119—188 n. C. Grootbrons. Zijn ongedekt hoofd
naar links.
Keerz.: Clementia, links gewend; zij houdt eene
offerscbaal en eene speer in de hand . . . .
119— 138 n. C. Grootbrons. Zijn gelauwerd borstbeeld
naar recbts.
Keerz. : Dacie, op eene rots gezeten, een standaard
vasthoudende...................................................................
119—138 n. C. Grootbrons. Des keizers gelauwerd
boofd naar links.
Keerz.: Een schip met roeiers en een loods
Middenbrons, als voren.
119— 138 n. C. Grootbrons. Zijn gelauwerd hoofd
naar rechts.
Keerz.: Fortuna, links gewend, gezeten; zij houdt
een roer en een hoorn des overvloeds in de hand.
119— 138 n. C. Grootbrons. Als voren.
Keerz.: Hispania in liggende houding; vdor haar
een konijn.........................................................................
119— 138 n. C. Middenbrons. Zijn hoofd metstralenkroon
naar rechts.
Keerz.: Moneta, links staande, met eene weegschaal
en een hoorn des overvloeds..............................
119— 138 n. C. Middenbrons. Gelauwerd hoofd van
den keizer naar rechts.
Keerz.: Pax, links staande, een olijftak en een
hoorn des overvloeds vasthoudende........................
119— 138 n. C. Middenbrons. Zijn borstbeeld naar
rechts met het paludamentum.
Keerz.: Virtus, rechts gewend; eene speer en een
hoorn des overvloeds in de hand..............................
119— 138 n. C. Middenbrons. Als voren.
Keerz.: Salus, links gewend; zij voedt een slang,
die zieh om een altaar gekronkeld heeft . . .
119— 138 n. C. Middenbrons, als voren.
693'
770
839
891
925
976
1014
1036
1108
S a b in a , v ro uw v a n H a d b ia n u s .
126— 136 n. 0 . Denarius. Haar borstbeeld met dia-
deem en met lange afhangende vlecht, naar rechts.
Keerz.: Concordia, links gewend, gezeten; zij houdt
eene ofFerschaal v a st ........................ 6
Denarius. Als voren.
Keerz.: Juno gesluierd; zij houdt eene schaal en
een scepter in de hand.............................. 18
Denarius, als voren.
Keerz.: Pudicitia, gesluierd, naar links . . . . 22
Grootbrons. Als voren.
Kee rz.: Pietas, gesluierd, links gewend, gezeten;
zij houdt eene schaal en een scepter vast . . . 62
A n to n in u s P iu s ( Im p . C a e sa e T. A e l iu s H a d e ia n u s
A n to n in u s A ugustus P iu s ).
140—143 n. O. Denarius. Zijn gelauwerd hoofd
naar rechts.
Keerz.: De modius met vier korenaren en een papaver. 7
139 n. C. Denarius. Als voren.
Keerz.: Offerwerktuigen.
140—143 n. C. Denarius. Als voren.
Keerz.: Clementia, links staande; zij houdt eene
offerschaal en een scepter v a s t .........................................36
Denarius. Zijn ongedekt hoofd naar rechts.
Keerz.: Een houtstapel van vier verdiepingen; bo-
venop staat Antoninus in eene quadriga.
Na zijn dood geslagen ........................................................4*5
Denarius. Zijn ongedekt hoofd naar rechts.
Keerz.: Adelaar, op een versierd altaar staande.
Na zijn dood geslagen.................................................* 47
149 n. C. Denarius. Zijn gelauwerd hoofd naar
rechts.
Keerz.: Salus, staande . . . . . . . • . 107
152 n. C. Aureus. Zijn gelauwerd hoofd naar links.
Keerz.: Antoninus, naar links , ziende; hij houdt