
1879. Augustijnenkamp. Gevelsteen, Augustijnenkamp 60.
Cartouche met opschr. :
Kapen- g[cft- j!n
Uneben- rruijt- al* bie
inerelt* !$• om* rapen tnt
Jiaeít* a li* nu SBo. 1597,
Teek. in poti. d. (/. Rutterì). Hg. 8, br. 12 c.
Woordspeling tusschen Rapen= Wortelen en Rapen= Bijeen zamelen.
In 18851 het huís vervangen, door eene, met het front aan de Lindengracht
staande, Christelijk Afgescheiden kerk en heeft men den Steen in
den achtergevel van dit gebouw aangebracht.
1880. Lästig end-straatje. Gevelsteen, Lastig-end-straatje 6,
met afb. eener eend, die. gemend door een struisvogel,
een vierkant blok of steen (een last) voortsleept en inschr.
INT LASTIGH ENT.
Anno 1640.
Teek. in poti. d. (/. Rutten). 1868- Hg. 13, br. 16.3 c.
Toespeling op de spreuk: Het einde draagt den last.
Ent= |“
De steen is in het Museum Oud-Dordr.
1881. Lindengracht. Gevelsteen, Lindengracht 18. Cartouche
met opschr. :
D i e S e l h o v t
D. N PASSE GEEN FOVT
IN ............. GELEGEN
S Y MOETE MÏJN LIJDEN
EN LA TEN LEVEN
DIE MIJN BENYDEN
EN NIE T EN GEVEN.
Teek. in poti. d. (/. Rutten). Hg. 10.8, br. 16.8 c.
De steen is in het Museum Oud-Dordr.
Het opschrift is door herhaaldelijk verwen grootendeels onleesbaar ge-
worden.
1882. Nieuwstraat. Gevelsteen, Nieuwstraat 19, met afb.
van Mutius Scaevola zijne hand in een bekken met vuur
houdende.
Teek. in poti. d. (/. Rutten). Hg. 21, br. 14.7 c.
fiet huls is ip *866 gesloopt en het beeldje verloren gegaan.