DE PITHECANT1LR0PUS ERECTÜS
DOOR
Dr T. C. WINKLER.
. . ::
Zoo groot als het opzien was, in het vorige jaar gebaard in de
kringen van de beoefenaars der physica, door de ontdekking der ^
X-stralen, zoo groot, ja misschien nog grooter was de verwondering
der anthropologen, toén het gerucht werd verspreid, dat men eindelijk
de overblijfselen had gevonden van een der steeds nog onbe-
kënde schakels; van een der overgangsvormen, die er moeten zijn
tusschen den mensch en de anthropoïde apen. In aai'dlagen van het
eiland Java, tot het pliocene tijdvak behoorende, werden door den
heer m. e . f. t. dübois , Officier van gezondheid 2 ^e klasse Ned.
Ind. Leger ;• beenderen gevonden van een schepsel, dat volgens
dien geleerde bleek geen1 aap, maar ook geen me ns c h te zijn
geweest. Dübois had reeds sedert verscheidene jaren de overblijfselen
van gewervelde dieren, die in den bodem van Java als versteeningen
vóórkomen, met vlijt bestudeerd, en men kan dus begrijpen met
hoeveel gretigheid de geleerden der geheele beschaafde wereld, die
zich -met het onderzoek naar den oorsprong en de oudheid van het
menschelijk geslacht bezig houden, dat werk van dübois ter hand
namen , ’t welk is uitgegeven ondér den titel van : P i t h e c a n t h r o p u s
e r e c t u s : Eine mens - chenaehnl i che Ue b e r g a h g s f o rm aus
Java. Von eug. düBois, M i l i t a i r a r z t der n i e d e r l a e n d i -
s ch e n- i n d i s c h en Armee . Mi t z w ei T a f e l n u n d d r e i i n
dem Te x t g e d r ü c k t e n F i g u r e n , 4°, Batavia, 1894.
In de onderstelling, dat niet al l e lezers van het Album der Natuur
het werk van dübois hebben bestudeerd, zal men mij wel veroorlooven
17