âoo
Verkade.
PI. No. Metaal.
1673. Halve nederlandsche rijksdaalder.
De woorden op de voorzijde niet door
punten gescbeiden.
86 2 Z.
1679. Nederlandsche rijksdaalder........................
Tekst, no 473.
'
j |
Z.
1679.
1680.
Nederlandsche rijksdaalder........................
Tekst, no. 474.
Zeeuwsche daalder of dertigstuiversz.
penning. .......................................................
Yariëteit met de fout LUCTOR
ET ET EMERGO.
90 1 z.
1680. Hoedjesschelling..........................................
Geklopt met den pijlbundel x)
213 2 z.
1681.
1681.
Hoedjesschelling . ......................................
Stuiver met den zwemmenden leeuw.
213 2 z.
Twee exemplaren. Vergelijk 94 5 z.
1681. Duit.............................. ' X ............................ 95 7 K.
1682.
Nederlandsche dubbele gouden dukaat
1682
2). Zeeuwsche daalder of dertigstuivers-
78 4 G.
1683.
penning........................ .....
Zeeuwsche gouden daalder of dertiggul-
90 1 z.
denstuk............................................................. 80 1 G.
De woorden op de voorzijde door roos-
jes gescheiden. Met breeden rand.
1683. Zeeuwsche daalder of dertigstuiverspeni)
De te lich t, of van te siecht gehalte, bevondene schellingen werden, volgens
plakaat der staten van Holland en West-Friesland, dd. 26 September 1692,
gerednceerd tot 5'/a stuiver. De overige werden met een Stempel geklopt.
kj Onder de muntstnkken der Vereenigde-Provincien komen enkele exemplaren
voor, waarbij men bij nauwkenrige waarneming bemerkt, dat in of onder het
cijfer der eenheden van het jaartal een ander cijfer verborgen ligt. De oorzaak
hiervan is, dät de stempelsnijder in plaats van een nieuwen Stempel te vervaardigen
dien van een vorig jaar heeft gebruikt. Hij had in dit geval slechts het
jaartal te veränderen.
Op dezen daalder van 1682 is dnidelijk te zien dat er oorspronkelijk 1681
heeft gestaan. Zie: Tijdschrift van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor
munt- en penningkunde, 1903, blz. 320.
301
Verkade.
PL No. Metaal.
ning.......................................... ...... 90 2 Z.
Dubbele zwaarte.
1683. Zeeuwsche daalder........................................
Afslag in lood.
90 2 L.
1684. Hoedjesschelling ........................................... 93 2 G.
Varieteit met MO : NOV. en met
ZEELANT.
Afslag in goud.
1684 Stuiver met den zwemmenden leeuw . 94 5 Z
1684. Duit Met zeer fraaien rand. .
Afslag in goud.
95 v f G.
1684. Duit. ....................................................... 95 7 K.
1685. Hoedjesschelling..........................................
Varieteit met ORDIN • ZEELAND.
93 2 Z.
: i 1
1685. Stuiver met den zwemmenden leeuw. . 94 5 z.
1686. Zeeuwsche daalder of dertigstuiverspen- 1
ning. ...................................................... . 90 2 z.
Met stippen tusschen en niet onderaan
de woorden.
1686 Zeeuwsche daalder ofvijfschellingspenning.
Met roosje achter het muntteeken.
90 3 z.
1687. Zeeuwsche tienschellingspenning of dubbele
zeeuwsche daalder.............................. 90 4 z.
Dubbele zwaarte. ü 1687. Zeeuwsche tienschellingspenning of dub*
1
bele zeeuwsche daalder.............................. 90 4 z.
Het muntteeken tusschen twee punten.
1687. Zeeuwsche tienschellingspenning of drieguldenstuk......................................................
— — z.
Tekst, no. 498b.
1689. Dubbele stuiver. Het muntteeken tusschen
twee roosjes........................................ 94 7 G.
Afslag in goud.
1689. Duit. Met afwijkenden rand. 95 7 K.
1690.
L
Zeeuwsche tienschellingspenning of dubim