den nieuwen „Recteur provisoire” , prof. Muntinghe, plechtig
ontbonden.
Den 3«" November daaraanvolgende had de inwijding
plaats van de nieuw geformeerde inrichting. Het „Corps
Académique” , gekleed in bonte tabbaards (het nieuwe ambts-
costuum), begaf zieh, gevolgd door de Studenten, in optocht
naar de Académie, en vervolgens naar de Academie-kerk, waar
de Rector het besluit der nieuwe organisatie voorlas en een
toepasselijke redevoering hield, waarna de professoren den eed
in zijne handen aflegden.
Het Fransch régime was echter van korten duur Na het
herstel onzer onafhankelijkheid werden de Acaderniën van Leiden
en Groningen, „dusverre uitgemaakt hebbende een gedeelte der
Keizerlijke Universiteit onmiddellijk als zoodanig gesuppriraeerd.
Zij werden „provisioned op nieuw geconstitueerd”, met de
bepaling, dat aile Hoogleeraren en verdere beambten inmiddels
hunne functies zouden voortzetten.
Deze voorloopige regeling werd later vervangen door de
nieuwe verordeningen op het Hooger Onderwijs, vastgesteld
bij Koninklijk Besluit van 2 Augustus 1815.
Inmiddels had men niet verzuimd het tweede eeuwfeest van
de stichting der Académie met groote plechtigheid te herdenken.
Willem I en zijne gemalin waren overgekomen om het feest
bij te wonen Den ioen October 1814 werden de plechtigheden
des morgens geopend door eene godsdienstige toespraak van
den Hoogleeraar Tinga in de Martini-kerk. Des middags werd
in de Nieuwe Kerk de feest-rede gehouden door den Rector
Magnifiais Herman Muntinghe, afgewisseld door muziek en het
koorgezang van het zangkoor der R. C. gemeente De vorstelijke
familie was bij deze beide redevoeringen tegenwoordig. Des
namiddags was door de Académie een feestmaal aangericht,
terwijl des avonds nog een maskerade van de boekverkoopers,
een gala-voorstelling in den Schouwburg en een luisterrijk bal
plaats vonden.
Den volgenden dag werd het feest voortgezet, waarbij o. a.
van stadswege aan de Académie een déjeuner dinatoire op het
Stadhuis werd aangeboden en des avonds door de Studenten
een allegorische optocht werd gehouden. ')
De jaren, die op dezen 200-jarigen gedenkdag der Académie
gevolgd zijn., verliepen meest zonder veel opmerkelijks op te
leveren.
De geregelde gang van het Academie-leven werd echter
plotseling gestoord door het uitbreken van den Belgischen
Opstand. Vele Studenten teekenden terstond.de lijsten tervrij-
willige dienstneming.
Hun aantal nam echter nog beduidend toe, na den brief door
den aftredenden Rector Magnifiais Nienhuis, op 12 October
1830, in gloeiende taal tot de Studenten gericht, doch vooral
toen de heeren J. F. van Oordt, hoogleeraar in de Theologie,
en W. Vroiik, buitengewoon hoogleeraar in de Medicijnen,
mcdegedeeld hadden, dat zij zieh wenschten aan te sluiten bij
de Studenten, die de wapenen hadden opgevat. Beide professoren
hebben dan 00k den geheelen veldtocht als 2e Luitenants met
de Flankeur-compagnie meegemaakt.
Volgens beschikking van 24 October 1830 werden de Studenten
vrijwilligers, wier aantal tot 129 man was aangegroeid, als
afzonderlijke flankeur-compagnie toegevoegd aan de 8ste afdee-
ling Infanterie, onder den naam van „Vrijwillige Flankeurs” . —
x) Een uitvoerig verslag der feestelijkheden vindt men in de „Beschrij ving van
de plegtigheden, welke er, bij gelegenheid van den tweehonderdsten verjaardag der
Groninger Akademie hebben plaats gehad” , voorkomende in den Almanak der Akademie
van Groningen, voor ’tjaar 1815, pag. 72— 149.