' Bol,, die van boven ruw en -als gefa-
.gryneert is ; op het midden van dezen
Bol is ee.n kort fyn zwart kieurig hair-
.tje, ’t welk het derde Lidt der fprie-
ten uitmaakt. Tusichen de Netswyze
Pogen- -en de iprieten ziet men een
klein wir gl ad bolletje ’t welk waar-
ichyrilyk äs zogenaamde blinkende
■Oogjes zyn , welke aan den kop der
■meeste Cicaden en byzonder aan die
van het'vyfde Gezin' zeer'duidelyk
zyn. , Het Borstltuk- heeft dezelfde
.grondkleur -als de Kop, en is donker-
hruin gevlakt, naar het midden van ’t
..Agterlyf, uitloopende in een fcherpe
T ip , het is waarfchynlyk dat deze Tip
de plaats van een Lendenfchild beilaat;
rwant alle my bekende Cicaden hebben
geen zulk afzonderlyk Lendenfchild;
agelyk de meeste Torren en Wantzen.
Het agterlyf heftaat uit onderfcheiden
Ringern, enis van boven met een dans
..of fchimmelagtige ilof bezet welke
.wannepr men dezelve met eenig vogt
heilrykc daar afgaat.
De Vleugelen welke aan het Borstltuk
gehegt zyn., daar van zyn de ho-
■venften welke men Dekfchilden noemt
. diklcer en minder doorfchynende dan
de ondervleugels; wat de kleur en de
tekening derzelven betreff, dit alles
■kan beter uit de afbeelding, dan dpor
.eene l.aiigw.ylige omichryvinge gezien
.worden; als zynde naar een uit Suri-
mn ovgrgezonden droog, vris en wel
hewaard. voorwerp uit myne Verzama-
jrneling afgebeeldt.
_ De oudeyzyde -van 't L y f is, geelag-
jtig graauw met .dpnkerbruine vlakken,
-de Booten. beitaan uit vier deelen
la troifieme articulation des Antennes.
Entre les yeux à Réfeau g? les Antennes
on voit un petit gkie blanc poli,
qui contient ’vraifer/Mabletnent ce quon
nomme les petits yeux lijfes, que la plû-
part des Cigales wnt à la tête & qui
font fur-tout très- vifibks. à celles de la
cinquième Famille. Le Corcélet a le même
fond de couleur que la Tête, g? efl
tacheté de brun foncé; aboutijfant par une
pointe digue vers k milieu de fpbdomen:
.il .efl vraifemblable que cette Pointe tient
■la place de VEcuffon, puifque toutes les
Cigales que je cannois ri ont point un tel
Ecujfon particulier, comme la plupart des
Efcarbots & des Punflifest L ’Abdomen
confifle en divers anneaux & il ejl garni
au-dejjùs d'un duv& m d une matierf
farineufe qui s'en va quand on la frotte
avec quelque .chçfe d humide.
Les Ailes font attachées au Corselet,:
les fupérieures qu'on appelle Etuis fin i
plus épaijfes & moins diaphanes que, fis
inférieures^: Quant à ce qui concerne leur
couleur & leur deffew,. cela..fe peut mieux
voir dans la repréfintution que- par une
prolixe Defcription, -puifquil a été dejjiné
d après ma CotteStion dont tous, les objets
mont.été. envoyés ¿le Surinam fecs, Jains
& bien conditionnés.
Le dejfous du Corps ejl gris jaunâtre
tacheté de brun foncé. Les Tarfes con-
flflmt en trois Pièces, dont la première
zynde het eerste ’t welk aan ?t L y f
vast is , het dikile; en dit Deel zou
men de Dye kunnen noemen , het
tweede is iets langer en fmalder , ’t
welk ik de Schenkel noeme., het der--
Deel is het Been o f Scheenbeen, en
is zeer dun in evenredigheid der .vorige
Deelen, dän komt de Voet, welke/
in drie leden yerdeelt is , beitaali-
de. het laatite. lidt in een Klaauw met
t.wee fcherpe, nagels voorzien; alle deze
Deelen by elkander genomen r word
gemeenlyk een Poot genaamdt. De
voorite Pooten zyn aan het begin van
den Kop o f eigentlyk akn de Borst na-
by den liiuit gepläatst , de üiiddc’jio
Pooten voor aan ’t Borstiluk aan den
zelvden. Ring,. alwaar, de Dekfchilderi
.vast zyn , en de. agterpooten aan den
ballten Ring van ’t gemeine Borst,
ltuk,. daar de -ondervleugels vast zyn
gehegt;., de beenen van deze. agterpooten
zyn langer dan die. van de twee
paar vooriten, en aan de buitenranden
met doornen gewapent, gelyk de
Ipringpooten der ipringhaanen, waar-
uit blykt dat deze Infeiten met dezel-
ven een meerder kracht dan met da
andere pooten doen- kunnen, en het,
komt my dierhalven niet onwaarfchyn-
lyk voor, dat de zogenaamde Lantaarn-
draagers even zo wel als ineest alle Cicaden
kunnen fpringen. De fnuit welke
aan den Kop begint heeft de lengte.
van een duim, en beitaatuit drie Hute-
ken, ¡eggende de eigentlyke Zuiger
tusfehen eene lcheede welke van bin^
nen hol en in twee itukken verdeelt is.
De Wyfjes waar naar deze afbeeld'ing
gemaakt is , hebben aan ’t einde van ’t
qui efl fixée au Corps, étant la plus
èpaifje , pourroit être appellée Hanche ;
La fecmde ejl encore plus longue & plus
déliée, je la nommerai Cuijfe. L a troi-
fieme Pièce efl la-’ ¿Jambe, très-mince en
proportion de la Piece précédente : vient
enjitite le Tarfe,' qui efl divifé 'en trois
articles, le dernier defquels efl une griffé-
avec deux: ongles pointus; tous ses A r ticles
, pris enfemble, fe nomment en .général
une Patte. La première Patte efl
placée au commencement de la Tête , ori'
proprement air Corcelet près de la trompe ;
la Patte du milieu efl. au' devant du Corcelet.
.air même Anneau que les Etuis font fixés ',,
& la Pàtte de derrière aù dernier An-
neaur dudit Corcelet oü les ailes inférieur
res font fermement attachées: les jambes
des pattes de derrière font plus longues
que celles des deux, paires précédentes,
fm¥¿.armées d'épines comme les pattes à
fauter des fauterelles, d oè il par oit que-
ces- Infectes en tirent plus de force que dess
autres patjsssp & il me fémble ajfez■ vrai-
femblable que les Porte-Lanterne:,, ainJE
nommés, peuvent fauter atÿi bien: que la
plupart des Cigales. L a : Trompe. qui-
commence à la Tête efl de la longueur d un-
pouce g? confifle en trois: parties, le propre
Piflon étant placé entre un fourreau con-
cave divifé en deux parties. Les■ Papillons,.
d'après lefquels cette repréfentation efl faite;:
ont au bout de l'abdomen ;• fo it à leur
Jixieme anneaw une tariere ■ en • formé de
feie , dont ils-.fi fervent, apparemment
comme les autres Cigales, pour loger leurs
oeufs dans des branches d’arbres & dans
des plantes; & \ l’.on voit chez les mâles
à la derniere- partie dudit abdomen eétté
même figure écailleufè qu'ont les Papifi