-
boven zij een lauwerkrans houdt en dat door
een stralen schietend alziend oog besehenen
wordt ; tegen de zuil rusten een schild met de
jaartallen 1849 en 1874, een passer en een
winkelhaak, aan de voeten der vrouw liggen
een truweel en passer. In de afsnede: d e v r i e s j .-.
Kz. In het veld : de orde—der vrymet-
SELAREN— IN HET KONINGRYK DER NEDERLANDEN—
ONDERHOORIGE KOLONIEN EN LANDEN— TER
HERINNERING:— AAN DE— VYFENTWINTIGJARIGE RE-
GERING— VAN— KONING WILLEM IH-— -12 MEI.
ZiLver en brons, 75 m.M., Verz. T eyler.
R oest Verz. van het Groot Oosten bl. 19,
Oranjepenningen 1309.
Door Prins F r e d e r ik , den eerbiedwaardigen Grootmeester Natio