
De Heilige Gee s t-W e e zen , De kleeding der H. Geest-
weezen in 1738. Groep uit eene allegorische schilderij van
A. Schouman 1738. Teek. in kl. d. (E. H. Schoemaker
1900). Hg. 28, br. 21 c.
De schilderij, afkomstig uit het H. Geesthuis ter Grootekerk, (later het
Krankzinnigen-gesticht aan de Lindengracht) berust, sedert 1898, in het
Mus. Oud-Dordrecht.
De kleeding was: voor de jongens een grijze rok met een rood hartje,
waarin het stadswapen, op den linkermouw, en blauwe broek en kousen;
voor de meisjes een grijs jak met geplooide witte halsdoek en mutsje en
blauwe rok en voorschoot.
Z ie: Dr. S . A . van der Ckijs, De geschiedenis van Dordrecht's Krank-
zinnigenhuis.
Naar de kleur van hun costuum werden deze weezen oudtijds wel „Blauw-
kinderen” genoemd.
D e B u rg e r weezen. De kleeding der Burgerweezen in
1731. Groep uit eene allegorische schilderij van A. van
der Burg 1731. Teek. in kl. d. (/. Rutten 1871. Hg.
27.8, br. 21 c.
Dit stuk, vroeger in het Vereenigd Wees- en Armhuis, berust thans in
het Museum Oud-Dordrecht. De kleeding was: voor de jongens, roode
rok, broek en kousen, met witte das en steekhoed; voor de meisjes, roode
jak en rok met witte halsdoek, voorschoot en muts. Met wijziging van
snit is dit roode costuum in gebruik gebleven tot 1847.
--------------- De kleeding der Burgerweezen c. 1830. De
stoet der weezen uit de Nieuwekerk komende. Lith.
d. / . H. van der Heyden. Hg. 27.5, br. 33 c. Ui t :
E i l Gezigten der stad I)ordr. Gedr. en uitgeg. d. F.
Böger, Dordr. 1856. (Zie n°. 234, m.)
Op deze afb. dragen de jongens hooge hoeden, destijds en nog lang
daama, hun Zondags-tooi.
-----------------Hetz, van 1847— 1862. Teek. in kl. d. E. H.
S(choemaker) 1883 naar twee modelpoppen in het Mus.
Oud-Dordrecht. Hg. 18, br. 16.5 c.
Dit costuum van zwart carsaai met roode bies en stadswapen op den
linkerschouder, werd ingevoerd in 1847 ter vervanging van het aloude
roode. In 1893 vervielen voor de jongens de buizen, die döor jassen
van meer modern snit werden vervangen.
. Burgerweesmeisje in de Zondagsdracht, als
sedert 1876 in gebruik. Teek. in kl. d. C. E. van der
Sande Lacoste 1891. Hg. 51, br. 36 c.
In Mei 1876 werd de kleeding voor de meisjes verwisseld voor de hier
afgebeelde.
2917.
2gi8.
2919.
2920.
Zuid-Hollandsche kleederdrachten. Provincie Zuid-
Holland. Overflakkee. Voorne en Beijerland. Kleeding
der boerinnen in die streken. Gekl. lith. v. R. de Vries Jr.
n. teek. van Braet van Ueberfeldt en V. Bing. Hg. 34.3,
br. 26.5. S S X V I ui t: Nederl. kleederdrachten d. V.
Bing en Braet v. Ueberfeldt, uitgeg. d. F. Buffa & Zonen
Amst. 1857.
________^Costume de Beierland (Hollande meridionale').
Boerin uit den Hoekschen Waard. Gekl. lith. znd. nm.
Uitg. van F. Buffa & Zonen, Amst., c. 1860. Hg. 22.5,
br. 15.5 c.
_________Boerin uit den Hoekschen Waard. Borstb.
Briefkaart. Uitg. v. A. M. Amiot, den Haag (1898).
______ Provincie Z.-Holland. Alblasserwaard. Boer
en boerin uit den Alblasserwaard. Gekl. lith. d. R. de
Vries Jr., n. teek. v . V. Bing en Braet v. Ueberfeldt,
Hg. 35, br. 27 c. PI. L V . U it: Nederl. Kleederdragtev.
d. V. Bing en Braet v. Ueberfeldt, uitgeg. d. F . Buffa
& Zonen, Amst. 1857*