Keerz.'. Pax, links gewend; zij houdt een staf en
een hoorn des overvloeds................................................825
179 n. C. Grootbrons.- Als voren.
Keerz. : Pallas, eene speer in de hand. . . . . 552
Grootbrons. Als voren.
Keerz. : Afgesleteu.
Grootbrons. Zijn gelauwerd hoofd naar rechts.
Keerz. : Afgesleten.
191 of 192 n. C. Als voren.
Keerz.-. Hercules en Africa.................................... 719
190 n. C. Middenbrons. Gelauwerd hoofd van den
keizer naar rechts.
Keerz.: Een mercuriusstaf tusschen twee hoornen
des overvloeds............................................................. 758
191 n. C. Grootbrons. Zijn gelauwerd hoofd naar
links ziende.
Keerz. : Apollo, het plectrum in de hand, plaatst
eene lier op eene z u i l ...........................................462
Middenbrons. Als voren.
Keerz. : Hilaritas, links gewend, met langen palmtak
in de h a n d .........................................................—
180 n. C. Middenbrons. Als voren.
Keerz.'. Liberalitas, links gewend; zij houdt eene
tessera en een hoorn des overvloeds in de hand. —
Annuaire français, 1885, biz. 347.
C b i s p i n a ( B b u t t i a C b i s p i n a , vrouw van C om m o d ü s ) .
Middenbrons. Als voren.
Keerz. : Hilaritas, naar links gewend ; zij houdt een
langen palmtak en een hoorn des overvloeds. 80
Grootbrons. Borstbeeld der keizerin naar rechts.
Keerz.: Laetitia, links gewend. . . . . . . 35
Grootbrons. Als voren.
Keerz.-. Pudicitia, links gewend, zittende; zij
houdt haar sluier met den mond vast . . . . 37
J ulianus (M. Didius Severus Julianus).
198 n. C. Middenbrons. Zijn hoofd met stralenkroon,
naar rechts.
Omschrift: IMP- CAES. M. DID. JULIAN-
AUGKeerz.
: Portuna, links gewend, een scheepsroer
en een hoorn des overvloeds houdende.
Omschrift: p. M. TR- P COS. S. C- - • • 13
S e p t im iu s S e v e r u s (L . S e p t im iu s S e v e b u s P iu s P e r t in a x ).
197 of 198 n. C. Denarius. Zijn gelauwerd hoofd
naar rechts.
Keerz.: Abundantia, twee korenaren en een hoorn
des overvloeds in de hand.................................................. 24
198—201 n. C. Denarius. Als voren.
Keerz.: Abundantia, den voet op den voorsteven
van een schip.......................................................................... 25
194 n. C. Denarius. Als voren.
Keerz.: Portuna, den modius op het hoofd, links
gewend, zittende..................................................................103
204 n. C. Denarius. Als voren.
Keerz.: Cybele, op een leeuw gezeten, met scepter
en bliksem in de hand...................................................... 181
195 n. C. Denarius. Als voren.
Keerz.-. Pallas, naar links ziende; zij houdt eene
speer in de h a n d . ............................................... . 255
195 n. C. Denarius. Als voren.
Keerz. : Portuna, links gewend, een roer en een
hoorn des overrloeds houdende...................................... 260
205 n. C. Denarius. Als voren.
Keerz.: Jupiter, een bliksem en een scepter in de
hand; aan zijne voeten een a r e n d ..............................292
209 n. C. Denarius. Als voren.
Keerz.-. Neptunus, links gewend, de voet op
een rots....................................................................................324
209 n. C. Denarius. Als voren.
Keerz.-, Salus, links gewend, zittende; zij voedt eene