
372
ICK WENSCHE DE
MENSCHE E EN GE
RVSTE CONCIEN
CI EN EEN G0 E(D ?)
HAERT ONBESW
AERT. D lT IS INT
ROT BLES MERI
PAERT l 6 o . .
Teek. in poti. d. (/. Rutten). Hg. .§)ybr. 14.5 c.
1870. Mariënbornstraat. Ontlastingsbogen en consoles in bak-
steen, Mariënbornstraat 11. Teek. in kl. d. (/. Rutten).
1872. Hg. 14.8, br. i l . 5 c.
Volgens Rutten, de eenigen in de stad van dezen vorm.
1871. Wijngaardstraat. Gevelsteen, Wijngaardstraat 50, met
afb. van twee trekkebekkende duiven. Teek. in O.-I.
inkt d. (/. Rutten). Hg. 6, br. 12.5 c.
1872. Doelenstraat. Gevelsteenen Doelenstraat 41, met afb. van :
a. Een postiljon te paard, op zijn hoorn blazend.
b. Cartouche met jaartal 1660.
Teek. in poti. d. (/. Rutten) op één blad. Hg. 18.2, br. 13 c.
^73- --------------- Gevelsteen, Doelenstraat 18. Cartouche met
nav. opschr. : '
haben - al- eert* <ßabe- eh
ijaiibt- altnb- breebe
baet* ubien- naesteu • fia
jjljg- hiilbe* bat- men- u» bebe.
Teek. in poti. d. (/. Rutten). Hg. 9.5, br. 14.5 c.
Zie den gevel sub nO. 1737.
1874. Steegoversloot. Gevelsteen, Steegoversloot hoek Voor-
straat, vroeger gemerkt C 968. Cartouche met inschr. :
DEN SEGEN
DES HEEREN MAECK
R i c k s o n d e r
MOETEN.
Teek. m poti. d. (/. Rutten). Hg. 14, br. 17 c.
Het huis is gesloopt, bij de verbreeding van de Steegoversloot, in 1867.
1875. Steegoversloot. Gevelsteen, Steegoversloot 9. Cartouche,
door twee engelen vastgehouden, met inschrift :
WILT ME MET CRACH
DOCH EENS BEDIEDEN
WAT MINST GEACHT
WORDT VAN DE LIEDE.
162I.
Teek. in poti. d. (/. Rutten). Hg. 10, br. 13.3 c.
Zie den gevel sub Nos. 6x6 en 1726.
j g y 6 ;_________Gevelsteen, Steegoversloot 54 m. afb. eener
bleekerij waarboven eene kroon en onderschr. :
DE GEKROONDE BLEEKERIJ.
1644.
Teek. in poti. d. (/. Rutten). Hg. 11.8, br. 12 c.
De steen is in het Museum Oud-Dordr.
1877. -------------- Gevelsteen, Steegoversloot 58, met afb. van
een eikenboom en onderschr. :
IN DEN EYCKENBOOM.
Teek. in poti. d. (/. Rutten). Hg. 9, br. 12 c.
Zie den gevel sub nO. 1733.
1878. t- Gevelsteenen in den achtergevel van het
pand Steegoversloot 75.
Twee cartouches :
a. met afb. eener bijl en daarover heen gebeiteld het nav. :
de Byl vyel
IN - WATER
So DAER STAET
GESCREVE MAER DOER
hie (’s Heeren ?) m a c h t
IS S Y OPGEDREVEN.
b. met afb. van twee gekruiste bijlen, waarover heen :
DIT HUIS HEB
ICK DOEN MAKEN
DEN EENEN SALT
PRYSEN DE ANDER
SALT LAKEN.
Teek. in poti. d. (/. Rutten). Hg. 12.8, br. 14.5 c.
Het eerste rijm doelt op het verhaal te vinden in // Köningen 6 : i — 7.
Zie 00k Zeeman, Ned. spreekrooorden uit den Bij bel, in voce Bij lije.