
27 3 7 -
2738.
^7 3 9 -
2 7 4 0 .
2 7 4 1 .
Augusti 1672. Relat™. Titulo X I , pag\ Hg. 16, br 10 c
U i t . . . . ? (Niet bij M.).
1672, 20 Aug. De moord der Gebroeders de W itt.
Het wegslepen en ophangen der lijken.
^>pieaci bfö DtranberKtSin Jtauffä bieget ©eit, toeicfc }um hör.
gcf|em bringen Bepbe ©ersonen Cornelius unb gjoBann br ©itt.
In een landschap, met Der Haag in den achtergrond,
komt eene groote menigte gewapenden met de lijken
der de Witten aanslepen; meer rechts eene galg, waar-
aan zij reeds zijn opgehangen. Grav. znd. nm. met verhaal
in het Duitsch, in 2 kol. Hg. 11, br. 22 ; met het
ve rha a l: hg. 34.br. 27.5 c. (Niet bij M.).
----------------De lijken der de Witten. Afb.
der aan de galg hangende, deerlijk verminkte, lijken, in
den avond na den moord. Rechts vooraan twee mannen
met eene brandende toorts, waarvan de een, vermoede-
lijk, den schilder Jan de Baen voorstelt, die des avonds
ten half 11 ure eene schets van het somber tafereel
maakte. Ets znd. nm., doch d. Roelant Roghman (n. / .
de Baen). Hg. 28, br. 23 c. (M. 2417).
Zeer zeldzaam.
Dez. plaat, minder fraaie afdruk,
doch van onder voorzien met een 8-reg. vers in boek-
druk : Soo kroont haar ’t los geval — en maeckt de Wüten
Swart. Hg. met het vers 34.5 c.
Dez. voorst. Teek. in kl. d. W.
Paats, vermoedelijk copie n.’ voorgaande ets, met eenige
wijziging in het omringend geboomte en weglating van
het tweetal toeschouwers in den achtergrond en van den
persoon, die rechts vooraan, naast den toortsdrager staat.
Hg. 23, br. 17.5 c. (M. 2418 A).
Er bestaan van deze teekening herhalingen of copien. In mijn Atlas v.
Nederl. Geschied. berust een excmplaar, zonder den naam van Paats,
doch zeker ook door hem geteekend; terwijl men in de Atlassen Müller
en van Stolk (zie Catal. v. Stolk 2472) evenzoo exemplaren vindt en ik
er jaren geleden een heb gezien, dat gebonden was in een exemplaar
van Wagenaar's Vaderl. Historie.
~ Hetz, andere, doch soortgelijke
voorstelling; op den grond van het schavot ligt eene
doode kat ; ook hier, rechts, een man met een fakkel.
Grav. n. en d. C. Huyherts met 8-reg. van C. v. G. :
Hier hangt het overschot van Hollands vrijen s ta a t....
enz. Hg. 27.5, br. 24.8 c. Uit : E. van der Hoeven,
Leven en Dood der Gebroeders Corn, en Joh. de Witt.
Amst. 1705. 40. (M. 2418).
2742. 1672, 20 Aug. De moord der Geb roeders de W itt.
Verkleinde copie der vorige pl. m. onderschr. : Afb. der
mishandelde lichaamen op ’t Groene Sootje in ’s Hage 20
Aug. 1672. Grav. znd. nm., Pag. 40. Hg. 12.5, br.
20.8 c. Uit : _______ ? (M. 2419).
27 4 3 - -------— ---------------- Dez. pl. gemerkt Pag! 533. U it:
Histoire de la Vie et de la Mort des deux , illustres frères
Corn, et Jean de Witt. Utrecht 1709. 8°. (Niet bij M.).
2 7 4 4 . ------------------------------- De lijken aan de galg hangende ;
rechts en links daarvan de portretten der slachtoffers
in ovale lauwerkransen. Van onder : Afb. en Verhaal van
’t schriklik omkomen van Mr. J. de W. en zijn broeder
Mr. C. de W., in 2 kol. Grav. znd. nm., noch adres.
Hg. 14, br. 27; hg. m. verhaal 39 c. (M. 2420).
27 4 5 - --------------- Zinnepr. ter eere der De W itten . Plaat
in 3 aid. In ’t midden een gezicht op de gebouwen van
het Binnenhof in den Haag, waarboven op een label
de woorden : Abstulit una dies : hooger twee lichtgevende
sterren (de De Witten), die uit den hemel vallen en
daarboven een veel grooter luchtverschijnsel (staartster ?).
Ter weerszijden de portretten der broeders. Onder deze
prenten drie 8-reg. verzen : lager twee 22-reg. verzen :
Op d’A fbeeldinge der Heeren Gebroeders enz. en geheel on-
deraan een 14-reg. vers : Op derselver gelijke noodlot.
znd. nm. noch adres. Hg. 13.3, br. 26.5 ; met de verzen
Grav. hg. 41 c. (M. 2421, a).
2746. -— ■---------------------------De Tijd treurende^'over het lot
der de Witten : Saturnus zit aan eene tafel, waarop een
gelauwerd doodshoofd en daarnaast Vondels Palamedes