(NB. A L d e z e o p s ch r iften zijn g e s la g e ft, dus
6 v e r s ch illen d e Stempels v a n d e K z .)
Goudbrons, 53 m.M.
Tijdschrift. 1897, blz. 246 e. v ., n°. 93, 1 6.
1153. • 1895. 27 Februari.
■ 7oste verjaardag van
Mr. G. N. d e S t o p p e . l a a r , te Middelburos-.
Vz. ’s Mans iets naar rechts gewend borst-
beeld, met orde van den Nederlandschen Leettw
en van den Eikenkroon.
Kz. In lauwerkrans:
m id d e l b u r&’s
■ in g e z e t e n e n
a a n
M r . G. N. DE STOPPELAAR
1825 27 FEBRUARI 1895
onder den krans: BEGEER UTRECHT
Brons, 59 m.M., Verz. Kon. Genootschap
voor Munt- en Penningkunde.
Tijdschrift 1896, blz. 58, PI. II en 1897,
b lz. 248, n°. 94.
Volgens mededeeling van den heer d e S t o p p e l a a r zijnvandezen
penning behalve de hem, vergezeld van een kunstvol bewerkt album
op standaard, aangebodene gouden, zilveren en bronzen, sleehts 12
exemplaren vervaardigd, welke aan openbare verzamelingen, naaste
familiebetrekkingen en aan fhej. M . d e M a n zijn geschonken.
Zie omtrent hem de noöt bij. n°. 546.
1 1 5 2 a . j 895. 27 Februari.
Hulde van Burgemeester, Wethouders en Raad
van Krälingen aan den Sekretaris H. L am a iso n
v a n H e e n v l ie t , bij de opheffing dier gemeente.
Vz. Het gekroonde gemeentewapen omgeven
door lofwerk.
Omschrift op twee regels :
A a n d e n k e n Va n B u r g em e e s t e r & W e th o u d e r s
En d e n R a a d
>fC B ij GELEGENHEID VAN DE OPHEFFING
DER GEMEENTE K r ALINGEN.
28 F e b r u a r i 1895
Kz. Tusschen twee samengestrikte lauwer-
takken gegraveerd:
AAN
DEN SECRETARIS
f). Ämaistm
uan ^
jMnnliei.
Goud, 50 m.M., doof V a n K eMp e n , (uniek).
Bij de wet van 6 December 1894, Slbl, no. 184, Werden de ge-
meenten Rotterdam, Krälingen en Charlöis tot eene gemeente Rotterdam
vereenigd. Deze vereeniging ging in 28 Februari 1895.
In de laatste raadsvergadeting, op 2,7 Februari 1895 ’s avänds 8 uur
gehoudeü, werd aan den tot ridder in de orde van Oranje Nassau be-
noemden burgemeester een beker van gedreven zilver aangeboden, op
welks deksel een ridderbeeld, rüstende op het wapen van Krälingen
en de opdracht: Huldeblijk op 28 Febr. 1895 aan G. H. L a m b e r t ,
burgemeester, bij de opheffing van Krälingen, en aän den sekretaris
de bovenbeschfeven gedenkpennittg. Laatstgenoemde werd weldra
hoofdambtenaar, sekretaris van de kommissie voor de plaatselijke
werken te Rotterdam.