„aan Zyne Doorl.ste Hoogheid gedaane verzoek, verkreegene
„permissie, trokken de Studenten, ordine Militari, met het
„Vaandel, en by hun hebbende twee corpsen Musicanten,
„waarvan het eene voor en het andere in de midden geplaatst
„was, na het Stadhouderlijk Quartier längs de voorige route,
„alwaar Zyne Doorl.ste Hoogheid, in de Voorpoorte van het
„Hof staande, hun in de uiterste Order voorby zieh zag defi-
„leeren, wordende door de Officieren met de Degens en het
„Vaandel gesalueert.
„Wyders trokken de Studenten door de Jacobiner-en Oude
„Ebbingestraat voorby het Stadhuis, door de Heere Straat,
„längs Caroliweg, voorby het huis van den Rector M. in de
„Oosterstraat; welken zy mede met de Deegens en het
„Vaandel salueerden ; gaande vervolgens längs de beide Mark-
„ten, door de Stoeldraaijers- en Kijk-in-’t Jatstraat terug na
„de Academie; alwaar zy uit malkanderen scheidden, zonder
„zieh in eenige gezelschappen met den anderen te begeeven;
„en wordt tot derzelver Lof aangeteekend : Dat zy dit alles
„met de uiterste modestie en decentie begonnen en volbragt
„hebben.”
Vier jaar later herhaalde de prins zijn bezoek aan Groningen
en was daarbij vergezeld van zijne gemalin De ontvangst was
even feestelijk als te voren, doch de geestdrift was merkbaar
aan het tanen. De tijd der Revolutie was niet ver meer verwijderd.
Wij kunnen de woelige jaren van het laatst der achttiende
eeuw hier stilzwijgend voorbijgaan. Want hoe groot de ver-
anderingen ook waren, die zij in ons Staatsbestuur te weeg
gebracht hebben, op de Academie was hun invloed van betrek-
kelijk geringe beteekenis.
Ernstiger gevaren bedreigden het bestaan der Hoogeschool,
toen ons land in Juli 1810 bij Frankrijk werd ingelijfd. Het
„Algemeen Reglement op de organisatie der Hollandsche Depar-
tementen voor 1811” bevatte namelijk de volgende bepaling:
„Onze Grootmeester der Universiteit zal aan onzen
„Minister van Binnenlandsche Zaken twee titulaire Raden
„van onze Universiteit voordragen, om zieh naar Holland
„te begeven, ten einde aldaar kennis te nemen van de
„gestichten van Openbaar Onderwijs van alle rangen of
„klassen, en een rapport uit te brengen omirent de mid-
„delen, om dezelve in het ligehaam van onze Keizerlijke
„Universiteit in te lijven.”
Het uitbrengen van dit rapport werd in den aanvang van
1811 opgedragen aan de heeren Cuvier en Noel. Den 29e11 Juni
bracht de heer Cuvier voor dit doel een bezoek aan onze Hoogeschool,
en het was voornamelijk tengevolge van zijn günstig
rapport1), dat het later uitgevaardigde Keizerlijke Decreet in
het voordeel der Groninger Academie uitviel. Dit Decreet, van
22 October 1811 bevatte, onder meer, de volgende artikelen:
„Art. I. Il y aura dans les départemens de la Hollande
deux Académies de l’Université Impériale. Le
„Chef-lieu de la première sera à Leide. . .
„Le Chef-lieu de la seconde sera à Groningue. Son
„arondissement se composera des départemens de la Frise,
„de l’Eems Occidental, de l’Eems Oriental et de l’Issel.
„Art. V. L ’Université d'Utrecht, l’Athénée d’Am-
„sterdam et celui de Deventer prendront le titre d’Ecoles
„secondaires.”
De Groninger Hoogeschool kon dus den titel voeren van
„Académie” , terwijl die van Utrecht tot „école secondaire” werd
teruggebracht.
Den 14e" Juli 1812 werd de Groninger Universiteit door
*) Zie het „Uittreksel uit het Rapport van de heeren Cuvier en Noël” , in den
Almanak der Akademie van Groningen, voor ’tjaar 1814, door Th. van Swinderen,
pag. 91 en volgende.