Brons verguld met oog en ring, 37 m.M.,
aan lint breed 38 m.M. van nassausch blauw.
Verz. Z. Oranjepenningen 1338.
Ingesteld bij K. B. 12 Mei 4874 Stbl. n». 70 luidende:
Wij WILLEM III, ENz.
Willende van Onze bijzondere waardeering, zoowel van de dap-
perheid en volharding door Onze vloot en Ons leger bij de in 1873
m Atchin aangevangen en in 1874 voortgezette krijgsverrigtingen be-
toond,. als van andere daarbij plaatselijk bewezen diensten, doen
blijken door het instellen van een afzonderlijk eereteeken;
Gelet op Ons besluit van 19 February 1869 (Staatsblad n". 24);
Op de voordracht van Onzen Minister van Kolonien, tevens ad
interim Minister van Marine, van den 8sten Mei 1874, Kabinet Geheim,
letter Cu ;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Art. I. In te stellen eene afzonderlijke médaillé ter uitreiking
aan allen zonder onderscheid van rang of graad, die deel hebben
mtgemaakt van de in 1873 en 1874, of in één dier jaren, naar Atchin
gezonden of m 1874 n°g te zenden zeemagt of expeditionaire troepen,
of die daarbij m eenig burgerlijk ambt of bediening plaatselijk zijn
werkzaam geweest.
Art. 2. De voormelde médaillé zal worden vervaardigd uit het
m Atchin gedurende de jongste expeditiën veroverde geschut.
Zij zal zijn rond en verguld, dragende op de voorxijde Onze beel-
tems, omnngd door : het gebruikelijke randschrift, en op de kcerzijde
het opschrift : Tg^ _ o m r i n g d door een krans van lauwe-
ren en eikenbladeren
Deze médaillé wordt op de linkerborst gedragen aan een oranjc-
lint, ter breedte van 3,8 centimeter.
Piet lint wordt niet zonder de medaüle gedragen.
De médaillé wordt slechts eenmaal uitgereikt.
Art. 3. De toekenning geschiedt bij brevet volgens hieraan gehecht
model.
Art. 4. (Ingetrokken bij K. B. i Sept. 1877 11°. 180).
Art. s. De kosten, uit Ons tegenwoordig besluit voortvloeiende,
komen ten laste van: enz.
MODEL-BREVET.
DE MINISTER VAN KOLONIEN,
DE MINISTER VAN MARINE,
DE GOUVERNEUR-GENKRAAL VAN NEDERLANDSCH ENDIÊ,
Gezien hebbende ’s Konings besluit van den I2den Mei 18 7 4 ,
n°. 9, waarbij het Hoogst Denzelve behaagd heeft in te stellen eene
afzonderlijke médaillé, vervaardigd uit het in Atchin veroverde geschut,
ter uitreiking aan allen zonder onderscheid van rang öf graad
die deel hebben uitgemaakt van de in 1873 en 1874, of in één dier
jaren, naar Atchin gezonden zeemagt of expeditionaire troepen, of
die daarbij in eenig burgerlijk ambt of bediening plaatselijk zijn
werkzaam geweest;
Verklaart, dat
N. N.
geregtigd is tot het dragen van de voormelde médaillé, als hebbende
. hij als (a)
biJ het (i)
aan boord van bet
deelgenömen aa Jg ■'
in bet jaar (d)
’s Gravenbage, V J
„ Batavia,
De Minister van Kolonien,
De Minister van Marine.
De Gouverneur-Generaal van Nederlatidsch Indie.
(а ) Rang, graad, ambt of bediening invullen.
(б ) Naarn van het bataillon of regiment of schip invullen.
1 c) Knjgsbedrijf zoo volledig mogelijk invullen.
( d ) Jaartal, waarin het krijgsbed ijf plaats had, invullen.
Dit K. B. werd gewijzigd voor wat het opscbrift op de Kz. betreft
bij K. B. 28 Augustus 1874 n°. 3, voor wat de kleur van bet
lint betreft bij K. B. 24 Augustus 1875 n°* 71 -
15