Keerz.-. Pax, naar links gaande; zij houdt een staf
in de hand........................................................................
105 n. C. Denarius. Zijn gelauwerd borstbeeld naar
rechts.
Keerz.-. Dacië, weenende, op eenige Schilden gezeten.
.............................................
112— 117 n. C. Denarius. Zijn gelauwerd borstbeeld
met het paludamentum.
Keerz.-. Fortuna, links gewend, gezeten; zij houdt
een roer en een hoorn des overvloeds vast
98 n. C. Denarius. Als voren.
Keerz.-. Victoria, links gewend, gezeten; zij houdt
eene offerschaal en een palmtak in de handen .
1 0 1 n. C. Denarius, als voren.
Keerz.-. Vesta, gesluierd, links gewend, gezeten;
zij houdt eene offerschaal en een fakkel vast.
101 of 1 0 2 n. C. Denarius. Als voren.
Keerz. : Mars, gehelmd, met loshangenden mantel, naar
links gaande; hij draagt eene speer en eene tropee.
101 of 102 n. C. Denarius. Als voren.
Keerz.-. Victoria, rechts gewend; met krans en
palmtak...............................................................................
114 n. O. Denarius. Zijn gelauwerd borstbeeld naar
rechts, in het paludamentum gehuld.
Keerz. : Triptolemus, links gewend ; hij houdt eene
offerschaal en korenaren v a st..............................
98 n. G. Denarius. Gelauwerd hoofd van den keizer
naar rechts.
Keerz.-. Vesta, gesluierd, links gewend, gezeten; zij
houdt eene offerschaal en een fakkel in de hand.
98 n. C. Denarius. Als voren.
Keerz.-. Pax, links gewend, gezeten; met olijftak
en scepter .........................................................................
98 n. C. Denarius. Als voren.
Keerz.-. Fortuna, links gewend, op een zetel,
89
76
98
122
128
186
145
178
182
185
waarvan de pooten den vorm van een hoorn des
overvloeds h e b b e n .......................................................
117 n. C. Denarius. Zijn gelauwerd borstbeeld naar
rechts.
Keerz. : Felicitas of P a x , links gewend, een mercu-
riusstaf en eeD hoorn des overvloeds in de handen.
Grootbrons. Des keizers gelauwerd hoofd naar rechts.
Keerz. : De zuil van Trajanus.
116. Middenbrons. Zijn hoofd met stralenkroon naar
rechts.
Keerz. : Providentia, links gewend, een scepter vasthoudende
en leunende op eene zuil, wijst met de
rechterhand op een bol aan hare voeten .
104— 110 n. 0 . Grootbrons. Zijn gelauwerd hoofd
naar rechts.
Keerz. : Pax, links gewend, een olijftak vasthoudende
, zet den voet op een Daciër, die ter aarde ligt.
104—110 n. G. Middenbrons. Zijn hoofd met stralenkroon
naar rechts.
Keerz. : Trajanus, naar rechts galoppeerende, terwijl
hij een vijand ter aarde w e r p t ...............................
104—110 n. C. Grootbrons. Zijn gelauwerd hoofd
naar rechts.
Keerz. : Tempel met acht kolommen in de gedaante
van een triomfboog ...........................................
104— 110 n. C. Middenbrons. Zijn borstbeeld met
stralenkroon naar rechts.
Keerz. : Tropee...................................................................
104— 110 n. C. Middenbrons. Als voren.
Keerz. : Drie militaire standaards, versierd met
een krans, een arend en eene hand. . . .
98 n. G. Middenbrons. Zijn hoofd met stralenkroon ,
naar rechts.
Omschriff. IMP. NERVA- CAES- TRAJAN-
AUG- GERM- P. M.
194
232
371
422
469
498
506
507