gevorderd was, dat het grondwerk een aanvang kon nemen. J)
Op den 232sten gedenkdag van de oprichting der Hoogeschool,
— den 8sten October 1846, werd op den westelijken hoek van den
voorgevel de eerste hardsteenen fundamentsteen voor het nieuwe
Academie-gebouw gelegd door den wethouder H. W. van
Giffen, als waarnemend burgemeester van Groningen. De
inscriptie op dezen steen luidde:
FVNDAMENTA
Ipsis Natalibus Academiae
Iacta
CIO 10 CCCXLVJ.
Na het voltooien der fundamenten, werd de verdere boven-
b°uw, na aanbesteding, voor / 189.000 gegund aan den aan-
nemer P. J. van der Wal te Leeuwarden. Het gebouw is
verder opgetrokken onder leiding van den Stads-adsistent-
opzichter J. F. Scheepers, die daarvan 00k het eerste ontwerp
heeft gemaakt, later verbeterd naar de voorgestelde wijzigingen
van den Amsterdamschen architect J. Warnsinck.
Den i sten September 1848 was de kolonnade van zes Ionische
zuilen, aan den voorgevel, in gereedheid. Het duurde echter
nog ruim twee jaren, voor het geheele gebouw1 voltooid was.
De plechtige inwijding van het nieuwe Academie-gebouw
had den 25™ September 1850 plaats De geheele stad was in
een feestelijke stemming; overal waren de straten met guirlan-
des versierd, eerepoorten opgericht en de vlaggen uitgestoken.
Voor de kennis van het oude terrein der Academie is van bijzqnder belang het
artikel van, Mr. H. O. Feilh, „Over den grond, waarop thans een nieuw Akademie-
gebouw voor 's Rijks Hoogeschool fe Groningen wordt' opgerigt” , versehenen in de
Provinciale Groninger Courant van 20 November 1846.