
zoomede voor de Gebeurtenissen, Zinne- en Spotprenten ; voor
de afdeeling betreffende de Gebr. d e W it t en de Portretten
van Vorstelijke personen, werd de chronologische orde door
mij gevolgd, terwijl ik voor de Prentbriefkaarten, de Gezichten
in de Omstreken, buiten het Dordtsche eiland, en voor de, por-
tretten van de Bizondere personen de alphabetische aannam.
De Gezichten in de Stad, de Bizondere gebouwen en de Gezichten
in het Dordtsche eiland schikte ik daarentegen in den
vorm eener wandeling, waarbij de Stad in drie deelen werd
gesplitst t. w. :
a. tusschen de Rivier en de Voorstraatshaven ;
b. tusschen de Voorstraat en de voormalige Stadsvesten en
c. de Buitenwijken.
Met' deze indeeling en met behulp der uitvoerige registers van
zaken en personen, welke aan dit werk zijn toegevoegd, vertroiiw
ik dat ieder die het raadplegen wil er zieh vrij gemakkelijk
in terecht zal kunnen vinden.
Achter de Historieprenten voegde ik, tusschen haakjes, het
nummer van Mu l ler’s bekenden Catalogus van Nederl. Historie-
platen ; en een paar malen dat van V an R ijn ’s Catal. v. den
Atlas V an Sto lk .
Bij de portretten verwees ik, evenzoo, naar Mu ller’s Catal.
van Nederl. portreiten oí het Vervolg daarop door V an S omeren.
Volledigheidshalve beschreef ik van de prenten over de Dordtsche
Synode en over de Gebrs. d e W it t , ook die, waarvan alléén
in mijn Historischen Atlas van Nederland, exemplaren aanwezig
zijn.
Om het onderwerp van elk nummer beter in het oog te doen
springen, werd dit in vette letters gedrukt,, terwijl voor de namen
van graveurs, lithographen, schildern, teekenaars, auteurs van
bijschriften, drukkers en uitgevers cursieve letter werd gebe-
zigd even als voor de op- en onderschriften van teekeningen en
prenten, welke ik woordelijk, soms met eenige verkorting, heb
weergegeven.
Bij de bladen zonder naam van teekenaar of graveur, maar
waar deze mij van elders bekend was, plaatste ik dien tusschen
haakjes. Hier en daar voegde ik eene körte aanteekening of opheldering
aan de beschrijving toe en gaf bij de portretten, z d o -
veel mogelijk, de geboorte en sterfjaren der voorgestelde personen
op, nevens het verband dat er tusschen hen en onze Stad bestaat.
Deze aanteekeningen werden in kleine letter gedrukt.
De maat van elk blad is in centimeters aangegeven, gemeten
tusschen den plaatrand of waar deze ontbreekt, en even zoo bij
de teekeningen, naar de grootte der voorstelling.
Voor illustratie werden bij voorkeur zulke afbeeldingen door
mij gekozen, die niet of weinig bekend, en voor zooverre ik wist
nog nimmer of niet voldoende waren gereproduceerd geworden.
De Groote Kerk, het Muntpoortje en dergelijken, hoe be-
langrijk ook, zijn in de laatste jaren door tijdschriften en
prentbriefkaarten zoodanig gepopulariseerd, dat ik het niet
noodig achtte die hier nogmaals op te nemen.
De vermeerderingen, welke de collectie nog onderging, nadat
de Catalogus reeds was afgedrukt, nam ik op in een Supplement
en de daamá nog bijgekomen bladen, in eene rubriek : Laatste
Aanwinsten.
Nummering met bijgevoegde letters toont aan, waar het nage-
komene, in de verzameling behoort te volgen.
Aan allen, die mij door het verstrekken van inlichtingen of
het doen van nasporingen, bij de samenstelling van dezen Catalogus,
de behulpzame hand hebben geboden, zij hierbij mijn
besten dank voor hunne medewerking toegebracht. Speciaal
geldt die onzen gemeente-archivaris, den heer J. L. van D a l e n ,
die zieh met de samenstelling der Registers op dit werk heeft
willen belasten en op wiens uitgebreide kennis van Dordrecht’s
verleden en groote hulpvaardigheid, door mij, nimmer te ver-
geefs, een beroep werd gedaan.
De taak die ik mij gesteld had, is hiermede ten einde gebracht.
Dat daarmede de iconographie van Dordrecht voltooid zoude
zijn, zal ik natuurlijk niet beweren. Wanneer kan men van eene
collectie zeggen, dat ze compleet is ? Voortdurend, ik weet het
bij ondervinding, komen er nog, ons onbekend gebleven zaken
opduiken.
Maär ik geloof toch te mögen aannemen, dat er op het gebied