
^ íi:
1+ NAAUWKEURIGF/WAAS.NEEMINGEN OIITREMTDÉ
Twee-en-dertigftè Verandering.
C E M E E N E OF TWE EGE V L E UGE L D E VLIEGEN.
T ^ c n 2 f Mey kroopen dric M aden uit het Lichaam van nog een ander dcezer Diiikerrjes
Kupfen ; zy wierden den zelfden dag brume Tonncties, en op den i Tuny kwam
er UIC leder een tweegcvleugeld Vliegje, zynde dus in 7 Dagen. Zie de af beclding hier
van, beneden op de Kley-kluit. °
A GTT I E N D E P L A A T. ^
Drie-en-dertigfle Ferandering.
M E R I A N S BORSTEL-RUPSJE.
Deezc Rups vind men by den Heer GOEDAERT , in her dcrde Deel pag. 12 en wederom
PAG- 3 3 . EN msgelyks tweemaal by JufFr. MERIAN , namenriyk op de Piaaten No
AL VJl. van het eerile Deel, en No. XII. van het tweedc Deel. Om datze wel het befte
op deeerftgemelde 4.7ftePlaat door haar afgeteekend is, hebben de Liefhebbers zo het
Ichynt, dit Beeftjc haar toegeeigend. Deeze Rupfen zyn zeer fierlyk van Verwen Ee
nigenzyn ligt-geel van Lyf en Hairen, anderen hebben het Lyf fchoon Spaans^rocn
met zuiver geel hair; een ander heeft roiTe 00k na den paarfletrekkende Hairen, en aan'
zulke IS hetLy f als of hetSpaans groen door dezelfdeHairvery na het bruin vertemperd wäre
dog van hoedanige Verwen ze 00k zyn, is nogtans het Hair van de Staarr, dieastei
op het elfde Lid zit, altyd paarfch roodagtig. Op het +, 6 en 7de Lid zic on
leder een vafte welgemaakte Borftel, welks Hairen door het buigen van de Rups'niet van
elkanderen gaan, maar altyd haar gedaante houden , en in de inkervingen van iremeldc
Leden zynze met fchoon Fluweelzwart geteekend. De verdcre [Hairen op de R iicr
zyn ook wel Borftelagtig, maar weinig in getal. Insgelyks zyn de Hairen, die opdeTv
de uit Wratagnge mtwasjes groeijen,zeer yl.Om het een en ander voor het oog te breneen heb
ik een Rups op de rüg te zicn, om laag, en de andere hooger op zyde te zien, loopende län^«
den rand van een Pruimeblad, vertoond, daarze aan begint teeeten; alzo zy die beminr n ^
eet zy gaarne de Abnkooze en Linde - bladeren: egter leeftze ook nog op verfcheide in
deren, waar onder de Noteboom is, daar anders weinig Rupfen op kou,cii. Om te ver
anderen fpint zy eerst van vuil Okeragtiee draaden een Ovaal huisje, dat ruim va
trek is , tegen een Stam of eenig Houtwerk aan: binnen welks omtrek zy een k l i H™"
maakt, dat daar als los in fchynt te leggen. Te famen nogtans zyn ze zo dik ni S f
men ziet 'er gemeenlyk nog iets van de veranderde Pop iii doorfchynen en de afh'e I
ding hier van is geheel om hoog, aan een Takje vast geiponnen zynde. DePoDisHun
fchalig helder bruin uit den geele , en glanzig ; maar op de rüg zynze mer graauweee^e
Haircjes bezet. Het Wyfje is merkelyk grooter dan her Mannetie , eelvkrr 1
liggende, by de Wytjes Ul i , die haare bleekgroene Eieren legt, te zien zyn b ^ n ®
zyn ruig en asgraauw, en de Mannetjes het fterkfte getekend , maar nog duidelvkcr fr
kennen door de Kaftanje - bruine Hairen aan deHoornen, terwyl die der Wyfies pe
zaam kaal zyn. Ik hebze zo in Vrankryk als hier te Land gevonden. De verandi"^®"
gen , van die het meest in tyd verfehillen, zyn hier nevens als volgt naerui-
Deeerftefponden i60f7. , wierdeenPopjedcn 22 OÖ.,en üylden j's A f « i n 208 Dio-^n
Dce rtwweeeedde cf OOäS.. - - - - - jnOf f . _ -o
De derde - - - 27 Sept.
looa . -• . isii/^y:;;;"
zOß. - - . XTjuny.2^%
y:tr
m
'f 4