VOORWOORD.
Waar Prof. Jonckbloet in zijn „Gedenkboek” zulk eene uitvoerige
en rijk gedocumenteerde beschrijving gegeven heeft van de geschie-
denis der Groningsche Hoogeschool in haar ganschen omvang, —
daar heb ik gemeend mij, over ’t algemeen, te kunnen beperken
tot een kort historisch overzicht.
Aan den heer Mr. B. ten Brüggen Cate, die mij inzage gaf van
zijne hoogst belangrijke collectie afbeeldingen en aanteekeningen
betreffende de Groningsche Academie, en aan de heeren Jhr. Mr.
J. A. Feith en P. A. Meilink, die mij op het Rijksarchief alhier hun
zeer gewaardeerden steun verleenden, geef ik de verzekering mijner
bijzondere erkentelijkheid.
V. F.