
1 NA A U W K E U R IGE W A A R N E E M I N G E SI O M T R E N T DE
Derde Veranckring.
H E T NEKSPINDERTJE.
Hierword een klein Snnif kleurig Rupsje vevroond met lo Pootjes, te wectenSvoorpoorjes
aan de drie ecrrte Leeden, 2 vlakke voccjcs aanhetncgende, en twee der
gclyke aan het twaalfde Lid. Allcdievandeezcverdeclingzyn, noemendeLiethebbersmet
de Naamen van Krammeties, Lantmeelers, ot Ramners , omdar zy, al voortgaande, telkens
een Kram verbeelden, het Land fchyncn te meeten, en de plaatfen ce beraanien daar z y na toe
end ftaande, ende anderein eenzoekendeitand. Wanneerhetryp ter vcranderig geworden
was, fponhet eendraadjeof drie in een Over d eNc k , ¿GnjJimy-, den i j äito fchoot hec
de Huid a f , en bleef als Popje inhec zelfde draadje hangen, als tegens de Iteel van 'tkleinfte
Eyken takje te zien is. In hetvolgendeVoorjaar, opdenzS A/ij', kwamhetUyltjeuit:
.düsna34.9daagen. HetUiltjeis groot gevleiigeldnaniaate van de Rups, enis, hoewel roaac
bleek geelagtig vankleiir, nogtans aardig met ftipjes en vlakjes doorwerkt. Het dekt by
nanooitmec debovenftedeonderfteVleugels, niaar fpreiddezelvebreeduit, zelfsin ccn rüstende
IlandjZoals'er een op een B l adz i t , en het andere vliegende vcrtoond wordt.
DERDE P L A AT.
Vierde Verandering.
H E T ST . J A N S BEESTJE.
. . „ , tDiertjenagenoemtis s „ ^
ophet KrulsKruidvuuigckuiiicu , waai^m k.e uukop gctekendheb. Zyfpinnen op
of even in de grond een dun huisje van vuil graauwe draadjes, waar in zy kleine bruine en
reedelyk harde Popjes worden. Uit dezelve komen , in het voorjaar, fchoone Ui ltjes, hebbende
de bovenfleVleugels bruin metroodeVlakken ; de onderfte Vleugels fehoon rood
met een bruin boordfel , en het Ly f , de Hoornen en Poot jes , diep blauwagtig zwart.
De Eene fpon iSjuly, wierd Popje 20 äito , en een Uiltje 4, Jimy, dus in 319 dagen;
DeTweede -iijuly - 26dito - - - - May - - - 301 dagen.
r I R R D F. P T. A A T
D E M A L V A - R A A M E R .
X Teele vandeeze Rupfen vind men op hetKaaskruid, in ' tLatyn A/<z/™genoemd ; en zyn
y my nooitopeenigander kruid voorgekomen. Zy hebbenmeede 10Pootjes,gelykdie
van de Derde Virmdering geweell is; maar vry grooter na maate van haare Uiltjes. De kleuc
der Rupfen is bleek groen, met witte doornagtige ftipjes, die men egter door de bleekekoleur
nietduidelyk zien kan. Tot rypheid gekomen zynde, fpinnen zy, op of even
inde grond, een dun Spinfei van grauwe draaden; zodaanig dar hetPopje,'t welk donker
bruin en agter fpits i s , gemakkelyk daar door heen gezien word. De verlchillende tydvan
eenigen is hier aangetekend.
DeEerftefponiäJwiVjVeranderdeineenPopjezi in een Uiltje jp^i/^.dus iniJijdag.
DeTweede 10 Jmy, - - - - - - 15- ¡¡¡to, . . - - t^Sept. - - pä -
De Derde - 22 Juxy, - 17 dito, - - - - isSept.- - 9+ -
De Uiltjes zyn bruinagtig; z y draagen by -wylen haar Vleugels ruggelings, gelyk de Dag-kapellen,
zo als 'er een op het blad z i t , zy nde een W y f j e , gelyk 00k het geen 'er vliegt. Benedenophet
blokje vind men 00k zitten een Mannetje in een ruftende ftand,hebbendehairige
Hoorntjes, waar door zy te onderfcheiden zyn van de W y fjes. De Uiltjes leggen gecle
ronde F.yertjes, die den gehcelen "Winter overblyven, en in 't Voorjaar uitkomen.
VT F.
'H