steenplaten met overblijfselen van vleugel vingers, die te Haarlem in
Teylers museum bewaard worden.
Het is tegenwoordig, bij gebrek aan bescheiden, niet meer mogelijk
uit te maken of de eerste overblijfselen van vleugelvingers, die bekend
geworden zijn, opgeleverd zijn door het leigesteente van Stonesfield in
Engeland of door den lithografischen steen van Beieren. Yerder is het
ook onzeker welke overblijfselen uit het laatstgenoemde gesteente de
eerst gevondenen zijn, daar er van de uit oude verzamelingen afkomstige
versteeningen van deze soort, namelijk die welke onder de namen
van Pterodactylus longirostris, Pt. giganteus, Pt. micronyx en Pt. (Opni-
thopterus) Lavateri bekend zijn, niet meer te bepalen is in welk
jaar zij gevonden zijn. Slechts dit is zeker, dat collini de eerste was
die de aandacht der geleerde wereld op dit merkwaardige geslacht
van dieren vestigde, door, in het jaar 1784, een beschrijving te geven
. van een raadselachtige versteening uit het kalkgesteente van Eichstädt,
die hij in de verzameling van de Kur-Pfälzische Academie te Mannheim
had aangetroffen. Later gaf cuvier den geslachtsnaam van Pterodactylus,
v l e u g e l v in g e r , en von sommering dien van Ornithoce-
phalus, v oge lkop, aan dit zonderlinge dier. De l a n g s n a v e l i g e
vl euge lvinge r , Pt. longirostris, was dus in elk geval de soort die
het eerst bekend is geworden. Eerst 33 jarenlater, in 1817, beschreef
von sommering een tweede soort uit den lithographischen kalk van
Beieren, den Pt. brevirostris. Vroeger evenwel had spix reeds opmerkzaam
gemaakt op een paar leden van den langen vinger van een pterodactylus
, die hij als aan een vampyr behoorende beschouwde, doch
die later gebleken zijn afkomstig te zijn van het dier dat thans Rhccm.-
phorhynchus Oemmingi geheeten wordt, en waarover wij later zullen
spreken. Kort daarna, ook nog in 1817, beschreef von sommering een
groote soort, den Pt. grandis. Yan dit dier had blumenbach reeds in
het jaar 1783 — en dus een jaar vóór dat collini den Pt. longirostris
bekend maakte overblijfselen gezien, doch waarvan hij eerst in
1801 melding maakte, in een tijd dus waarin cuvier reeds de ware
natuur van den vleugelvinger had erkend. In het jaar 1817 kende men
derhalve reeds overblijfselen van vier verschillende soorten van pte-
rodactylen.
Tot December 1828 bleven dezen de vier eenige vertegenwoordigers
van het geslacht, toen de ijverige verzamelaarster van versteeningen,
Miss Mary ANNiNG, in het lias van de zuidkust van Engeland een nieuwe
soort vond, die door buckland Pt. macronyx werd geheeten, een soort
die weldra ook door hermann von meyer in het lias van Frankenland
werd aangetoond.
Nu ging het sneller met het vinden van nieuwe soorten, of ten minste
van zulke overblijfselen waarin men nieuwe soorten meende te zien,
en aan welke men daarom ook nieuwe soortnamen gaf. Zoo verkreeg men
in 1830 Pterodactylus Munsteri, g o l d f u s s .
» 1831 — medius, v . Mü n s t e r .
77 77 — crassirostris, g o l d f u s s .
77 1832 , , TFjjIuI'K' BucJclandi, v . m e y e r .
77 . - 77 f . dubius, V. MÜNSTER.
77 1836 — longipes, v. Mü n s t e r .
77 1837 Kochi, WAGLER.
77 ’ W ,' — Lavateri, v . m e y e r .
77 1839 ■ — longicaudus, v . Mü n s t e r .
77 1842 V t . Meyeri, v . Mü n s t e r .
77 1843 secundarms, v. m e y e r .
77 1845 — giganteus, b o w e s b a n k .
V 1846 Gemmingi, v . m e y e r .
77 1851 — Guvieri, b o w e r b a n k .
77 77 compressirostris, o w e s .
V 77 conirostris, o w e n .
77 77 — rhamphastinus, w a g n e r .
ü ■ » Redenbacheri, w a g n e r .
77 1852 ÉÉIÉNN gracilis, t h e o d .
77 1854 — longicollum, v. m e y e r .
»: » — wurtembergicus, qUe n s t e d t .
77 1855 — suevicus, FRAAS.
77 1856 micronyx, v . m e y e r .
77 1857 crassipes, v . m e y e r .
77 77 mm 1 hirundinaceus, w a g n e r .
77 V - - propinquus, w a g n e r .
77 77 vulturinus, w a g n e r .
77 1858 —■ ■ liasicus, q u e n s t e d t .
77 77 «#— grandipelvis, v. m e y e r .
77 77 cirinensis, v. m e y e r .
_Later zijn er niet slechts nog eenige nieuwe soorten, zooals de beroemde
Pt. spectabilis en anderen , beschreven, maar zijn er ook van deze