
748 0. Spieringshaventje c. 1843. Gezicht in de uitmonding
van het Spieringshaventje. Schets in krijt d. F . Lebret
c. 1843. Hg. 32, br. 4o c.
748 d . W ilg en B o s ch — W itte le euw sb ru g c 1830. Gezicht
van uit het Wilgen Bosch op de brug over het Spieringshaventje,
de zoogenaamde Witteleeuwsbrug, c. 1830.
Uit herinnering, in O.-I. inkt geteekend, d. F. Lebret
1907. Hg. 27.3, br. 36.3 c:
748 e . — - c. 1830. Hetz. doch in tegenovergestelde
richting, t. w . : van uit de stad gezien. Links vooraan
een huis, met een gevelsteen, waarop een leeuw; verder
aan de overzijde der brug, de oliemolen ,,de Poortklok” ,
naderhand ,,de Karper” . Uit herinnering, in O.-I. inkt
geteekend d. F . Lebret 1907. Hg. 27.3, br. 36.3 c.
Zie de afb. van bovenvermelden gevelsteen sub nO. 1922.
Op het terrein van den molen ,,de Karper” is later de Kunstboterfa-
briek der firma Albers verrezen.
7 4 9 A. Geldelooze pad c. 1835. Heul in het Geldelooze fad,
nabij den Sluisweg. Uit herinnering, in kl. geteekend
d. Frans Lebret 1905. Hg. 18, br. 27.2 c.
7 4 9 B- c. 1835. Koepel in het Geldelooze pad nabij
den Sluisweg. Uit herinnering, in kl. geteekend, d.
Frans Lebret 1905. Hg. 27,3, br. 36.3 c.
752 a . ’s Gravende elsche dijk — Molen de Pelikaan, c. i860.
Gezicht op den korenmolen ,,de Pelikaan, hoek Wees-
kinderen- en ’s-Gravendeelsche dijk en op de brug
over het Papegat. Links een der ovens van de aldaar
gelegen steenbakkerij; rechts de stads-vuilnisbelt en
het wachthuisje met seinmand voor het veer op „Stee-
nenkamer” , c. i860. Uit herinnering, in O.-I. inkt get.
d. F . Lebret, 1907. Hg. 27, br. 35 c.
7 5 4 a . Steenplaats c. 1850. Het hek aan den ingang der
steenbakkerij, aan den Rijksweg, tusschen het Molen -
dijkje en den Weeskinderendijk, c. 1850. Teek. in O.-I.
inkt d. F . Lebret 1907. Hg. 27, br. 18 c.