
f i
jam
BBSS
-,
M m
i6gi.
1692.
1693.
1694.
n. eene teek. van A. J. Lamme c. 1830 in het Mus. Oud-
Dordrecht. Hg. 12.7, br. 14.2 c.
In dit huis werd, in Oct. 1580, geboren Charlotte Brabantine, vijfde
dochter van Willem I, Prins v. Oranje en van Charlotte de Bourbon-
Montpensier. In 1598 gehuwd met Claude de la Tremouille, hertog van
Thouars kwam zij 13 Sept. 1617 nog eens te Dordr. en bracht met
haar zoon en dochter een bezoek aan haar geboortehuis {Baien bl. 378).
Het werd den 7 Juni 1896 door brand vemield.
Zie 00k n°. 1705 en 1908.
Voorstraat. Het huis „de Engel” , XVIe eeuw. Voorstraat
324. Drie houtsneden d. A. C. Verhees n. / . C. Greive Jr.,
in Eigen Haard 1889 bl. 621 en volg., bij een artikel van
Dr. H. C. Rogge : Charlotte Brabantine v. Nassau. Zij stellen
voor :
a. De voorgevel. I Tusschen de tekst.
b. Geveltje van het achterhuis. j
c. yier gezichten : in de boven-voorkamer, de apotheek
en het laboratorium.
De laatste pi. Hg. 16.2, br. 25 c.
Dr. Rogge heeft, ten onrechte, dit huis als het geboortehuis van Charlotte
Brabantine van Nassau aangewezen. De Prinses aanschouwde het
levenslicht in het naastgelegen huis „de Vijgeboom". .
Zie voorgaand nummer en Dordtsche Schetsen L X X I V : Een paar merk-
waardige huizen d. Jan van de Maas en Balen, bl. 37®*
Het voorste gedeelte van dit huis werd gesloopt.
-----------— Hetz. huis. Afb. van een Hollandsche kamer,
midden XVIIe eeuw, c. 1890, door den toenmaligen eige-
naar, G. J. van Rijsoort van Meurs uit verschillende oude
fragmenten samengesteld. Acht photo’s d. H. J. Tottens
C.Hzn c. 1900 pl.m. Hg. 15.5, br. 11.5 c.
Deze kamerbetimmering werd, nà het overlijden van den eigenaar, door
diens broeder, den heer A . van Rijsoort van Meurs, aan de Gemeente
geschonken en is sedert Juni 1905 in het Museum Oud-Dordrecht op-
gesteld.
-------------- Bovengevel, begin XVIe eeuw. Voorstraat
342. Teek. in poti. d. (/. Rutten) c. 1858. Hg. 27.7, br. 13.6 c.
Gesloopt 1858.
-------------- Achtergevel aan de Voorstraatshaven midden
XVIe eeuw. Voorstraat 343 en 345. Z.W. hoek Kleine
Spuisteiger. Teek. in kl. d. (/. Rutten) c. 1840. Hg. 3 5>
br. 16.3 c.