Square blade-ends vV
ne iyew Gillette Shave
ii
Reclame als culturele mimicry
filosoof Stiegler leidt de heftige evolutionaire
dynamiek van technische Systemen tot een
chronische desoriéntatie van sociale Systemen.
Misschien is de moderne mens de permanente
innovatie van het alledaagse moe? En verlangt
hij naar een tijdloze en onveranderlijke techniek
van goed-genoeg. Het liefst gebaseerd
op dat waarmee hij in zijn jeugd vertrouwd
is geraakt.
Innovatieve draaikolk
De Amerikaan Matthew B. Crawford bedrijft
in zijn boek Shop Class as Soulcraft (2009)
filosofie aan de hand van het sleutelen aan
motoren, net als Robert Pirsig dat in de jaren
zeventig deed in Zen en de Kunst van het
Motoronderhoud. Ontneem de mens zijn
gereedschap en hij is gedoemd verder te leven
in een steriele omgeving waar hij geen greep
meer op heeft, luidt kortgezegd Crawfords
analyse van het moderne leven. Crawford ziet
mensen die hun eigen apparaten herstellen als
rebellen: “Het símpele feit dat ze klaar staan
om dingen te repareren, maakt hen als klasse
tot een belediging voor de wegwerpmaatschap-
pij.” Zijn analyse stelt al die liefhebbers van
verouderde techniek in een ander daglicht.
Berijders van soms wel vijftig jaar oude, perfect
onderhouden motoren zijn niet zomaar
mannen die krampachtig vasthouden aan het
verleden, maar pioniers die met hun vaardig-
heid en kennis de consumptiemaatschappij
een hak zetten.
Crawford voert met zijn visie een achterhoede-
gevecht. Het door hem bejubelde vakmanschap
zal sommigen ontsnapping bieden aan de ver-
vreemding van het moderne leven, maar de
mensheid in zijn geheel laat zieh er niet door
redden. De aanhangers van het ‘transhuma-
nisme’ zien de redding juist in de snelle weten-
schappelijke en technologische vooruitgang.
Volgens hen is de mens beland in het post-
Darwin tijdperk en Staat hij op het punt zijn
evolutie in eigen hand te nemen. Tot de
mogelijkheid van onsterfelijkheid aan toe.
In Nederland zijn het vooral kunstenaars, zoals
Bas van Vlijmen en Pieter Lemmens, die hun
gedachten laten gaan over de innovatieve draaikolk
waarin we zijn beland. Bioloog/filosoof/
kunstenaar Lemmens ziet in navolging van
Stiegler dat de techniek de mens vormt. Dat
geldt ook voor informatietechnologie. In zijn
visie komt die momenteel vooral ten goede aan
een ‘totalitair kapitalisme’ dat de burger redu-
ceert tot een consument. Een consument die
de samenleving de rüg toekeert. ‘De mensheid
moet de moderne communicatiemiddelen her-
overen en inzetten om een nieuwe geestescul-
tuur te planten, een nieuwe renaissance!’ Sprak
hij tijdens een symposium in Velsen op 15 Oktober
2010. Lemmens meent dat internet juist
ook mogelijkheden biedt voor nieuwe vormen
van samenwerking, participatie en vooral ook
van een nieuwe opbloei van de collectieve intel-
ligentie.
Stille Oceaan
Meanwhile back in the Pacific... Ongeveer
tegelijk met het van start gaan van mijn
rubriekje in De Ingenieur, publiceerde het
gezaghebbende Amerikaanse wetenschappe-
lijke tijdschrift PNAS de resultaten van een
opzienbarend onderzoek. Volgens de redactie
van PNAS heeft het alles in zieh uit te groeien
tot een klassieke case study. Een onderzoek
dat laat zien dat de gelijkenis tussen biologische
en culturele evolutie meer is dan een
werkzame metafoor of een aardig gedachte-
experiment.
Deborah S. Rogers en Paul R. Ehrlich deden
onderzoek naar de bouw van de bootjes van
de verschillende Volkeren in de zuidelijke Stille
Oceaan. Een uiterst geschikte piek om culturele
evolutie te bestuderen, omdat 2500 á 3000
jaar geleden een culturele groep uitzwermde
over het gebied en vervolgens uiteenviel in
geisoleerde, maar verwante samenlevingen.
Rogers en Ehrlich ontdekten dat de functionele
kenmerken van de prauwen (kiel, mast, giek en
de drijver de boot stabiliteit moet geven) veel
langzamer veranderden dan de symbolische
kenmerken (boegbeelden, beschilderingen
en versieringen). Daarmee bevestigden ze
het vermoeden dat de functionele elementen
van gebruiksvoorwerpen onderhevig zijn aan
natuurlijke selectie. Goed gebouwde prauwen
vergroten de overlevingskans tijdens zeereizen;
vergroten het succes in visserij, migratie, oor-
logsvoering en voortplanting. De versieringen
van de prauwen bleken op hun beurt een snel-
ler en willekeuriger veranderingspatröon te
volgen. Volgens Rogers en Ehrlich toont hun
onderzoek aan dat het nuttig is om culturele
verandering vanuit een evolutionair perspectief
te bestuderen. Dat perspectief kan helpen
culturele veranderingen te begrijpen en zelfs
te voorspellen.
Geklungel
Het onderzoek van Rogers en Ehrlich is alleen
al zo bijzonder omdat zij zieh als biologen
hebben gestört op een ogenschijnlijk zuiver
cultureel onderwerp. En dat is hoe dan ook
een mooi bijeffect van die evolutionaire kijk
op culturele ontwikkeling. Dat het mensen
van verschillende disciplines - biologen,
antropologen, taalwetenschappers, archeolo-
gen, historici, filosofen, maar ook kunstenaars
en industrieel ontwerpers - uitdaagt over de
grenzen van hun eigen vakgebieden te kijken.
Zelfs over de scheidslijn tussen cultuur- en
gedragswetenschappen en natuurweten-
schappen.
Op het moment dat ik dit schrijf kan ik nog
niet beoordelen of Teylers Museum er in
geslaagd is de evolutionaire benadering aan-
schouwelijk te maken. Het lijkt me moeilijk
en eigenlijk ook niet zo belangrijk. Teylers
Museum an sich vormt als locatie al de perfecte
illustratie van die invalshoek. Toen ik mijn
idee voor een tentoonstelling in het museum
was komen toelichten, Üet conservator Bert
SÜggers mij meteen een paar evolutionaire
voorouders zien van de objecten die ik in
De Ingenieur had beschreven. Een fonograaf,
een spiegelstereoscoop en een telefoon uit
de negentiende eeuw. Op weg naar de vitrines
met fabelachtige toestellen en apparaten zag
ik in het voorbijgaan fossielen van een mam-
moet, van een gigantische perlibel, van de
Zondvloedmens en andere in onbruik
geraakte Schepselen Gods.
Waar het om gaat, is dat de tentoonstelling
ons een moment laat stilstaan bij de duizeling-
wekkende veranderingen in ons dagelijks leven.
Dat kinderen zieh verbazen over de Flintsto-
nes-techniek waarmee hun ouders en groot-
ouders zijn opgegroeid. Dat we met al onze
zintuigen kunnen ervaren hoe het (ook alweer)
was. En eindelijk zijtf de rollen eens omge-
draaid: jongeren die klungelen met oude
apparaten, in plaats van ouderen die klungelen
met jonge apparaten.
De wereld
printen in 3D
Over sociale media
Alexander Klöpping,
inter netj our nahst
Eerder dit jaar werd de eerste auto uitgeprint
met een 3D-printer. Dat is een printer die met
een computergestuurde arm laagje op laagje
boetseert om daarmee objecten te produceren.
De afimetingen en vor men van alle onderdelen
van de auto waren aanwezig als losse bestanden
op een computer. Nadat iemand op ‘printen’
geklikt had werden alle objecten uitgeprint,
en kon de auto in elkaar gezet worden.
3D-printers zijn niet extreem ingewikkeld
of duur meer. Voor minder dan duizend euro
heb je er al een in huis. En dat kan erg handig
zijn. Kapotte hak op je schoen? Print een
nieuwe uit. Vind je een deurklink in je huis
lelijk? Print een nieuwe uit. Is je zoon een
lego-blokje voor een te bouwen kasteel
kwijt? Print een nieuwe uit.
Een actieve gemeenschap van 3D-printer
bezitters deelt allerlei printbare fysieke
objecten met elkaar. In online communities
delen ze ontwerpen voor hakken, deurklinken
en legoblokjes. Maar ook van modelbouw-
vliegtuigen, meubels en complete, metershoge
kathedralen. Verschillende mensen ontwerpen
een deel van de kathedraal, om uiteindelijk
samen het geheel te kunnen printen.
Zonder mensen die bij elkaar komen, is een
3D printer slechts een dom ding. En dat geldt
eigenlijk voor alle sociale media.
Zonder een groep mensen die praat over wat
ze meemaken, lezen, tegenkomen en beleven
is Twitter slechts een dom ding. Maar door
de enorme gebruikersgroep is het opeens een
krachtveld dat bijvoorbeeld bedrijven dwingt
transparanter te zijn. Vroeger konden fabri-
kanten nog wel eens een probleem ontkennen
en tekortkomingen onder het tapijt vegen.
Tegenwoordig zoemt het op Twitter van de
klachten als een product een mankement heeft.
Vroeger trokken journalisten längs restaurants
om ze te beoordelen. Tegenwoordig geven
Nederlanders massaal hun mening op internet
en via Twitter over restaurants. En het zal niet
lang meer duren voordat mensen massaal aan-
geven waar ze op dát moment eten, zodat je in
één oogopslag kunt zien welke restaurants nú
populair zijn bij mensen zoals jij.
3D printer
’•RepRa
Jonge muzikanten werken samen aan muziek-
stukken. Harry Potter-fans schrijven fan-fictie
en beoordelen elkaars werk. Enkele enthousi-
astelingen maakten samen de grootste encyclopédie
van de wereld.
Door het bestaan van sociale media is het
makkelijker dan ooit om samen te werken.
En dat biedt mogelijkheden om meer dan
ooit creatief te zijn, meer dan ooit de waarheid
te vinden en meer dan ooit invloed te hebben.
Daar word ik heel blij van.