Keerz. \ Jupiter links gewend, gezeten ; hij houdt
eene victoria en een scepter in de hand
90 of 91 n. C. Middenbrons. Als voren.
Keerz.: Moneta, links staande, zij houdt eene weegschaal
en een hoorn des overvloeds in de hand.
73 n. C. Middenbrons. Als voren.
Keerz.-. Domitianus te paard; hij houdt een scepter
vast en heft de rechterhand op . .
Middenbrons. Als voren.
Keerz.. Fortuna, links gewend, met een roer en
een hoorn des overvloeds in de hand . , .
85 n. C. Middenbrons. Als voren.
Keerz.i Een groot altaar.............................. .....
76 n. G. Middenbrons. Zijn gelauwerd hoofd naar
rechts.
Keerz. Spes, naar links gaande; zij houdt eene
bloem in de h a n d .....................................
76 n. C. Middenbrons. Zijn ongedekt hoofd naar
rechts.
Keerz.. Spes, naar links gaande, eene bloem vasthoudende;
zij heft met de linkerhand haar ge-
waad op.
Varia/nt van
85 n. C. Middenbrons. Zijn hoofd met stralenkroon
naar rechts.
Keerz.: Mars, haastig naar links gaande, eene victoria
en eene tropee vasthoudende........................
76 n. C. Middenbrons. Zijn gelauwerd hoofd naar
rechts.
Keerz.: Domitianus te paard, naar links gaande.
81 n. C. Middenbrons, als voren.
Keerz.: Pallas, gehelmd; zij houdt een bliksem en
een schild in de hand................................................
81 n. 0 . Grootbrons. Als voren.
Keerz.: Pallas, gehelmd, naar rechts gaande; zij
370
382
397
411
420
*
420
441
470
523
werpt eene spies en houdt een schild vast . . 524
87 n. C. Middenbrons. Als voren.
Keerz.-. Virtus, gehelmd, zij houdt een parazoni um
en eene spies v a s t ................................................ 556
N e r v a ( I m p . C a e s a r N e r v a A u g u s t u s ).
97 n. C. Denarius. Zijn gelauwerd hoofd naar rechts.
Keerz. : Offerwerktuigen.................................... 21
96 n. C. Denarius. Als voren.
Keerz. : Eortuna links gewend; zij houdt een roer
en een hoorn des overvloeds in de hand . . . 26
97 n. C. Middenbrons. Zijn gelauwerd hoofd naar
rechts.
Keerz.\ Twee ineengestoken handen . . . . 74
97 n. C. Grootbrons. Als voren.
Keerz. : Fortuna, links staande ; zij houdt een roer
en een hoorn des overvloeds in de hand . . . 91
97 n. C. Middenbrons, als v o r en ............................................ 92
96 n. C. Grootbrons. Zijn gelauwerd hoofd naar rechts.
Keerz. : Libertas, naar links gaande ; zij houdt eene
muts en een scepter v a s t ................................................103
Grootbrons. Als voren.
Keerz. : Pax, links gewend, gezeten, een olijftak
en een scepter vasthoudende......................................... 114
T r a ja n u s ( I m p . C a e s a r N e r v a T r a ja n u s A u g u s t u s ).
104—110 n. C. Zijn gelauwerd hoofd naar rechts.
Keerz. : Aeternitas, naar links gaande ; zij houdt de
zon en de maan in de h a n d e n .............................. 9
112— 117. n. C. Denarius. Zijn gelauwerd borstbeeld
naar rechts.
Keerz. : Arabië, naar links gaande ; zij houdt een
tak en een riet vast ; aan hare voeten een struisvogel. 15
105 n. C. Denarius. Als voren.
Keerz. : P a x , naar links g a a n d e ......................................38
104—110 n. 0 . Denarius. Zijn gelauwerd hoofd naar
rechts.