Vier Stapels tot
de maan
Het cassettebandje
democratiseerde de
muziekindustrie
Fanta Voogd, freelance journalist
De geluidscassette zou er komen, dat was in de jaren vijftig al duide-
lijk. Philips’ Compact Cassette vaagde na de introductie in 1963 alle
eerdere probeersels om een cassette op de markt te brengen van
de kaart. Het cassettebandje zou in de kwart eeuw die volgde een
wereldwijde democratisering van de muziekbeleving veroorzaken.
Hoe snel het cassettebandje heeft kunnen
verdwijnen uit het leven van alledag, blijkt uit
een mini-enquête onder kinderen tussen vier
en acht jaar oud. ‘Een videoo.tje’, luidt het
stellige antwoord van de vierjarige Rebecca
op de vraag wat de getoonde compact cassette
is. Vier van de zeven kinderen die de cassette
in handen krijgen, raden dat het iets met beeid
heeft te maken. De VHS-videotape is kennelijk
nog niet verdwenen uit het collectieve kinder-
geheugen. Keetje, acht jaar oud, is warm: ‘Een
soort cd’tje, maar dan oud.’ Geen van de kinderen
geeft het exacte antwoord. De zesjarige
Lindi zit er het dichtst bij: ‘Dat is een kadetten-
bandje.’
Wanneer we kijken naar aantallen en versprei-
ding over de wereld is de opmars van het cassettebandje
vanaf de jaren zestig veel indruk-
wekkender dan die van de grammofoonplaat
een paar decennia eerder. De minder welva-
rende delen van de wereld hebben het schellak-
en vinyltijdperk goeddeels overgeslagen. Pas
met de komst van de Cassetterecorder kwam
het zelf draaien van muziek in Azië en Afrika
binnen bereik van de massa. Het totaal aantal
verkochte cassettes - bespeeld en onbespeeld -
ligt volgens een serieuze schatting uit 1999
ergens tussen vijftig en honderd miljard stuks.
Dat zijn twee tot vier Stapels cassettedoosjes
die van hier tot de maan reiken.
mW-af) sJ Stamboom geluidsdragers D I /■iiaaa IÏZ k l
compact disc minidisk mp3-speler
Gestapo
In 1898 introduceerde de Deen Valdemar
Poulsen zijn Telegraphone, een apparaat dat
geluid omzette in elektrische trillingen en
vervolgens vastlegde in een magnetische
staaldraad. Pas in de jaren twintig werd het
procédé door Amerikanen en Duitsers in
productie genomen. Ook toen de Duitsers
vanaf 1928 de staaldraad vervingen door
geluidsband, bleef het gebruik beperkt tot
professionals - van de radio tot de Gestapo.
Pas na de Tweede Wereldoorlog kwam het
gebruik door particulieren op gang. Toch
bleef de bandrecorder altijd de liefhebberij .,
van een kleine groep consumenten; de
bediening was te omslachtig om een echte
massaconsumptie op gang te brengen.
Het is opmerkelijk hoeveel pogingen er zijn
gedaan om een geluidscassette op de markt
te brengen. De eerste poging dateert nog uit
het staaldraadtijdperk: de Textophon uit 1935.
In 1951 probeerden de Duitsers het met de
j r
Optaphon en in i960 bracht het Britse bedrijf
Garrard het Magazine Tape Deck op de markt.
Minder obscuur zijn de Amerikaanse pogingen:
de tweespoelige RCA-cassette uit 1958
en de CBS-cassette met een spoel uit 1959.
Het hoge licentietarief dat de Amerikanen
berekenden voor het recht het CBS-systeem
te gebruiken deden Philips en het Duitse
Grundig in 1961 besluiten om samen een
eigen cassette met een spoel voor huiskamer-
gebruik te ontwikkelen. Wat Grundig echter
niet wist was dat Philips tegelijkertijd op eigen
houtje aan een draagbare cassetterecorder
werkte, die was gebaseerd op het tweespoelige
RC A-systeem. In het Belgische Hasselt, in
de Philips-fabriek aan de Kempische Steenweg,
waren zo’n den Nederlandse en Belgische
technici, onder leiding van ir. Lou Ottens,
bezig met de cassetterecorder van de toekomst.
Tijdens de Internationale Funkausstellung,
een in juli 1963 gehouden beurs in Berlijn,
lanceerde Philips het nieuwe systeem. Dit tot
grote woede van Max Grundig, die pas een
paar weken daarvoor te hören had gekregen
dat Philips, naast het gezamenlijke huiskamer-
systeem, in alle stilte een eigen draagbare cassetterecorder
had ontwikkeld. De verhouding
tussen de twee radiofabrikanten was daarna
zo siecht dat Grundig de samenwerking beëin-
digde en besloot een eigen draagbare cassetterecorder
op de markt te brengen. In 1965 introduceerde
het Duitse bedrijf de Doppelt Cassette
en kondigde aan dat concurrenten het systeem
mochten overnemen zonder daarvoor licentie-
gelden te betalen. Sony profiteerde van het
Europese geruzie en dwong Philips zijn
systeem eveneens gratis aan te bieden.
Deze samenloop van omstandigheden, maar
ook de compactheid, de gemakkelijke bediening
en de mechanische deugdelijkheid van
de cassette hebben ervoor gezorgd dat Philips
als winnaar uit de strijd kwam. Alle fabrikan-
ten in Europa en Japan kozen voor de compact
cassette. Grundig gaf zieh in 1966 gewonnen
en sloot zieh aan bij het Philips-systeem. De
enige overgebleven concurrent van het cassettebandje
was de Amerikaanse Lear Jet Stereo
8 Cartridge, beter bekend als 8-track. Dit
systeem, dat in 1965 op de markt kwam en
met één spoel voortborduurde op de CBS-
cassette, had een goed geluid en was vooral
in de auto handig omdat op play drukken niet
nodig was. Spoelen was echter niet mogelijk.
Toen vanaf 1971 ook de Amerikaanse auto-
industrie nieuwe Personenwagens ging
afleveren met cassetterecorders, was de
triomf van het Philips-systeem compleet.
Philips kon nauwelijks aan de vraag voldoen
en het waren vooral Japanse bedrijven - Sony
voorop — die optimaal profiteerden van het
succès van de compact cassette. De geluids-
kwaliteit werd steeds beter, onder meer dankzij
de komst van Dolby-ruisonderdrukking en
bandjes van chroomdioxide en ferrochroom.
Het van oorsprong draagbare systeem ontwik-
kelde zieh in twee richtingen. Enerzijds bleek
het zeer geschikt voor het produceren van een
hoge (stereo)geluidskwaliteit in de huiskamer,
anderzijds werd een draagbare installatie in
1979 echt werkelijkheid met de komst van de
Sony Walkman.
Branden
De zegetocht van de compact dise vanaf 1982
vormde aanvankelijk geen bedreiging voor de
compact cassette. De hoge prijs van de cd en
de komst van cd-verhuurbedrijven stimuleer-
den juist het thuis kopiëren. Ook in de auto en
de walkman wist de schokbestendige cassette
nog een tijdje stand te houden. Maar met de
wijde verspreiding van de pc en vanaf 1995 de
mogelijkheid om er cd’s mee te branden, ver-
dween de cassetterecorder uit de Nederlandse
huiskamers. De komst van de mp3-speler en
de mogelijkheid om muziek te downloaden
zorgden er vanaf 1999 voor dat ook de laatste
hardnekkige walkmanluisteraar uit het straat-
beeld verdween. In ontwikkelingslanden heeft
de cassette het beduidend langer vol gehouden.
De cassette heeft gezorgd voor de wereldwijde
democratisering en individualisering van de
muziekbeleving: vanaf de introductie kon
iedereen voor weinig geld zijn hoogstpersoon-
lijke smaak volgen. Bovendien gaf het cassettebandje
het startschot voor de nog immer voort-
durende uitholling van het auteursrecht, maar
gelijktijdig zorgde het ook voor de democratisering
van de muziekproductie. Voortaan kon
iedere muzikant zonder tussenkomst van de
Philips introduceerde de cassetterecorder
in 1963
industrie in kleine oplage zijn werk aan de
man brengen. Ook die revolutie wordt momen-
teel op het internet voortgezet.
Mogelijk dat de opmars van breedband-inter-
net, Streaming media als Youtube, Myspace
en Spotify het einde heeft ingeluid van de
geluidsdrager, indusief de mp3-speler. Vooral
nu steeds meer mensen daar ook mobiel
gebruik van kunnen maken. De volmaakte
beschikbaarheid van muziek, altijd en overal,
maakt het willen bezitten ervan tot een nutte-
loos streven.