
van groud, maar wat geclagtigcr en egter naar Paarlcouleur gegryst. De Rups is meest
van Verwe als cen vaale Rot , op het Vierde lid een vaalwitte Vlak hehbende, ende vier
weinig verheevene Knopjes op ieder Lid > zyn iecs geeler dan de rest. Zy is kaal, dog
aan de zyband, boven de Pooten längs, groeijen körte Hairen , eenige na vooren, anderen
na agteren krullende. Zy heeft, volgens de gemeene Verdeeling, i6 Voeten, maar
zy "ebriükt, van de vier paar middelfte Voeten, meest de rwee agterfte Paaren , makenSe
veeltyds, in het kniipen, cen halve kramswyzc bogt, met de twee agterfte haar
vasthoudende, By andere Rupfen te vergelyken , zyn de Pooten ook op eene verfehillende
manier geplaatst: het eerfte paar dnikt geheel onder 't Lyf , het tweede ftaat wat
meer ter zyde, het derde nog meer ter zyde uit, en het Vierde ongemeen veel. De twee
a<»terttc Voeten fteekt zy vlak agter uit, welke zelfde eigenfchappen ik ook befpeurd heb
in de Rups van het Rood Weeskind, diemede zeer fraay is, dog merkelyk kleinder: als
ook no<^ in een derde Soort van deezen aart, welke ik voorleede Jaar het eerst ontdekt
heb, en die ik hoop C'o God my gezondheid verleent) in dit AVerk te zullen
laaten volsen.
J .
iiPl
« IP""!
,1
H -
Een-en-vyftigfle Veranäering.
H E T H O O Y-B E E S T J E.
fet klein Kapelletje, welks vier Vleugelen, van boven, meest Okergeel met graauwe
randen- zyn en van onderen de onder-Vleugels Asgraauw en de bovenfte hoogOker-
Ecci met een zwart rond Oogje daar in, wordt het Hooy-Beestje gcnoemd. Nu laatik
het i^roene flaauw wit geftreepie Rnpsje, waar van het voortkomt, onder dezelfdeNaani
doorgaan, gelyk ik met de Argus Plaat V , en eiders ook gedaan heb. De Kapelletjes
worden by het Hooy veel gevonden; en geen wondcr; terwyl haar Rupsje op het Gras
leeft, tiisfchenhet zelve zig vast fpint en Popje wordt, zo kunnen zy ligt met hcc afmaaiien
van het Gras onder hec Hooy raakcn, i.iaac hoe mcn.gvuUig ook deeze Kapelleties
gezien worden, heeft egter myns weetens nog niemand haar Verandering gekend.
Ik heb ze van het Ey afopgekweekt en zonder dat zoude ikze moogelyk nooit gevonden
hebben- alzo ze zeer klein" zyn , en met het Gras eenkleQrig, leevende bovendien ook
zeer verftrooid, om dat de Kapelletjes haare Eijeren met by troppcn, maar nu en dan een
Eitie legeen datze aan een Grasjekleeven, telkens van plaats vervhegende. Ik kreeg
voor het eerst van een Kapelletje de Eijeren op den 15 Auguftus 174.3 , en Rupsjes uLc
dezelven op den 30 dito: dus in 12 Dagen. Den 1+ September hadik weer een van deeze
Kapelletjes, die haar Eijeren leid , en den 22 dito kwamen 'er de Rupfen uit, het wetfc
maar 8 Dagen tyds bedroeg. De meeften hadden voor de Maand November haar
tweede Vervelling al gehad; zy bleeven toen zonder eeten den Winter Over, verlaatende
het "toene en zig verbergende onder het verdorde Gras, Vier van deeze bragten
denWfnter door, waar van4n 't Voorjaar drie allengs uitdroogden en de Vierde
alleen hield het uit; diebegost weer te eeten den i Maart 1744.. en verhuidde voor de
derde of laatftemaal op den i j April; wiefch op tot volle grootte. egter mögt
het mv toen nog niet geheuren haar Verandering te zien : w^^t aaar groeiae een
Maade in waar van ze verfionden wierd. Ik hcrvatte het, - fiel; Zomerfaifoen, en
OD den 18 May had ik weer Eijeren die ik bewaarde, en »eeg er den 9 Juny de Rupsies
uit dat is in den tyd van 12 Dagen. Wanneer de Rupfen eerst uit het t y komen,
vertoonenze zig wat geelagtig, maar, zo dra ze eeten, zyn ze groen met ftreepjes , welke
Kleur zy tot het laatile toe behouden, en men verneemt in t allerminst geen haarigheid
aan dezelven, maar zy zyn kaal en glimmende ; voornamentlyk als zy op haar grootst
gecroeid zyn. Op het Staartje hebben zy, aan ieder zyde, een klein agter uitfteekend
Doorntje, waar in zy met het Argusje Pl. V. overeen komen, behalven dat de punten derzelven
in de Hooy-Beestjes rood zyn. Myn
ion-'e Rupsje vervelde voor de eerftemaal den 23 .yraj'maakt I + Dag.
De "tweede maalop den " - - "
En voor de derde en laatfte maal - - - - äi « ' "
T o e n wiefch het op, en tot volle grootte gekomen zyndefpon het, - - -
zigaandeStaarthegtende,opden 3 Aug. ,en veranderde toteen Popje den f i i i «
Toen oud zynde - -- - - - - - - - -
- 17 Dag,
- fr
En het Kapelletje kwam 'er uit voort op den 20 Aug., bedraagende de tyd van - i r
Of in het geheel, van 't uitbreeken uit het Ey tot de Kapel toe, 72 Dag.
Terlittäli
i|'
f:,:; 1
jjWk