
3050. Het fregat „A dm ira a l Jan E ve r tsen, 1838. Spiegel van
dit schip. Bouwk. teek. in O.-I. inkt d. C. (H)oogewerf).
Hg. 32.7, br. 59.5 c.
Gebouwd bij J . Schnuten 1838; reederij: J . Kooy en J. Kooy Jr., Amst.
3051- --------------- Schegbeeld van hetz, schip; buste van den
Admiraal Jan Evertsen. Poti, schets znd. nm. Hg. 24,
br. 17 c.
3052. ------ Ontwerpen van schegbeelden, vermoedelijk
van hetz, schip. Twee teek. znd. n .m .:
a. Beeid van den admiraal, ten voeten uit, in kl. Hg. 19,
br. 24 c.
b. Ander beeid van den admiraal, ten voeten uit, in O.-I.
inkt. Hg. 25, br. 22 c.
3053. De bark „d e Zwijger, 183g. Drie ontwerpen voor den
spiegel van dit schip. Schetsen in potl. en O.-I. inkt
znd. n.m. Hg. 7.5; 18.5 en 20,5, br. 23; 37.5 en 38 c.
Gebouwd bij Jan Schonten 1839; reederij: J . B . 't Hooft en F. C. Deking
Dura, Dordr.
3 ° 5 4 - --------------- Ontwerpen van schegbeelden voor dit schip;
bustes van den Zwijger, zonder en met hoed. Twee
schetsen in potl. znd. nm. Hg. 20, br. 15 c.
3 ° 5 5 - D e bark „T r ito n ”, 183g. Schegbeeld van dit schip: een
Triton op een kinkhoorn blazende. Schets in potl. znd.
nm. Hg. 21, br. 16.5 c.
Gebouwd bij Jan Schonten 1839; reederij: J. Kooy en J . Kooy Jr., Amst.
3056. Het- fregat „Stad T ie l” , 183g. Plan van inrigting der
groote en kleine kajuit van het fregatschip Stad T ie l___
kapitein E. M. Chevalier. Lith. d. H. Pennock te Dordr.
Gebouwd bij C. Gips en Zonen 1839; reederij: P. A . Reuchlin Tiel, en
H. Brunner, Dordr.
3057. Het fregat „B ie sb o s ch ”, 1840. De Spiegel van dit schip.
Schets in potl. znd. nm. Hg. 15, br. 33.5 c.
Gebouwd bij Jan Schonten 1840; reederij : J . B. 't Hooft en F. C. Deking
Dura, Dordr.
3058. Het fregat „B ie sb o s ch ” , 1840. Het schegbeeld van
hetz, schip : de buste van een stroomgod. Schets in
potl. znd. nm. Hg. 31, br. 24 c.
305g. De bark „S a ra Alid a Maria”, 1840. Inwendige verdeeling
en beschieting van het barkschip S. A. M. Doorsnede
van het schip en platte grond van het dek.
Scheepsbouwk. teek. in kl. d. C. Hoogewerf, 1840. Hg.
38.3, br. 56 c.
Gebouwd bij Jan Scho ut en 1840; reederij: J . Kooy en J . Kooy J r . ,
Amst.
3060. Schegbeeld van hetz, schip : eene vrouwenbuste.
Schets in potl. znd. nm. Hg. 28, br. 22 c.
3061. De bark „Jan van Hoorn” , 1841. Afb. van dit schip
zeilende bij den wind. Teek. in O.-I. inkt d. (S. van
Brakei) c. i860 ? Hg. 32.5, br. 49.5 c.
Gebouwd bij C. Gips en Zonen 1840; reederij: B lusse v. Oud-A Iblas.
3062. Het fregat „P h ilip s van Marnix” , 1841. De spiegel van
dit schip. Schets in potl. znd. nm. Hg. 21, br. 43 c.
Gebouwd bij Jan Schouten 1841; reederij: J . Kooy en J . Kooy Jr.,
Amst.
3063. De bark „W a t e r lo o ”, 1841. De spiegel van dit schip.
Bouwk. teek. in O.-I. inkt znd. nm. Hg. 33, br. 51.4 c.
Gebouwd bij Jan Schouten 1841; reederij: J . Kooy en J . Kooy J r . ,
Amst.
3064. De bark „A dm ira a l P ie t Hein” , 1848. De Spiegel van
dit schip. Scheepsbouwk. schets in potl. znd. nm. Hg.
19, br. 50 c.
Gebouwd bij J . Schouten 1848; reederij: J . Rahder & Co., Amst.
3065. De schoener „M e rw e s tro om ” , 1851. Afb. van dit schip,
zeilende van den wind. Teek. in kl. d. Andr. Lind, Bergen
in Noorwegen, 1852. Hg. 30, br. 48.5 c.
Gebouwd bij C. Gips en Zonen 1851 ; reederij : Klerk en Voogd, Dordr.
Dit scheepje voer uitsluitend op Bergen in Noorwegen, tot het halen
van stokvisch.
II I I