
3 3 8 7 -
3 3 8 8 .
3 3 8 g.
3 3 9 °-
3 3 9 1 -
Hoogstraten (Dirk of T h eo d o o r van). Borstb. rechts
m. mantel en baret. Teek. in rood krijt, znd. nm. d.
(A. Houbraken?) n. een origineel? Hg. n , br. 7.3 c.
Hoogstraten (Dirk of Theodoor van), geb. te Antwerpen 1596, overl.
te Dordr. 1640. Kunstschilder en Graveur. Woonde te Dordr. 1624—
1628. Hij was de vader van Samuel v . Hoogstraten. (Zie volgend
nummer).
Hoogstraten (Samuel van). Halverl. links, aet. 50, in
huiselijk gewaad, omhangen met den keten. en penning
hem door Keizer Ferdinand III geschonken. Ets door
hem zelf 1677, m. 4-reg. vers van / . Oudaan. Hg. 16.1,
br. 12.2 c. Uit z ijn e : Inleiding tot de Hoogeschool der
Schilderkunst 1678. (M. 2548, v . S. in voce).
Hoogstraten (Samuöl van), geb. te Dordr. 1627, overl. aldaar 1678.
Kunstschilder, etser, dichter, schrijver over kunst.
-----------------Borstb. rechts, op ein blad, met de portr.
van Joh. Lingelbach en Jan v. Hoogstraten. Grav. znd.
nm., d. (/. Houbraken), pag. 170. Hg. 14.5, br. 9.5 c.
U i t : A. Houbraken, Groote Schouburgh der Ned. Konst-
schilders. 2e dr. 1753. (v. S. I n°. 213 a en b).
Hoogvliet (Arnold). Borstb. rechts in med. met allegor.
bijwerk. met 6-reg. vers van Joan Vermeulen. Grav. d.
/ . Houbraken 1745, geschilderd d. D. van Nijmegen, m.
adres van J. D. Beman. Hg. 19, br. 14.3 c. (M. 2550).
Hoogvliet (Arnold), geb. te Vlaardingen 1687, overl. aldaar 1763. Dichter.
Woonde van c . 1709— c . 1713 te Dordr., waar hij eene betrekking
bij de Bank v . Leening vervulde.
-----------------Grav. d. P . W. v. Megen, geschilderd d.
N. Reijers. Hg. 15.7, br. 10 c. (M. 2552).
Ho oyer (Jan Hendrik). Borstb. recht v. voren, het
hoofd links gewend. Houtsnede d. Walter. Hg. 9.5, br.
8 c. Uit : / . H. Hooyer, Laatste Bundei, Haarlem 189..
Hooyer (Jan Hendrik), geb. te Zalt-Bommel 1844. Predikant bij de
Waalsche gemeente te Dordr. 1873— 1877, daarna te Arnhem. Novellen-
schrijver.
3392. Houbraken (Arnold). Borstb. v. voren rechts, onder
eene toog, met 4 ' reg- vers van D. van Hoogstraten. Grav.
3 3 9 3 -
3 3 9 4 -
3 3 9 5 -
3 3 9 6 .
3 3 9 7 -
3 3 9 8 .
3 3 9 9 -
d. zijn zoon J . Houbraken. Hg. 15, br. 9.6 c. Uit z ijn :
Groote Schouburgh der Nederl. Konstschilders. (M. 2590,
v. S. in voce.
Houtbraken (Arnold), geb. te Dordr. 1660, overl. te Amst. 1719. Kunst-
schilder, graveur en schrijver over kunstgeschiedenis.
Houbraken (Jacobus). Kniestuk v. voren links, zittende
met eene prent in de hand, aetat. 50. Grav. d. / . Houbraken
1749, geschilderd d. / . M. Quinkhard 1748. Hg.
31, br. 21.5 c. (M. 2594'.
Houbraken (Jacobus), geb. te Dordr. 1698, overl. te Amst. 1780. Graveur.
---------------- Copie n. de vorige pr. Borstb. zonder het
bijwerk. Staalgrav. d. D. J . Sluyter 1874. Hg. 22, br.
15. U i t : A. Verhuell, Jacobus Houbraken et son Oeuvre.
Arnhem 1875. Gr. 8°.
--------------- Dez. pi. proefdr. v. h. onderschr.
--------------- Borstb. v. voren links, zittende met eene
koperen plaat in de linker- en een graveerstift in de
rechterhand, aetat. 71. Grav. d. / . Houbraken 1770, n.
’t leven geteekend d. H. Pothoven 1769. Hg. 19.7, br.
14.5 c. (M. 2596).
-----------------Copie n. de vorige pr., a lliin het beeld znd.
het bijwerk. Staalgrav. d. D. J . Sluyter. Hg. 25.5, br.
18 c. U i t : A . Verhuell, Jacobus Houbraken et son
Oeuvre. Supplement. Arnhem 1877. Gr. 8°.
Hou thoff (Cornelius). Borstb. recht v. voren, aet. 40,
in ov. m. Lat. randschr. en 8-reg. vers van / . W. Grav.
d. / . Houbraken, n. ’t leven geleek. d. / . Wandelaar
en door hen beiden uitgeg. 1727. Hg. 29.8, br. 20.3 c.
(M. 2601).
Houthoff (Cornelius), geb. te Rotterd. 1683, overl. te Amst. 1752. Herv.
predikant te Dordr. 1713— 1719.
--------------- Halverl. recht v. voren, aet. 60, staande onder
eene toog, de rechterhand gesteund op een bijbel,
m. 8-reg. Lat. vers d. I'. Verburgius en dito Holl. d.
Am. Hoogvliet. Grav. d. / . Houbraken, geschilderd d.