955. Als voren.
Met in het medaillon:
5 & 12
@ JULI ©
•^891
50 m.M., afbeelding in Verz. S n o e c k . Zie
Bijdragen 2de druk, n°. 596*, 596**.
956. 1891. 8 Juli.
Promotie in het Staatsrecht van R. baron
v a n H e e c k e r e n W a s s e n a e r te Utrecht.
Vz. Het wapen der familie v a n H e e c k e r e n
W a s s e n a e r : in goud een rood kruis, met twee
omziende gouden, rood getongde griffioenen
als schildhouders, gedekt door een gouden
heim met rood-gouden dekkleeden en gouden
hoed met rooden opslag, waarop twee struis-
veeren rechts rood, links goud, als helm-
teeken; ’t geheel rüstende op een ornament,
binnen een parelcirkel.
Kz. Opschrift tusschen saamgestrikte
eike- en lauwertakken:
RVDOLPHVS
LIB. BARO AB
HEECKEREN WASSENAER
DOCTOR JVRIS PVBLICI
CREATVS
VII. ID VS JVL.
MDCCCXCI
Brons, 42 m.M. Verz. Z. Tijdschrift 1897,
blz. 127, n°. 10.
Door de firma B e g e e r aan baron v a n H e e c k e r e n aangeboden.
Deze laatste bestelde, als hoofdpersoon der maskerade in 1881, hertog
(later keizer) M a t t h i a s v a n O o s t e n r i jk , zijü staalvergulde wapen-
rusting bij B e g e e r , wiens fabriek daardoor zeer bekend werd. Dit
was het begin van de groote vlucht, die deze zaak nam.
Het geslacht H e e c k e r e n behoort tot de voomaamste en oudste
geslachten van Gelderland. Hun stamgoed is de baan der heerlijkheid
Hekeren, tusschen Elten en Emmerik, waarin de hof de Ese of
Hese, waarnaar de eerste leden der familie zieh noemden. Hun
stamlijst begint met E v e r a r d u s d e E s e , die in de tweede helft
der I2<ie eeuw leefde. Bekend zijn de onder diens nazaat F r e d e r ik
v a n H e e c k e r e n of V a n d e r E s e ontstane twisten der H e e c k e r
e n en B r o n c k h o r s t e n .' Nog in de i8de eeuw bezaten zij de
kasteelen Overlaar, Netteihorst, de Cloese, Reurloo, de Heest, de
Wiersse en Surderas in het Zutfensche, alle aan de Berkel gelegen
en daarom als de Zeven Berkelneven bekend.
957. 1891. 16 Juli.
Eerste steenlegging voor den herbouw der
afgebrande kerk te Apeldoorn.
Vz.|gg n°. 946.
Kz. Opschrift, (vermoedelijk gegraveerd),
volgens J. L. K e p p e r ’ s Gedenkboek. Koningin
Wilhelmina in haar openbaar leven:
„Deze medaille werd geslagen in het jaar
1891, het eerste jaar der regeering van H.M.
Koningin W i l h e l m in a der Nederlanden, onder
regentschap van Hare Moeder, Koningin E m m a -
Weduwe” .
Zilver, 66 m.M.
Volgens mededeeling van den heer J. P . M. M e n g e r zijn door de
stad Amsterdam twee exemplaren, i zilver en i brons, van den
penning no. 946 met gladde Kz. besteld en afgeleverd. 1 Juli 1891,