Als voren.
Keerz. : Kruis tusschen twee ringetjes, boven het rechtsche
een groepje van drie stippen. Sporen van omschrift.
Buitenrand o n tb r e e k t ............................................Z.
Macaré I I , p l. 2 , no. 25.
S c e a t t a ' s , me t op de v o o r z i jde e e n me e s t a l g o ed
g e t e e k e n d h o o f d , op zi jde g e z i e n en op de
k e e r z i jd e e e n g e p a r e l d v i e r k a n t , wa a r in l e t t e r s
o f f i gu r en .
Sceatta, 0,95 gr.
Vermoedelijk nabootsing van de kleine kopermuntjes
van Constantinus IT, te Londen geslagen.
Gekroond hoofd met diadeem naar rechts. Daarachter
AO. Vóór het gelaat: TIC.
K e e rz.: Gepareld vierkant 1), , waarin Onderaan
een kruisje. Sporen van omschrift. . . . . Z.
Verg. Gat. Br. Mus., p l. 1 , no. 5.
Macaré I I , p l. 1 , no 27.
Sceatta’s , als voren, 0,90 en 0,95 gr. ...............................Z.
Sceatta, 0,70 gr.
Ruw geteekend hoofd naar rechts, waarvan het voor-
hoofd slechts door eene horizontale lijn is aangege-
ven. Yierkante neus, waarnaast een stip als oog.
De lippen zijn door twee lijnen aangeduid. Het
1) Algemeen houdt men dit type voor eene verbastering van den romeinschen
standaard, waarin VO T , voorkomende op kleine bronzen munten uit den tijd
XX
der Constantijnen.
Zelden echter treft men een sceatta aan met volledig muntbeeid, zoodat meestal
op twee of drie der buitenzijden de figuren afwezig zijn. De beer S. W ig er sm a Hz.
te Leeuwarden beeft het eerst aangetoond, dat te weinig aandacht wordt geschon-
ken aan wat buiten bet vierkant voorkomt. IVLet bebulp van eenige sceattas, op
een en denzelfden Stempel geslagen, maar verschillende zijden van het muntveld
weergevende, is het hem gelukt een volledig exemplaar te teekenen. Men ziet
d a a ru it, dat de versieringen aan den buitenkant met het binnengedeelte een
harmonisch geheel uitmaken.
borststuk wordt door twee horizontale lijnen, waar-
tusschen eene parelstreep, aangegeven. Onvolledige
runen x) in het veld.
Keerz. : Een vierkant uit parellijnen gevormd, met
eene rechte streep op de hoekpunten, waartusschen
vier kruisjes. Binnen het vierkant een ringetje, waar-
rond streepjes en h aakjes.......................................................Z.
Verg. Revue beige s) , 1870, p l. F , no. 23.
Sceatta, 1,15 gr.
Goed geteekend borstbeeld naar rechts, met zeer groot
oog. De diadeem eindigt in drie bolletjes. Y6<5r
het hoofd eene letter of een kruisje. Zware parelrand.
Kterz : Gepareld vierkant, waarin drie kruisjes en een
groepje van drie stipjes rondom een cirkeltje met stip.
Sporen van figuren aan de buitenzijden van het
vierkant........................................................................................... Z.
Cat. Br. Mus., p l. 2 , no. 1.
Macaré I , p l . 2 , no. 48.
Sceatta, 0,55 gr.
Hoofd met diadeem naar rechts. Kruisje voor het gelaat.
Keerz : Dubbel gepareld vierkant, waarin vier kruisjes
om een cirkeltje. De buitenzijden van het vierkant
zijn b e sn o e id ...............................................................................Z.
Verg. Macaré I , p l. 2 , no. 48.
Sceatta. Geschonden.
Type als voren. Het oog is zeer groot.
Keerz : Yier kruisjes in het vierkant......................................Z.
Verg. Macaré I , p l. 2 , no. 48.
Sceatta, 0,60 gr.
Gekroond hoofd naar rechts met schuinen pareldiadeem
Achter het hoofd een strik in den vorm van eene
') J o h n E vans b e s c h rijft in The numismatic chronicle v a n 1 8 9 4 e en z e s ta l d e r-
g e lijk e „ s q u a r e - n o s e d ” m u n tje s . D e r u n e n , d ie e r op v o o rk om e n , w o rd e n d o o r
h em a ld u s g e le z e n : EP'SPI-W IG RÆ D , n am e n , d ie n o g n i e t z ijn o p g e h e ld e rd .
2) J. D ir k s . Les Anglo-Saxons et leurs petits deniers dits sceattas.