
de Geflachten _der Springhaanen , en ■
Krekels. Uit het E y voortgekomen,
hebben zy reeds byna genoegzaatn die
gedaante , welke zy in den volmaak-
ten ftäat, wanneer ze Gevleugelt zyn,
behouden. Na dezen Eersten flaat
komt door middel van afitrooping der
Huid, de Tweede , welke men dien
van Pop o f Nimf, zou kunnen noe-
men , en alsdan vertoonen zig de
Stompjes of Vleugelfcheden der Wie-
ken , welke het Infeét in de laatile
Geilalte verwisfeling bekomt, en die
in evengemelde Stompjes beflooten
waren«
Deze Infedten leven van hun eerste
begin a f , tot in de laatfte, verhuidinge^
en hunne overige leeftydt, op Boomen
en Planten , uit welke zy door
middel van een lange fnuit hun voed-
fel zuigen.
De algemeene ICenmerken van het
Geflacht der Cicaden z yn :.
De Sprieten harter dan de Kop , be-
flaande uit drie Leden.
Twee o f drie blinkende Oogjes, geplaatst
op het agterfte gedeelte van den Kop,
o f ter zyden van de twee Netswyze
Oogen.
: Een lange fn u it, welke nederwaards
onder het L y f geboogen is.
Au fortir de l'oeuf, elles ont déjà préfi
que entièrement cette forme qu'on leur. voit
dans t état parfait lorfqdelles font ailées«
Après .ce Premier état & dès qu'elles ont
changé de .peau., fuccede le' Second qtlon
pourrait nommer l'état de Nimphe, auquel
on voit alors les bubes ou boutons des
A iles, que cet Infe&e.prend dans, fa der-
niere métamorphofe., & qui étoient renfermées
dans ces mêmes boutons.
Ces Infe&es vivent, dès leur premier
commencement jufqu'à leur derniere transformation,
ainfi que pendant. tout le rejle
de leur vie, fur des- arbres & des plantes
dont, par le moyen dune longue Trompe.,
ils tirent leur nourriture.
Les Cara&eres génériques du Genre
des Cigales font: ■
... Les Antennes plus courtes que la
tê te , compofëes de trois pièces
articulées enfemble.
Deux ou trois yeux lilfes, placés fur
le derrière de la tête ou au côté
des deux yeux à réfeau.
Une longue Trompe, recourbée vers
le delfous du corps.
Drie Leden aan de Voeten.
De Twee agterfte Pooten tot fpringen be-
kwaam.
Vier Vleugels, waarvan de bovenße Daks-
wyze afloopende, en de onderfte meestal
waayeragtig geplooit zyn.
Behalven deze algemeene Kenmer-
ken kunnen de Cicaden wederom in
zes onderfcheiden Gezinnen verdeelt
worden , welker Kenmerken ik vol-
gens de Verdeeling van den Heere
Linnjeus hebbe behouden; Doch
brenge ik alleen de zogenaamde TLan-
taarndraagers QFulgoraj wederom by
de Cicaden: om dat zy in de wezent-
l|ke ke'ntekens niet van dezelven zyn
onderfcheiden, zelvs de Sprieten körnen
nagenoeg met elkander overeen.
Eerfte Gezin. Lantaarndraagers. Ful-
görae.
De Kop byna zo groot als het L y f. -
De Sprieten voor de Oogen geplaatst, be-
ftaande uit drie Leden , van welke het
' eerste lidt aan den wortel langwerpig ,
peeryormig; het tweede in de gedaante
van een halve Bol, waarop het der de:
L id t, zynde een dun hairtje', geplaatst
is. PI. I. Fig. 1.
Tweede Gezin. Bladerige: Foliacese.
Het Borstftuk groot, verheven en weder-
zyds plqt. PI. I. Fig. 2.
Trois Articles aux Taries.
Les deux Pattes poltérieures propres
à fauter.
Quatre Allés , dont les _ fupérieures
font pofées en Toit & les inférieures
prefquë pliifées' en forme d’éventail.
Outre ces Cara&très génériques, les
Cigales peuvent encore être divifées en
différentes Familles , dont j ai .retenu les
diftin&ions d après la Divifion de Mr. L in-
næûs~; mais feWàpparteftulément avec les
Cigales les Porte - Lanterne, ainfi nommés,
(Fulgoræj), parce que leur Ca-
ra&erî effentiel n'en différé pas, g? que
leurs Antennes font ajfés femblables.
Premiere F am il l e . Porte-Lanternes.
' Fulgora.
La Tête prefque aufli longue que le Corps.
Les Antennes, placées devant les yeux,
confiflent en trois Pièces, dont la
" premiere eil ovale à la racine, &
en forme de poire, la feconde dans
la figure d’une demi Balle , fur ia-:
' quelle la troifieme, qui eil un petit’
’ poil mince, eil placée. Pl. I. Fig. 1.
Secondé Fam ill e . Feuillés. Foliaceae.
Le Corcelet grand, élevé & applati des
deux côtés.'Pl. I. Fig. 2.
B