
In de XVIIIe eeuw n*emt, als overal, ook hier het aantal
afbeeldingen toe.
De tijd der groote kunstenaars was voorbij ; de dagen der
mindere goden waren aangebroken, doch moeten we dankbaar
erkennen, dat deze laatsten, zij het ook op andere en meer
bescheidene wijze, zieh toch jegens het Vaderland verdienstelijk
hebben gemaakt. De bron toch, waaruit wij de kennis putten
moeten, hoe dat vaderland er in vroeger tijd heeft uitgezien,
hebben we juist aan het heirleger van conterfeytsels van steden
en dorpen, kasteelen en buitenplaatsen te danken, waarmede
eene talrijke bent van teekenaars en graveurs, in het midden
der XVIIIe eeuw, ons land heeft overstroomd.
Toch is Dordt in die période meer begunstigd geworden door
de eersten, dan door de laatsten ; gegraveerde afbeeldingen, zijn
er ook, uit dien tijd, niet velen .en zelfs de in het Dordtsche
eil and gelegen buitenplaatsen, anders in die dagen een gelief-
koosd onderwerp, hebben geen plaatsnijder mögen vinden, die
hunne vijvers en fonteinen, grotwerken en geschoren heggen in
’t koper heeft willen vereeuwigen. Voor uitgaven als : De
Zegepralende Vecht of Het verheerlijkt Watergraafs- of Diemermeer
en dergelijken schijnt het terrein hier te beperkt en dientenge-
volge niet loonend genoeg te zijn geweest.
Onder de kunstenaars der XVIIIe en ’t begin der XIXe
eeuw, die zieh met Dordt hebben bezig gehouden, zijn we] de
voornaamsten :
A. S c h o u m a n , H o o l a a r t , v a n W a n u m , de beide B e n d o r p ’ s ,
vader en zoon, de gebroeders V a n S t r i j en iets later M. S c h o u m
a n , S c h o t e l en v a n L e x m o n d ; allen, uit archaeologisch oog-
punt, overtroffen, door R u t t e n , die in ’t midden der XIXe
eeuw, alles heeft afgebeeld wat er toen nog aan merkwaardige
gebouwen binnen Dord recht aanwezig was en aan wiens zeld-
zame productiviteit deze verzameling voor een groot deel hare
uitgebreidheid en volledigheid dankt.
Van de modernen, hebben etsers, als : N i e u w e n k a m p , Gr a a d t
v. R o g g e n en v. W it z e n zieh tot onze stad aangetrokken
gevoeld, doch hunnen vurigsten bewonderaar en uitnemendsten
vertolker hebben Dordt en zijn rivier gevonden in S to rm v a n
’s G r a v e s a n d e .
Volge thans hoe de verzameling door mij werd geordend en
ingedeeld.
Ik bracht alles tot vier hoofdgroepen :
A. Topographie. B. Historie. C. Maatschappelijk leven.
D. Portretten.
In Groep A. Topographie, werden opgenomen, in de eerste
plaats : Kaarten en Plattegronden, t. w. :
Kaarten van het voormalig Zuid-Holland in ’t algemeen en
zijne onderdeelen, als : de Zuid-Holl. waard, het eiland Dordrecht,
de Hoeksche waard enz. ; Rivierkaarten, in hoofdzaak
van Maas en Merwede c. a. ; Kaarten van Straat-, Spoor- en
Tramwegen en Kaarten met Staatkundige en Kerkelijke indee-
lingen.
Verder : Plattegronden van de stad Dordrecht en Gedeelten
daarvan, nevens Plannen tot speciale doeleinden.
In de tweede plaats : Verzamelingen van gezichten ; Gezichten
op en in de Stad en Prentbriefkaarten ; voorts : Poorten, Torens
en Wallen ; Openbare Gebouwen ; Kerken, Kloosters en Gestich-
ten ; Bizondere gebouwen en Gevelversieringen en Gezichten,
in de Omstreken, in en buiten het eiland Dordrecht.
Groep B. Historie, bevat : Gebeurtenissen, Zinne- en Spot-
prenten, benevens eene afdeeling gewijd aan de Gebrs. d e W itt
en eene rubriek : Titels, Zegels en Wapens.
Groep C. Maatschappelijk leven, is verdeeld in :
Instellingen van Kunst en Wetenschap c. a. ; Zeden, Gewoonten
en Kleederdrachten ; Verkeersmiddelen; Krijgswezen ; Gilden ;
Handel, Landbouw en Nijverheid ; Scheepvaart en Reclame.
Groep D. Portretten, is gesplitst in twee rubrieken :
Vorstelijke en Bizondere personen.
Voor de Kaarten en Plattegronden, de Gezichten op de Stad,
de Poorten, de Openbare Gebouwen, de Kerken en Gestichten