‘Je voelt dat het van belang is’
Het persoonlijke plezier van schenken
Teylers Museum is een uniek monument.
Zonder de betrokkenheid van enthousiaste
particulieren zou het niet kunnen bestaan.
Ook in de toekomst is him steun hard nodig.
Teylers Museum, het eerste en oudste museum
van Nederland, is in 1784 voor publiek geopend
dankzij de nalatenschap van één burger, Pieter
Teyler. Hij vond dat burgers zelf een belang-
rijke bijdrage konden leveren aan het verbete-
ren van de samenleving. Door hen op de -
hoogte te brengen van de laatste wetenschap-
pelijke ontdekkingen en eigentijdse kunstvor-
men, zouden mensen zieh ontwikkelen tot
mondige burgers. Deze idealen zijn typerend
voor de tijd van de Verlichting en hebben nog
steeds grotè waarde.
|Marjan Schàrloo, directeur
rÈr.zijn yele redenen waarom particulieren Teylers
iMuseum steunen. Voor aile gevè^ geldt dat zij een
spéciale band met het museum hebben én persoon-
|ijk plezier bëleven aan schenken. Veel vrienden en
¿donateurs voelen zieh vérbonden met het muséum
lomdat zij uit deze streek afkomstig zijn. Sommigen
•voelen zieh inhoudelijk verbonden met de collecties
|of de wetenschappelijke activiteiten.
|Wij ontvangën de prächtigste voorwerpen van
fverzamelaars. Onlangjs kregen we uit sen erfenis
■een fraai diafanoràmâ, een soort multidimènëiôhàle .
glasfoto. De dame in kwestie hàd er twëe, de
fandere liet zè në aan de Vrrënden van de Bavé.
Maar omdat die het object bij ons beter op zijn ■■jM
plek vonden, kregen wij het in langdurig bruikleen.
Sommige verzamelaars bieden finandële onder-
steuning bij1 aankqpen. Doqc.de gedeelde spanning
bij een aankoop en de vreugde bij het slagén, ^
krijgt zo'n aanwinst extra dimensie."
Teylers Museum Fonds
Schenkingen worden beheerd door het Teylers
Museum Fonds. Soms kiezen schenkers in
overleg voor het instellen van een speciaal
Fonds op Naam met een specifieke doelstelling,
die samenhangt met de persoonlijke voorkeur
van de initiatiefnemer of persoon die met dit
fonds wordt geeerd. Teylers Museum is overi-
gens vrijgesteld van schenkings- en successie-
recht.
Werelderfgoed
Twee miljoen gulden - nu ca. 80 miljoen euro -
liet Teyler na. Zijn vijf beste vrienden voerden
het testament uit, vormden Teylers Stichting
en besloten een museum op te richten. Dit ini-
tiatief dôôr en voor burgers was uitzonderlijk
in heel Europa. In zijn geschiedenis onderging
het museum een reeks uitbreidingen, maar. de
oorspronkelijke inrichting bleef gehandhaafd.
Daarom is Teylers Museum als uniek monument
voorgedragen voor de Werelderfgoedlijst.
Thomas vap Grafhörst, Vriend en SterCenwachtlid
"Teylers Museum is een van de bijzonderste musëâ
die ik ken. Als je eenmaal binnen bent geweest,
heb je onmiddellijk het gevoel hebt dat het 'jouw'
museum is. Het is ontzettend leuk je daarmeefs/vj
verbonden te voelen als vriend of sterrenwachter.
Toen ik er voor het eerst kwarp was ik zeer ver4' i
wondèrd dat zöiets b e s to n d !t:
Ik besloot zelf actief iets te gaan doen nahetjDij- ”
worien Van een spéciale doriateursavond; ik begreep
toenjja t het museum niet 'af' isf_pat altijainapan-1
ningen riödig zijn om hef të behouden en ujt'ïè1
bouwen. Mensen willen geven omdat zë zieh met
Teylers Museum verbonden voelen. Net als met
de ¡dealen van de Verlichting, je voelt dat het van
belang is."
Betrokkenheid van particulieren
Het museum ontvangt sinds eind zoste eeüw
subsidie van de rijksoverheid voor de toegeno-
men bezoekersstroom, nu jaarhjks 100.000
mensen. Gelukkig zijn er altijd enthousiaste
particulieren gebleven die zieh bij het wélvaren
van het museum betrokken voelen. Een steeds
grotere kring draagt bij aan het verwerven,
behouden, bestuderen en tonen van kunst
Een bijzondere relatie
Vrienden en donateurs hebben een bijzondere
relatie met het museum. Zij krijgen bepaalde
privileges, zoals onbeperkt toegang tot het
museum samen met iemand naar keuze. Daar-
naast worden zij uitgenodigd voor exclusieve
ontvangsten en excursies en ontvangen zij
het tijdschrift Teylers Magazijn. Het Vrienden-
lidmaatschap is er in verschillende categorieën
met bijbehorende privileges. U wordt Vriend
voor € 40, € 60, € 250 of € 1000 per jaar.
en wetenschap. Zonder hun hulp zou Teylers
Museum in zijn huidige vorm niet bestaan.
Emy Pelt-Jellema, schenker ''
"Mijh man werkte vroeger bij SHelîën had altijdf<
kantoren met uitzicht op zee. Daarom kocht hij een
prächtige Engelse tëlescooè uit 1820. In ons huis ,
was het een beetje eeq. sfa-iri^e-wëg, ik.ben wel
eens tegen zq'n pootje aang’elöpen! Mijn man is ;
vorig jaar- overlederi en j.k verhuisde toen van Austra>
lie naar een flatliniNederland, waar ik er geen plaats
meer voor had. Wat errpeë te toen? Met eeqfirie'n-^
•din ging ik naar een tentoonstëlling över dë tyÿnëh
van Prins Charles in Teylers Museuodv ik was daar ;;
:nog nooit geweest. Toen ik dqpr'dejnstrumenten-
zaàl liép daßht ik 'misschiei^Îs het wel iets V o o r^ ^
hier'. Ik heb.een mailtjë‘i|estuurd en de corjsemitof
was meteen enthousiast. Zonder die,.tentoonstelling
Was ik nooijqp nefidee gekorpen;Ojn de telescöop
te schenken. Ik ben blij dat hefzo gelopen j s ; ^ ^
Vriendeif \-
Teylers Museum heeft vrienden en donateurs
uTälle soorten en maten. Vrienden zijn de ;
vaste ‘ambassadeurs’. Via de Vriendenstichting
komen incidqnteel ook grote donaties naar f
het muséum. Zo is een groot bedrag geschon-- -
ken waarmee alle natuurwetenschäppeÜjke M
instrumènten in de Instrumentenzaal en Ovale
Zaal kortden worden gefotografeerd; via eem*
aiidiotour ehwebsite zijn ze toegankelijk f
gemaakt.
Als Sterrenwachtlid schenkt men aan
Teylers Museum Fonds gedurende vijf
jaar een bedrag van € 1000 in termen
van lij frente.
Het museum verbindt zieh ook graag aan
bedrijven. Sponsors krijgen tegenprestaties
op maat. De mogelijkheden zijn legio.
Uitgebreide informatie over al deze vormen
van schenken Staat op de website
www.teylersmuseum.nl onder ‘Vriendschap
en ondersteuning’.
Hoopvolle
monsters
Marcel Möring, schrijver
Ik ben het even nagegaan, maar het oudste
apparaat in huis is een Computer. Niet een
gietijzeren snijbonenmolen. Geen grootvaders
klok. (Waarom heet dat eigenlijk niet groot-
moeders klok? Mocht zij zo’n ingewikkelde
contraptie niet opwinden?) Het oudste apparaat
is ook geen fiets. Het is cv-installatie,
koffiezetapparaat, mixer noch stofzuiger.
Wie had twintig jaar geleden kunnen denken
dat het modernste in mijn huishouden het
oudste zou zijn?
Het heeft veel te maken met ‘de wegwerpmaat-
schappij’. Gisteren nog had ik het met iemand
over moderne apparaten als printers, televisies
en mobiele telefoons die, als ze kapot zijn, zonder
uitzondering kunnen rekenen op meewarig
hoofdschudden van de middenstander die het
ding verkocht. ‘Ach, mijnheer, het onderzoek
kost meer dan het repareren.’ Ik worstelde
zelf niet zo lang geleden met het dilemma dat
nieuwe toner voor mijn kleurenlaserprinter
duurder Was dan een heel nieuw apparaat.
Ik heb een hele tijd smiespelend en piepend
rondjes gedraaid in de Office Center, voor
mijn ‘groene ik’ het won van mijn zuinigheid.
Zijn er geen oude apparaten meer omdat
duurzaamheid lager wordt aangeslagen dan
goedkoopte? Of zijn de productiemethodes
zo verschrikkelijk goed geworden dat houd-
baarheid eigenlijk geen factor meer is? Die
gietijzeren snijbonenmolen kom je nog wel
eens tegen tussen andere rommel die op
koninginnedag ligt uitgestald. Wie ’m mee-
neemt doet het om een rustiek accent toe
te voegen aan het strakke Duitse aanrecht.
Een functie heeft-ie niet meer. Maar verdwij-
nen doet-ie ook niet, want die dingen zijn zo
ongelooflijk onverwoestbaar gemaakt dat
archeologen er in het jaar 2525 nog veel van
zullen opgraven. Tegen die tijd zullen ze onze
samenleving de snijbonenmolencultus noe-
men. De ongelukkigen die 5000 jaar geleden
leuk servies boetseerden hadden ook niet
kunnen dromen dat wij hen zouden herinneren
als de trechterbekercultuur.
Apparaten leven korter en hebben vluchtiger
verschijningsvormen. Ik zag mijn eerste
mobiele telefoon eind jaren tachtig, toen
een persfotograaf er mee aan kwam zeulen.
En zeulen is hier geen overdrijving. Een
gezellige krullende kabel verbond dofzwarte
schoenendoos met een ouderwetsche telefoon-
hoorn. Het zou me niet verbazen als die hoorn
nog van bakeliet was.
Vijf jaar later kocht ik mijn eerste Nokia 2110,
een baksteen waar mijn kinderen alleen maar
met ongeloof naar zouden kijken. Wat ik nu
op zak heb kan meer dan mijn allereerste Computer
en heeft zoveel functies dat ik wel eens
denk dat met de geest uit Alladins lamp een
smartphone wordt bedoeld.
In nog geeri twintig jaar is een apparaat op de
markt gekomen en in een soort adhd-evolutie
verändert in iets dat zieh verhoudt tot de eerste
ver-schijningsvorm als een mens tot de onhan-
dig het land opkrabbelende kwastvinnige.
De mooiste apparaten zijn de overbodige.
Vroeger kwam je ze alleen tegen op een
suspecte pagina in de televisiegids (het hand-
naaimachientje dat nutteloos handig stond
te wezen naast de door alle jongens van mijn
leeftijd begeerde röntgenbril). Tegenwoordig
kijk je naar het koopkanaal en ziet de ene
wonderlijke overbodigheid na de andere
voorbij komen. Schoe-nen waarvan je kunt
afvallen, een schaaltje voor babyvoedsel met
ingebouwde gyroscoop, een tandenborstel
waarmee je in 30 seconden poetst en die er
uitziet als iets waar de martelbrigade van
Saddam Hoessein een moord voor zou doen,
een gaatjesbal die met water wordt gevuld
en dan in de droger Al Uw Kleren Strijkt!
Ja, het is verspiüing van grondstoffen en
techniek en inteüigentie, al die overbodige
apparaten, maar zo moeten we ze niet zien.
Techniek is evolutie en zoals ooit de dodo
uitstierf wegens raar en onhandig en de
reuzen-panda dat nog zal doen, zo zijn deze
apparaten evolutionaire anomalieen. Ze pogen
iets te zijn en zijn in dat streven ontroerend.
In de evolutietheorie heten soorten die gokken
op een onverwachtte ontwikkeling hoopvolle
monsters. We zouden een soort technologie-
Greenpeace moeten oprichten.