Verkade.
PI. No. Meta&l.
z. j. Yijfde Filipsdaalder. . . . . . 81 31 Z.
Yarieteit met CO. HOL.
(15)67. Yijfde Filipsdaalder 31 33 Z.
Gevonden te Brig damme.
1568. Kruisrijksdaalder. . . . . . . 33 58 Z.
Gevonden te Brigdam.me.
1568. Halve kruisrijksdaalder......................... 34 61 Z.
Gevonden te Brigdamme.
On d e r de S t a t e n .
Op naam van Filips.
z. j. (1576). Duit 56 7 K.
1577. O o r t 57 I K .
Yarieteit met DOMINI.
1578. Oort................................................................5 7 I K .
1578. Oort..................................^ . . . . 5 7 I K .
Yarieteit met ZELA.
Op naam der Staten.
z. j. Oort 57 3 K.
1584. Gehelmde rijksdaalder.
Vergelijk 45 1 Z.
1702. Duit............................................. 57 6 Z.
Afslag in ¡silver.
1722. Dubbele stuiver............................. 56 4 Z.
Twee exemplaren.
1738. Pijlstuiver.......................% . . . . 56 6 Z.
1739. Pijlstuiver......................................... 56 6 Z.
1748. Halve nederlandsche gulden. . . . 54 2 Z.
1749. Halve nederlandsche gulden. . . . 54 2 Z.
1750. Halve nederlandsche gouden rijder. 40 5 G.
1751. Nederlandsche gouden rijder. . . . 40 4 G.
1763. Duit................................................... 57 6 Z.
Afslag in zil/oer.
Verkade.
PI. No. Vietaal.
1759. Nieuwjaarspenning of kwart gulden *) 54 3 Z.
1760.
Twee exemplaren.
Halve nederlandsche gouden rijder. 40 5 G.
1762. Nederlandsche zilveren rijder of dukaton. 42 1 Z.
1767. Halve nederlandsche zilveren rijder of
halve d u k a to n .......................................... 42 2 Z.
1775. Dubbele stuiver.......................................... 56 4 Z.
1783. Nederlandsche gouden dukaat . . . 39 6 G.
z. j.
G o r k u m.
Oort............................................................... 58 3 K.
1588.
W E S T - i E I E S L A N D .
On d e r de S t a t e n .
Nederlandsche gouden dukaat . 59 1 G.
(Jaartal onleesbaar). Halve stuiver. Afgesleten.
Vergelijk 73 3 Bilj.
1650. Halve nederlandsche leeuwendaalder.
Vergelijk 66 5 Z.
1658. Dubbele stuiver.
Vierkante afslag.
Voorzijde.................................... ...... . 75 7 Z.
Keerzijde . . . ............................... 75 8 —
1678. Scheepjesschelling.................................... 72 4 Z.
1739. Duit . - ................................................ 76 4 K.
1739. D u i t ............................................................ 76 4 Z.
1759.
Afslag in zilver.
Twee exemplaren.
Nieuwjaarspenning of kwart gulden . 70 6 Z.
1780. D u i t ............................................................. 76 7 K.
') In de jaren 1756—1759 liefen de muntmeesters van Holland-, van Gelderderland,
van Westfriesland en van Utrecht zilveren penninkjes slaan, naar het
type van den gülden, die zij met Nieuwjaar verkochten om als geschenk te worden
uitgereikt. Zij werden spoedig algemeen aangenomen voor 5 stnivers.