
en leunt op een boek : Op- en Ondergang der Grooten.
Van de tafel hangen de portretten der broeders. Grav.
d. C. Decker. Hg. 33, br. 25 c. (M. 2423)
Is gereproduceerd in : Müller, Onze Gottden Eeuw.
2747. 1672, 20 Au g . Zinnepr. ter eere der De Witten.
Allegor. voorst. Eene zinneb. vrouwenfiguur: „De Geest
der de Witten” verbeeldende, toont aan het „Vaderland” ,
eene weegschaal waarin „de Lotbeurs, I oude teeken van
vrijheid , zwaarder weegt dan de veldheerstaf en opper-
zeevoogsdegen” . Ter weerszijden van het „Vaderland”
bevinden zieh Neptunus en Hercules; „de Geest” is
vergezeld van „de Vrijheid” , die eene adder doorsteekt.
In den achtergrond een monument, waarop de busten
der de Witten en het opschr. : Leven en Dood van Corns,
en Jan. de Witt. Titelprent van het boek van dien
naam d. E. van der Hoeven. Grav. d. R. de Hooghe
I 7 ° 4 - Hg. 16.5, br. 14.2 c. (Niet bij M.),
^ 7 4 • iFlNii Dolle Blijdschap. Eene vrouwenfiguur
met eene zon op de borst, (de Waarheid of iets
dergelijks ?), wordt aangerand, door een geblindoekt per-
soon, terwijl, achter haar, eene figuur met een sleutel
in de hand, door een man met ezelsooren (de Laster of
de Nijd ?) bij de hären getrokken en met een dolk be-
dreigd wordt. Op den voorgrond zijn twee mannen en
eene vrouw, de laatste met drie kroonen op het hoofd,
bezig papieren te verbranden. Van onder : de Fransche
haan, die den Holl, tuin binnentreedt, waarboven : S i
jus violandum, regnandi causa, violandum. Boven in de
pl. op een vo ssev el: Dolle Blijdschap; v. onder: In ’t
troebeljaar M D C L X X I I . Grav. znd. nm. Hg. 13.5,
br. 7.5 c. Titelprent van / . Oudaen’s, Haagse Broe-
dermoord of Dolle Blijdschap. Tot Frederikstad, bij Joh.
Ernst Smith. 8°.
27 4 9 - j ■— ; De Zwaan haar nest verdedigend.
Allegorie op de waakzaamheid van den Raadpensionaris
de Witt. Aan den oever Staat eene zwaan, met opge-
heven vleugels en opengesperden bek, gereed haar nest
te beschermen tegen een aanzwemmenden hond. Onder
de zwaan Staat : De Raadpensionaris ; op een der eieren
in het nest : Holland ; -onder den hond : De viand van
de Staat. Photo, inaltérable v. A. Braun 6- Co. Parijs,
n. de schilderij van Jan Asselijn. Rijks Mus.Amsterdam..
Hg. 3 5 . br- 4 3 c.
Oorspronkelijk niet als allegorie bedoeld, heeft later een vereerder van
den Raadpensionaris, door er de bovengen. opschriften in te doen schilderen,
getracht het stuk op de Witt toepasselijk te maken.
2750. 1672, 20 Aug. Zinnepr. ter eere der De W itten .
Hetz. Grav. in ovaal d. Vinkeles n. de teek. van v. Os,
n. Asselyn’s schilderij. Hg. 6.4, br. 8 c. Titelpr. voor:
A. Loosjes Pzn., Joh. de Witt, Raadpensionaris v. Holland,
1805. Haarlem bij A. Loosjes Pzn., 8°. Proefdr.
v. d. 1. (M. 2427, h).
2751. Ié ------------ - Penningen ter eere der De Witten. Afb.
van vier verschillende penningen, na den dood der de
Witten, ter hunner eere geslagen. Vijf gravures, waar-
van twee, uit : Bizot, Medalische Historie v. Holland, de
overigen uit andere werken. Allen in 40. formaat.
2752. ------&-— Zinneprent op den dood der De W itten .
'i Is vergeefs gevlucht. D’ydele vlucht vertoont in de schie-
likke dood van Kornelis en Jan de Wit. De Dood, op
een gevleugeld paard gezeten, brandt een pistool los, op
een voor hem vluchtenden, gekroonden ruiter ; in ’t ver-
schiet de stad Munster. Oude grav. d. Hondius, oorspronkelijk
als zinnepr. op den dood van Karel I van
Engelar d bedoeld en in 1665 op Bisschop Barend v.
Galen toegepast (van daar den naam van Munster in de
prent) ; eindelijk op nieuw en met een anti-de Witts ge-
zind vers in 2 kol. voorzien en op den dood der de
Witten toepasselijk gemaakt. Het vers is onderteekend
Deugd haart Rust. Hg. 23, met vers 50, br. 30 c.
(M. 2422).
2753 . ----------------Zinneprent op den ondergang der partij
van de W itt. Anticurius van Loevesteyn. In wien na
’t leven afgeschildert zijn de qualiieyten van 't Edict met
sijn F actionisten. Een man (Johan de Witt) met mom